13 (Tzameti)
Recensie

13 (Tzameti) (2005)

Het debuut van de jonge Georgier Géla Babluani verraadt een onmiskenbaar talent voor sobere, effectieve cinema.

in Recensies
Leestijd: 3 min 58 sec
Regie: Géla Babluani | Cast: George Babluani (Sébastien), Aurélien Recoing (Jacky), Fred Ulysse (Alain), Vania Vilers (Mr. Schlondorff) e.a. | Speelduur: 86 minuten

Schrijven over Tzameti vergt een voorzichtige woordkeus. Hoe minder kennis over de plot, des te raker de film. Dan maar zien te prikkelen, met behulp van regisseur Géla Babluani zelf, die op 26-jarige leeftijd de juryprijs op het Sundance filmfestival binnenhaalde en ook op menig ander festival de bezoekers wist te imponeren. Tzameti (‘dertien’) begint verraderlijk nuchter en voert dan langzaam de druk op in een verhaal waarbij je je na ieder frame afvraagt welke bocht er nu weer wordt genomen. De zwart-wit fotografie is al even zakelijk. Het enige dat lichtjes de suggestie wekt dat er mogelijk narigheid op komst is, zijn de telkens in close-up gevatte blikken. Babluani registreert reacties nauwkeurig.

Toch maar een voorzichtige poging dan. Sébastien, een Georgische gastarbeider (Gela’s broer George), repareert een dak ergens aan een strand in Frankrijk. Sporadisch krijgen we een idee van zijn leefsituatie, als we hem ’s avonds huiswaarts zien keren naar zijn familie die telkens hoopt op wat inkomsten. Werkend op het dak vangt hij turbulente gesprekken op tussen de man (die hij betrapt op morfinegebruik) en vrouw des huizes, over het wel of niet aannemen van een schijnbaar riskante klus die middels een envelop wordt aangeboden. Dan overlijdt deze Jean-Francois aan een overdosis en ligt de envelop binnen handbereik. Sébastien, naïef en hongerig naar geld, is zich niet bewust dat hij vervolgens met de envelop ook de doos van Pandora opent. Het begint met een ticket naar Parijs, waarna hij steeds verder afdwaalt in een volstrekt anonieme wereld, waarvan de essentie lange tijd troebel blijft. Dan duikt voor het eerst het getal ‘13’ op.

Soms bulkt het in (nog) onbekende films van het talent. Twee jaar terug zagen we dat bijvoorbeeld in de tijdreisthriller Primer van de eveneens jonge Shane Carruth. Vaak zijn slechts luttele minuten voldoende om dat talent op te merken. Géla Babluani heeft het niet van een vreemde, al ontkent hij stellig dat zijn vader Temur, eveneens filmmaker, een inspiratiebron was. “Ik heb een dubbele achtergrond, oost en west (op zijn zeventiende stuurde zijn familie hem naar Frankrijk vanwege de verschrikkingen van het Sjevardnadze-regime in eigen land - GT). Ik ben niet zo ondergedompeld in de Georgische cultuur. Als hij op de set was zei hij dat ik maar weer snel aan de rechtenstudie moest. ‘Je maakt geen cinema, mensen kijken alleen maar naar elkaar’. Later bleek hij redelijk tevreden. Ik wilde laten zien dat ik wel degelijk die drang heb.” Ook vader Babluani speelt een gastrolletje. Een initiatief om zo de kosten laag te houden? “Ik vond ze gewoon de juiste personen. Alles was toch een gok, net zo goed voor mij met zo’n debuut.”

Hoewel de jonge cineast het niet hardop uitspreekt, impliceert hij toch dat de keuze om zijn eigen broer de hoofdrol te laten spelen te maken heeft met hun beider achtergrond. “Hij gaf me een gevoel van correctheid bij het uitbeelden van angst. Als kleine jongetjes leefden we in een land waar geweld is toegestaan, we waren haast niet anders gewend. Pas in Frankrijk herkenden we het als iets verwerpelijks, dat het geweld was dat ons angst inboezemde. In de film is het denk ik daarom zo realistisch, er komt geen effectbejag bij kijken. En als je kunt vermijden dat je acteurs per se iets moeten zeggen kun je beter een blik vangen met de camera.” Het vangen van gezichtsuitdrukkingen heeft nog een andere achtergrond. Babluani lacht als hij erover vertelt, het schiet hem pas net te binnen. “De Russische films zijn natuurlijk mijn referentiepunten. Ze hebben daar een hele vreemde manier van werken. Alle films worden aanvankelijk gemaakt als stille producties; pas als alles is gemonteerd wordt er geluid op geplakt. Als kind zag ik zo veel films van mijn vader en zijn vrienden in de nog ruwe versie en kwam er zo achter dat ze eigenlijk geen geluid nodig hadden. De beelden spraken voor zich. Mét geluid werden die films voor mij vaak ineens oninteressant.”

Tzameti ontgoochelt, zoals slechts weinig ‘grote’ films dat durven doen. Dat het verhaal volgens de regisseur in eerste instantie over manipulatie gaat blijkt een zeer persoonlijke opvatting en een diep geworteld gevoel. Angst krijgt pas een betekenis als het vanaf een afstand bekeken kan worden. “Ik laat zien wat een krachtig wapen het kan zijn, zeker voor jonge mensen. Er wordt nog steeds dagelijks en overal misbruik van gemaakt. In Georgië is er sprake van een moeilijke politieke en economische situatie, maar in een welvarend land als Frankrijk gebeurt het evengoed, al is het minder zichtbaar. Misschien dat mijn film ons daar wat bewuster van maakt.”