Dossier K.
Recensie

Dossier K. (2009)

In Vlaanderen zeer succesvolle politiethriller probeert Amerikaans aan te doen, maar slaagt daar niet echt in.

in Recensies
Leestijd: 2 min 19 sec
Regie: Jan Verheyen | Cast: Koen de Bouw (Eric Vincke), Werner De Smedt (Freddy Verstuyft), Blerim Destani (Nazim Tahir), Hilde de Baerdenmaker (Linda de Leenheer), e.a. | Speelduur: 126 minuten | Jaar: 2009

Het blijft toch opmerkelijk dat Nederlanders over het algemeen niets moeten hebben van Vlaamse films. Loft, in België de succesvolste film aller tijden, kreeg in Nederland niet eens een bioscooprelease omdat de distributeur er weinig heil in zag. Er wordt nu wel een Nederlandse remake van die film gemaakt. Het is wellicht te danken aan De Helaasheid der Dingen, vorig jaar een bescheiden hit in ons land, dat het Vlaamse Dossier K. toch zijn weg naar de bioscoop heeft gevonden. Helaas is deze weinig subtiele misdaadthriller nu niet bepaald de beste kennismaking met de Vlaamse cinema.

De film van regisseur Jan Verheyen, die in Nederland enige bekendheid geniet vanwege zijn rol als jurylid in het tv-programma De Slimste, is een soort vervolg op De Zaak Alzheimer, een ander Vlaams kassucces van de laatste jaren. Die film werd geregisseerd door Erik van Looy, die meeschreef aan het scenario van dit vervolg, en was eveneens gebaseerd op een roman van de populaire misdaadschrijver Jef Geeraerts. Beide films zijn echter uitstekend los van elkaar te zien.

In Dossier K. zet een moord op een kopstuk binnen de Albanese maffia in Antwerpen een clanoorlog in gang. Deze moord moet volgens een Albanese erecode gewroken worden en een rivaliserende clan stuurt dan ook een pion naar België, waardoor een spiraal van geweld wordt uigelokt. Inspecteurs Erik Vincke en Freddy Verstuyft, uit De Zaak Alzheimer, worden op de zaak gezet en ontdekken dat meer mensen bij deze zaak betrokken zijn dan in eerste instantie was gedacht.

Regisseur Jan Verheyen is duidelijk een fan van Amerikaanse thrillers. Dossier K. is overmatig gestileerd en probeert in alles Amerikaanse allure op te roepen. Met snelle montage en een bombastische geluidsband probeert hij zijn film een internationale uitstraling mee te geven, maar dat komt nooit helemaal lekker uit de verf. Misschien komt het door het beperkte internationale aanzien van Antwerpen of de bij vlagen belachelijk houterige dialogen, maar je blijft het gevoel houden dat je aan het kijken bent naar een film die wanhopig probeert Amerikaans aan te doen maar daar geen moment in slaagt.

Daar komt bij dat Dossier K. zich wil profileren als genrefilm en daarmee ook alle genreclichés overneemt. Dat is vooral te zien aan de storend stereotypische personages. Bijna ieder personage in de film is netjes in een bepaald hokje te plaatsen en Verheyen en zijn scenarioschrijvers lijken geen enkele moeite te hebben gedaan om daarbij wat origineler te werk te gaan. Dat zorgt ervoor dat Dossier K. op inhoudelijk en stilistisch front gewoon tekortschiet en bij lange na niet de thriller is geworden die Jan Verheyen voor ogen moet hebben gestaan.