Recensie

How to Train Your Dragon (2010)

Prima animatiefilm van Dreamworks die zichzelf nu eens niet overschreeuwt, maar het klein houdt en daarmee weet te ontroeren.

in Recensies
Leestijd: 3 min 2 sec
Regie: Dean DeBlois & Chris Sanders | Cast (stemmen:) Jay Baruchel / Patrick Martens (Hiccup / Hikkie), Gerard Butler / Peter Tuinman (Stoick / Stompum), America Ferrara / Terence Schreurs, (Astrid), e.a. | Speelduur: 98 minuten | Jaar: 2010

Zou Dreamworks het dan eindelijk hebben geleerd? In tegenstelling tot de superieure films van concurrent Pixar hebben animatiefilms van Dreamworks nogal eens de neiging zichzelf te overschreeuwen. Zo veel mogelijk grote sterren en quasigrappige verwijzingen naar de moderne cultuur moeten vaak verbloemen dat het verhaal nogal mager is. In die zin is How to Train Your Dragon van regisseurs Dean DeBlois en Chris Sanders een stijlbreuk. Alles staat nu eens wél in het teken van het verhaal en de personages, en dat levert meteen een uitstekende film op.

Het begin van How to Train Your Dragon belooft nochtans weinig goeds. Op nogal houterige wijze wordt uit de doeken gedaan waar het verhaal van het komende anderhalf uur over zal gaan. Hikkie is de zoon van het stamhoofd van de Vikingen in het stadje Berk. Hikkie moet het meer van zijn intellectuele capaciteiten dan van zijn spierkracht hebben en dat komt hem regelmatig op hoongelach van zijn leeftijdsgenoten en vader te staan. Om te bewijzen dat hij wel degelijk draken kan doden, de ultieme lakmoesproef voor elke Viking, gaat hij op drakenjacht.

Als hij er met enig geluk in slaagt de gevaarlijkste draak van allemaal, de Helleveeg, naar beneden te schieten, krijgt hij de ultieme kans een draak te doden. Op het allesbeslissende moment lukt het hem echter niet, omdat hij in de ogen van het beest de angst ziet die hij zelf ook voelt. Hij sluit vriendschap met de draak, die door hem tot Tandloos wordt gedoopt, en merkt dat draken helemaal niet zulke enge beesten zijn als je ze eenmaal leert kennen.

Vanaf het moment dat Hikkie kennismaakt met de draak, laat How to Train Your Dragon zijn ware gezicht zien. Ondanks de grote hoeveelheid actie, is dit namelijk bovenal een spannend avontuur over vriendschap en de moeizame relatie tussen vader en zoon. De scènes waarin Hikkie en de draak elkaar voorzichtig aftasten behoren tot de mooiste van de film en weten, met behulp van de fraaie muziek van John Powell, zelfs te ontroeren, iets wat films van Dreamworks nog niet vaak is gelukt.

Maar het absolute hoogtepunt van How to Train Your Dragon zijn zonder twijfel de vliegscènes. Dit is een film die nu eens wel optimaal gebruik maakt van de diepte-effecten die de 3D-technologie biedt en daarom het best in 3D tot zijn recht komt. De momenten waarop Hikkie plaatsneemt op de rug van de draak doen natuurlijk onmiddellijk denken aan Avatar, maar ze doen er weinig tot niets voor onder.

Een speciale vermelding dient nog uit te gaan naar Jay Baruchel die de stem van Hikkie inspreekt. Hoewel Baruchel met zijn ironische stemgeluid nu niet bepaald de eerste is aan wie je denkt bij een animatiefilm, pakt de gok verrassend goed uit. Zijn ironie werkt namelijk erg verfrissend en zorgt geregeld voor erg amusante situaties. Ook de rest van de acteurs is goed gecast, met de Schotse Gerard Butler als positieve uitschieter.

Het is dan ook te hopen dat Dreamworks op dezelfde voet verder gaat als in How to Train Your Dragon, hoewel de tegenvallende resultaten in de Verenigde Staten en de daling van het aandeel Dreamworks dat daarvan het gevolg was anders doen vermoeden. Het is op artistiek niveau in elk geval een grote stap voorwaarts ten opzichte van het overvolle, vervelende Monsters vs. Aliens van afgelopen jaar, en als de films van Dreamworks zo snel zo veel beter worden, zal het grote publiek niet lang op zich laten wachten.