The Day the Earth Stood Still
Recensie

The Day the Earth Stood Still (2008)

The Day The Earth Stood Still[/i] is een jammerlijke remake van de gelijknamige sf-klassieker uit 1951.

in Recensies
Leestijd: 4 min 41 sec
Regie: Scott Derrickson | Cast: Keanu Reeves (Klaatu), Jennifer Connelly (Helen Benson), Jaden Smith (Jacob Benson), Kathy Bates (Regina Jackson), John Hamm (Michael Grainier), John Cleese (Professor Barnhardt) e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2008

Tijden veranderen. In 1951 kwam naar aanleiding van de ontwikkeling van de atoombom in The Day the Earth Stood Still het buitenaardse wezen Klaatu ons aardbewoners vertellen dat het afgelopen moest zijn met onze onderlinge agressie, zodat die nooit een bedreiging zou vormen voor beschavingen op andere planeten. In 2008 komt in de remake van The Day the Earth Stood Still Klaatu ons vertellen dat planeten als de aarde zeer zeldzaam zijn en dat als wij er niet goed voor zorgen, we het haasje zijn. Op deze en vele andere manieren hebben de filmmakers het origineel geüpdatet naar de moderne tijd. Bij de vertaling zijn ook karakters van vlees en bloed vervangen door bordkarton, is logica al snel bij het grof vuil gezet en is de derde akte in plaats van een sterke conclusie de vrije val van een fragiel kaartenhuis.

In het begin heeft de film nog wel enige potentie. Nadat tijdens de begintitels is uitgelegd hoe Klaatu aan zijn menselijke gedaante komt, landt hij in een enorme wolkachtige globe in Central Park, New York. Dr. Helen Benson is met andere wetenschappers en het leger ter plekke. Nog voordat Klaatu goed en wel uit de bol is gestapt, wordt hij al neergeschoten. Snel wordt hij afgevoerd naar een ondergrondse militaire faciliteit waar hij zijn menselijke vorm aanneemt en supersnel geneest. Klaatu heeft een boodschap voor de mensheid en wenst alle staatshoofden bij elkaar toe te spreken. Een Amerikaanse regeringsvertegenwoordigster zegt dat dit onmogelijk is. Met behulp van dokter Benson en zijn klaarblijkelijke superkrachten ontsnapt Klaatu. Terwijl een proces in gang wordt gezet dat alle herinneringen aan de mens op aarde zal wegvagen, probeert de dokter Klaatu er toch nog van te overtuigen dat wij mensen het waard zijn om door hem van de ondergang gered te worden.

De toevalligheden die in de eerste akte al af en toe de kop opsteken, nemen daarna in aantal toe totdat ze eerder regel dan uitzondering zijn. De plot wordt er steeds afhankelijker van. Naast toevallige gebeurtenissen zijn er ook personages die slechts het voortstuwen van het verhaal ten doel hebben zonder op zichzelf enige waarde te bezitten. Dr. Bensons stiefzoon Jacob is hier op hoogst irritante wijze het schoolvoorbeeld van: al zijn karaktereigenschappen, voor zover hij die heeft, zijn er slechts in dienst van de steeds minder logisch wordende plot, net zoals zijn handelingen. Het gebrek aan eigen karakter is schrijnend. In mindere mate geldt dit voor de overige rollen. Topacteurs als Connelly, Bates en Hamm krijgen nauwelijks ruimte om iets met hun personage te doen. Cleese doet wat Cleese meestal doet en wekt de indruk dat een camp remake leuker was geweest dan deze serieuze film.

Reeves krijgt nog het meest de kans om iets te maken van zijn Klaatu. Dat doet hij vrij stijfjes, maar dat past wel bij deze buitenaardse Jezus die geen emoties kent terwijl hij over water loopt, mensen doodt en ze weer tot leven wekt ‘omdat ze geen obstakel vormen’. Ondanks dat Klaatu alleen maar logisch kan denken, is de logica van zijn handelingen regelmatig ver te zoeken. Misschien handelt hij volgens een buitenaardse geavanceerde logica die wij aardse filmkijkers niet kunnen bevatten. Een logica die ook uitlegt wanneer de robot Gort wel en niet het menselijke ras wil vernietigen, want tenzij hij een timer heeft lijkt dat nogal willekeurig. Gort ziet er overigens nog steeds hetzelfde uit als vijftig jaar geleden, behalve dat hij nu vele malen groter is en duidelijk volledig op de computer is gemaakt (aardse computers, welteverstaan).

De weinige krediet die de film nog heeft, wordt in de laatste scènes volledig verspeeld. Mocht je de film toch nog willen zien zonder daar meer over te weten, lees dan niet verder.

De enige manier waarop de mensheid nog gered kan worden, is als Dr. Benson Klaatu ervan kan overtuigen dat mensen meer zijn dan een agressief, kortzichtig ras dat niet kan veranderen. Dat doet ze uiteindelijk in een tenenkrommend sentimentele scène waarin haar stiefzoontje de dood van zijn vader en de liefde van zijn stiefmoeder accepteert. De stroperige klefheid van deze scène spat walgelijk van het scherm af. Is dit nou de andere kant van de mens die zo het redden waard is?

Eerder in de film vertelde professor Barnhardt Klaatu dat mensen wel kunnen veranderen, maar daar pas toe in staat zijn als ze op de afgrond staan. Op de een of andere manier overtuigen de tranen van de familie Benson Klaatu hier op het laatste moment van. Logica? Misschien waar hij vandaan komt wel. Zelfs in dat geval zal Klaatu als hij terugkeert van zijn baas een uitbrander moeten krijgen of misschien zelfs ontslagen worden. Hij heeft immers slechts drie mensen uitgelegd waarom ze werden uitgeroeid. Na één keer één iemand verteld te hebben met vertegenwoordigers van de wereldbevolking te willen spreken, gaf hij het al op.

Het zou logisch zijn als Klaatu ons daarna werkelijk zou vernietigen, maar dat doet hij niet. Een deel van de menselijke wereld mag dan verwoest zijn, bijna niemand weet dat dit iets te maken heeft met de manier waarop de mens met de aarde omgaat. Hoe moeten we veranderen als we niet eens weten dat we geacht worden dat te doen? Zal de wereldbevolking opeens luisteren naar twee wetenschappers en één kind? We kunnen verwachten dat Klaatu of collega binnenkort terugkomt om het karwei af te maken. Laten we hopen dat daar echter geen film over gemaakt wordt.