Recensie

Four Brothers (2005)

Onoriginele wraakfilm op, die weinig echte emoties bevat en slechts vermakelijk is door enkele bijrollen en een goede soundtrack.

in Recensies
Leestijd: 2 min 40 sec
Regie: John Singleton | Cast: Mark Wahlberg (Bobby Mercer), Tyrese Gibson (Angel Mercer), André Benjamin (Jeremiah Mercer), Garret Hedlund (Jack Mercer), Terrence Howard (Lt. Green), Chiwetel Ejiofor (Victor Sweet) e.a. | Duur: 109 min.

In 1991 debuteerde John Singleton sterk met Boyz n the Hood en daarmee maakte hij een behoorlijke indruk. Het leverde hem o.a. twee oscarnominaties op, zowel voor beste regisseur als beste script. Daarmee was hij de jongste persoon ooit die een nominatie voor beste regisseur kreeg, en de eerste Afrikaanse Amerikaan die in beide categorieën werd genomineerd. Na deze droomstart is alles wat hij sindsdien heeft gedaan, minder goed ontvangen. Dieptepunten waren de vervolgfilm 2 Fast 2 Furious en het Janet Jackson vehikel Poetic Justice. Hoewel Four Brothers kwalitatief beter is dan dat tweetal, komt de film nog lang niet in de buurt van Singletons debuut.

Evelyn Mercer wijdde een groot deel van haar leven aan het bij pleeggezinnen onderbrengen van weeskinderen uit de getto’s van Detroit. Deze kinderen kregen dankzij haar werk kans op een betere toekomst. Door de jaren heen adopteerde Evelyn zelf de vier moeilijkste gevallen die zij tegenkwam, nadat niemand anders hen in huis wilde nemen. Jaren later, als drie van de vier voormalige jeugddelinquenten al lang geleden vertrokken zijn uit de stad, wordt de oude mevrouw Mercer neergeschoten tijdens een roofoverval in een winkel. De broers komen weer bij elkaar voor de begrafenis van hun moeder, en besluiten dan om te doen wat de politie niet doet: voor gerechtigheid zorgen.

Gaandeweg ontdekken ze een complot waar een hooggeplaatste ambtenaar, een corrupte politieagent en de machtigste gangster van Detroit bij betrokken zijn. Natuurlijk gaat dit alles gepaard met flink wat geweld, zowel van de kant van de broertjes als hun tegenstanders. Een paar grimmige actiescènes zijn het gevolg. Die scènes zijn op zichzelf niet zo bijzonder, maar door de setting hebben ze toch nog iets. Het ijskoude, besneeuwde Detroit is een bar, wit landschap en vormt een goede achtergrond voor het wraakverhaal dat Singleton wil vertellen. Interessant is bijvoorbeeld hoe de sneeuw op een gegeven moment zo hevig vlak voor de camera valt, dat de uitkomst van een achtervolging een tijdje onduidelijk blijft. Zo wordt er gebruik gemaakt van het weer om de spanning te verhogen.

De hoofdpersonages, de vier broers, zijn vrij ééndimensionaal geschreven en de acteurs voegen daar weinig aan toe. Geen van allen straalt echt wat uit, in tegenstelling tot een aantal charismatische bijrolacteurs, zoals Chiwetel Ejifor. Hij is geweldig als een licht gestoorde bendebaas, die er veel plezier in schept om zijn ondergeschikten om het minste of geringste op belachelijke manieren te vernederen.

De wraakbeslommeringen van de broers worden begeleid door een heerlijke soundtrack van soulnummers uit de jaren ’70 van onder andere Marvin Gaye, The Temptations en Willie Hutch. Deze muziek geeft Four Brothers de broodnodige flair, maar ondanks dat blijft de film vrij middelmatig. Een zwak en ongeloofwaardig plot, inclusief een paar ongeïnspireerde actiescènes, en de oninteressante hoofdrollen halen de flair van de muziek, de leuke bijrollen en de soms mooi geschoten plaatjes toch enigszins naar beneden. Uiteindelijk blijft er slechts een oppervlakkige film over, waar voornamelijk een bepaald deel van de mannelijke bevolking mee uit de voeten zal kunnen.