Recensie

Nowhere Special (2020)

Ingetogen film over adoptie is rijk aan verhalen en filosofieën over leven en dood.

in Recensies
Leestijd: 2 min 31 sec
Regie: Uberto Pasolini | Scenario: Uberto Pasolini | Cast: James Norton (John), Daniel Lamont (Michael), Carol Moore (Deirdre), e.a. | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2020

Een alleenstaande, terminaal zieke vader ziet zichzelf genoodzaakt om een familie te vinden die zijn vierjarige zoontje wil adopteren. Nowhere Special behandelt dit waargebeurde verhaal zonder al teveel sentimentaliteit. Juist omdat de makers het zo klein houden ontroert de film. Op een rustig tempo weten de makers een krachtige ingetogen film te maken over leven en dood.

John is een vijfendertigjarige glazenwasser die in zijn eentje de zorg moet dragen voor zijn zoontje Michael. Als John erachter komt dat hij niet lang meer te leven heeft zoekt hij een nieuw thuis voor Michael. Omdat de moeder ook niet meer in beeld is kiest John voor adoptie. Het gevolg is dat John Michael meeneemt naar allerlei gezinnen op zoek naar de perfecte match, die nog niet zo makkelijk te vinden is.

Al deze bezoekjes geven fascinerende inkijkjes in verschillende levens en filosofieën over het leven. De motivatie over waarom men wil adopteren legt al snel de geschiedenis van deze gezinnen bloot. Ook het beroep van glazenwasser leent zich goed voor inkijkjes in andermans leven. Al deze verhalen versterken alleen maar het onderliggende drama, want hoe vertel je een jong kind dat je doodgaat?

Het concept van de dood wordt door John subtiel uitgelegd, nadat Michael een dode kever vindt. Langzaamaan begint Michael zo iets van een begrip te vormen over de dood. Natuurlijk kan Michael op geen enkele manier bevatten wat er met zijn vader gaat gebeuren. Regisseur Uberto Pasolini zorgt er ondanks deze zware materie voor dat de film geen regelrechte tranentrekker wordt.

Dit is vooral te danken aan het script. Hoe vaak wordt de ziekte in dit soort films sterk uitvergroot? In Nowhere Special is in eerste instantie niet eens duidelijk dat John ziek is. Er is geen scène waarin een dokter vertelt hoe lang John nog te leven heeft. Door middel van spaarzame dialogen hierover komen we er langzaam iets over te weten. Op geen enkel punt is echter bekend aan welke ziekte John leidt of hoe lang de dokters hem nog geven.

Het samenspel van James Norton met de vierjarige Daniel Lamont is uiterst sterk. Norton weet goed te balanceren tussen het verdriet en de verantwoordelijkheid die zijn personage draagt. Met kleine gezichtsuitdrukkingen weet Norton meerdere conversaties met Lamont een diepere laag te geven. Ook erg knap is hoe de makers zo'n wijd scala aan emoties en reacties uit de piepjonge Lamont hebben weten te krijgen.

Nowhere Special weet diep te ontroeren, juist dankzij de ingehouden manier van filmen en vertellen. De informatie voor het publiek is schaars. Pas als het echt moet wordt iets meer bekend over de ziekte van John. Uiteindelijk gaat de film ondanks de dreiging van de dood vooral over leven. John accepteert zijn lot en wil vooral het beste voor zijn zoontje dat vol levensenergie zit. Nowhere Special voert 'less is more' tot het uiterste door en dat leidt tot een wonderschone film.