Amper een jaar na het claustrofobische Conclave voelt Edward Bergers Ballad of a Small Player bijna als een goedmakertje. De binnenkamers van het Vaticaan zijn ingeruild voor de weelde van Macau, waar neonkleuren en een replica van de Eiffeltoren gelukszoekers op de casinostrip toelachen. Toch bevindt de zelfbenoemde Lord Doyle zich dichter bij de hel dan bij de hemel. En dat is ook direct waar het wringt: bij deze opzichtige allegorie is geen scherpe blik nodig om de spiraal van zelfvernietiging te doorgronden.
Als er prijzen werden uitgeloofd voor het acteren van zelfvertrouwen zou Lord Doyle (Colin Farrell in prima vorm) makkelijk binnenlopen. Ook na talrijke verliespartijen gedraagt deze 'high roller' zich nog alsof hij Macau eigenhandig heeft opgekocht. In feite is het een godswonder dat er nog een tafeldame bereid blijkt hem krediet te verstrekken. Alsof het voor Doyle nog niet taai genoeg is dat hij bij het casino grote schulden heeft uitstaan en op het randje van de dood balanceert, blijkt hij voorafgaand aan zijn trek naar Macau ook nog eens tonnen te hebben geplunderd van een Britse klantrekening.
Doordat Ballad of a Small Player gaat over zelfvernietiging is het markant dat Doyle na een kwartiertje film eigenlijk al niet meer dieper kan zinken. Betekenisvolle verwijzingen naar het boeddhistische geestenfeest brengen uitkomst: Berger en zijn scenarist Rowan Joffe schrikken niet terug voor ideeën over hemel, hel en vagevuur, waarbij het schimmig blijft waar de religieuze mores van Macau ophouden en Dantes Inferno begint.
Ergens schuilt er een diepgravende tragedie in Doyles helletocht. De manier waarop Farrells beroepsbedrieger zich aan het begin van de film introduceert is nog luchtig, maar in het vervolg oogt de gokker steeds een stukje slonziger en meer ontredderd. Daarom is het jammer dat Berger ervoor kiest het plot zo opzichtig als een puzzel te presenteren. De allegorie die geënt is op de tegenstelling tussen hemel en hel (en daarmee ook tussen leven en dood) ligt er zo dik bovenop dat een aantal extra hints naar de kern van het mysterie lachwekkend aandoen.
Het scheelt dat Farrell ook in uitgetelde toestand iets aandoenlijks houdt, waardoor de film nooit zo zwaarmoedig aanvoelt als de thematiek wel degelijk is. Tegelijk draagt de acteur voor een 'small player' net wat te veel gewicht op zijn schouders. Ballad of a Small Player mist pakkende bijrollen die het geheel wat extra schwung geven. Die inbreng had bijvoorbeeld van Tilda Swinton kunnen komen, maar zij speelt een wat verdwaalde, ondankbare rol als plichtsbewuste privédetective.
Bergers stempel is duidelijk herkenbaar in de trackingshots en pompeuze muziek, maar ook in deze neonkleurige helletrip blijven zijn handelsmerken op de vlakte. Te veel scènes worden om zeep geholpen door bombastische muziek of simplistische metaforen en nooit doet hij écht iets bijzonders met de op zichzelf al betoverende setting. Wat beklijft is het beeld van Colin Farrell achter een zee van fiches, nerveus zwetend in afwachting van zijn lot. Dat hij wint, is niet eens uitgesloten. Maar juist die buitenkans brengt deze 'Lord' een grote stap dichter bij de hel.
Ballad of a Small Player is te zien bij Netflix.