The Hobbit: The Desolation of Smaug
Recensie

The Hobbit: The Desolation of Smaug (2013)

Het middendeel van een trilogie heeft het vaak lastig. Toch brengt Peter Jackson het er netjes vanaf en doet ons verlangen naar meer. Draak Smaug is de beste filmschurk van 2013.

in Recensies
Leestijd: 4 min 12 sec
Regie: Peter Jackson | Cast: Ian McKellen (Gandalf), Martin Freeman (Bilbo Baggins), Richard Armitage (Thoris Oakenshield), Aidan Turner (Kili), Evangeline Lilly (Tauriel), Orlando Bloom (Legolas), Lee Pace (Thandruil), Luke Evans (Bard), Benedict Cumberbatch (Smaug/Necromancer), e.a. | Speelduur: 161 minuten | Jaar: 2013

Voor het magnum opus van J.R.R. Tolkien, The Lord of the Rings, dat bestaat uit drie kloeke delen en een eindeloze reeks appendices, zijn ruim vier keer zoveel bomen gekapt als voor het veel compactere The Hobbit. Alsof je een telefoonboek naast een tijdschrift legt. Het immense succes van Peter Jacksons verfilming van The Lord of the Rings leidde er toe dat er negen jaar na het verschijnen van The Return of the King onmogelijk kon worden volstaan met één enkele hobbitfilm. Toen Guillermo del Toro zich nog met de verfilming bezig hield kwam hij tot de conclusie dat het flinterdunne bronmateriaal rijker en gedetailleerder was dan je aanvankelijk zou denken en dat we eerder aan twee delen moesten denken. Toen Peter Jackson het stokje van zijn Mexicaans collega had overgenomen werden het er zelfs drie.

Afgelopen lente moest er extra materiaal worden bij geschoten om de opvolgers van An Unexpected Journey mee op te vullen. Jackson en zijn schrijversteam mochten Tolkiens Simarillon en Unfinished Tales niet gebruiken, dus besloten ze het oorspronkelijke verhaal van The Hobbit te verrijken met flarden uit de ellenlange, nauwelijks door te ploegen appendices en proloog van The Lord of the Rings. Het gevolg is dat het afsluitende deel van The Hobbit-trilogie naadloos zal aansluiten op The Fellowship of the Ring. Hier wordt in het middendeel al aardig op vooruitgelopen. Tovenaar Gandalf stuit op de wederopstanding van het ultieme kwaad in de vorm van Sauron. In Tolkiens boek is de grijze magiër lange tijd absent en Jackson gaat ons eindelijk laten zien wat hem allemaal is overkomen.

Jackson voelt zich bovendien zo vertrouwd en zelfverzekerd met de wereld van Tolkien dat hij zich enige vrijheid en eigen fantasie durft te permitteren. The Desolation of Smaug, zoals het tweede deel in de Hobbit-reeks is gedoopt, bevat namelijk veel van dit soort briljante toevoegingen en thematische verdiepingsslagen. Wat betreft toon is The Hobbit wat donkerder en ruwer dan The Lord of the Rings, al zou je dat uit An Unexpected Journey wellicht nog niet kunnen afleiden. Bovendien is deze tweede trilogie nog meer een mannenaangelegenheid. De overdaad aan moeilijk uit elkaar te houden dwergen wordt in dit tweede deel gelukkig geflankeerd door wat girl power. Jackson verzon namelijk het sterke elfenpersonage Tauriel, dat ervoor zorgt dat Thorin Eikenschild en zijn twaalf mededwergen nog enigszins een kans maken om hun koninkrijk terug te veroveren op de hebzuchtige draak Smaug. Ze wordt bijgestaan door Legolas, de zoon van elfenvorst Thranduil. De omvangrijke bijrol van Lost-actrice Evangeline Lilly vormt een prettig contrast met al het haar omringende testosteron.

Het zit nog steeds niet helemaal lekker tussen de twee rassen. De dwergen nemen het de elfen kwalijk dat ze hen de rug hebben toegekeerd toen de nood het hoogst was. De elfen betichten de dwergen ervan kortzichtig en hebzuchtig te zijn. Na een hallucinerende expeditie in het Demsterwold worden Thorin en zijn gezelschap ingerekend door Thranduil en zijn elfschappen. Bilbo weet met behulp van een onlangs verworven sieraad, dat dit keer een prominentere rol vervult, de dwergen uit de penarie te krijgen. Als hij Gandalf bijna wil inlichten over zijn vondst corrigeert Bilbo zichzelf door te stellen dat hij moed heeft gevonden in de grot. Hun ontsnapping vormt één van de spectaculairste actiescènes die deze tweede Hobbit-film rijk is. De sequentie is vloeiend en wervelend gechoreografeerd en een aaneenrijging van originele vondsten en stunts. Het vormt bovendien een welkom luchtig accent in een hoofdzakelijk zwaar fantasieavontuur.

Het middendeel van The Desolation of Smaug heeft te kampen met wat trage momenten waarin er weinig actie te bespeuren valt. Hier bekruipt je dan ook het gevoel dat Jackson de boel heeft lopen rekken om er nog een derde deel uit te kunnen persen. Het zijn de kleine accenten die de boel nog net interessant genoeg weten te houden. Zo maken we in het mensendorp Dale kennis met de stadsmeester, een grandioze rol van Engelands oogappel Stephen Fry. Het echte hoogtepunt laat vervolgens nog een flinke tijd op zich wachten, namelijk als Bilbo oog in oog komt te staan met Smaug. De gigantische draak, van gebronsde stem voorzien door Benedict Cumberbatch, is een zeer geslaagd filmmonster dat schmiert, manipuleert en angst aanjaagt. Het enorme reptiel is verrassend wendbaar in zijn nieuwe onderkomen en speelt de rol van slechterik met verve.

Middendelen van filmtrilogieën hebben het over het algemeen zwaar en vervullen een ondankbare positie omdat ze vaak kop noch staart hebben (The Empire Strikes Back en The Godfather II zijn eenzame uitzonderingen). Net als bij The Two Towers word je bij The Desolation of Smaug na een korte proloog gelijk middenin de actie gegooid en met twee joekels van cliffhangers weer de zaal uitgestuurd. Jackson kapt de boel abrupt af en laat ons weer een jaar wachten op There and Back Again.