Smurfs: The Lost Village
Recensie

Smurfs: The Lost Village (2017)

Charmante kleurexplosies, een scheutje feminisme en onnodige popnummers zorgen voor een wisselvallige re-smurf.

in Recensies
Leestijd: 3 min 15 sec
Regie: Kelly Asbury | Cast (stemmen): Mandy Patinkin (Papa Smurf), Demi Lovato (Smurfette), Rainn Wilson (Gargamel), Jack McBrayer (Clumsy), Danny Pudi (Brainy), Joe Manganiello (Hefty), Ariel Winter (Smurflily), Michelle Rodriguez (Smurfstorm), Julia Roberts (Smurfwillow), Jake Johnson (Grouchy), Gordon Ramsay (Baker), Gabriel Iglesias (Jokey), Tituss Burgess (Vanity)| Speelduur: 89 minuten | Jaar: 2017

Na twee smurfige live-actionfilms heeft men eindelijk besloten om New York of Parijs te laten voor wat ze zijn en de Smurfen eens te bezoeken in hun natuurlijke omgeving. Het idyllische smurfenlandschap wordt uitgestald in een volledig geanimeerd avontuur aan de hand van Sony Pictures Animation. De studio heeft laten zien puik werk af te kunnen leveren in samenwerking met grote namen als Phil Lord & Christopher Miller (Cloudy with a Chance of Meatballs) en ditmaal is de sleutel van het smurfendorp overhandigd aan Kelly Asbury (Shrek 2, Gnomeo & Juliet). Er springt in eerste instantie een aardige dosis respect en nostalgie vanaf, maar toch hoort Smurfs: The Lost Village eerder thuis in een rijtje naast The Angry Birds Movie.

Aan de animatietechniek ligt het zeker niet, de parade aan Smurfen wordt charmant in beeld gebracht, met bijna overweldigend kleurige beelden en subtiel animatiewerk waar de live-actionfilms nog een puntje aan kunnen zuigen. Wanneer een klein groepje smurfen de wildernis intrekt gooit de film nog een paar blikken verf open en vindt een echte kleurexplosie plaats: zwevende rivieren, vuurspuwende libellen en glow-in-the-darkkonijnen. Een extra charmante toevoeging is een lieveheersbeestje dat met wat schattig gepiep en gefladder functioneert als stemrecorder en met wat geschuifel van z'n voetjes als een primitieve printer. Overigens wordt het verplichte 3D-effect af en toe leuk ingezet, maar voor het merendeel doet het af aan het kleurenpalet dat toch echt beter overkomt in 2D.

Het verhaal is nog aardig te pruimen. Gargamel en Azraël worden weer als vanouds neergezet en de verlepte tovenaar is heerlijk oppervlakkig in zijn plannen om het smurfendorp leeg te scheppen met z'n vangnet. Smurfin is ondertussen voor de zoveelste keer de focus van het verhaal, met hier en daar een verfrissende draai. In de kern draait het om haar identiteitscrisis, enerzijds als product van Gargamel, anderzijds als lid van de smurfenfamilie. Toch worden er wel leuke vragen gesteld: waarom haar persoonlijkheid niet gedefinieerd wordt door een oppervlakkige karaktertrek in haar naam, of hoe het nou zit met het bestaan van vrouwelijke smurfen.

Helaas duurt het niet al te lang voordat de film ons opzadelt met een waslijst aan filmzondes. Denk aan zinloze achtervolgingsscènes en filmmontages die zijn geoptimaliseerd voor een korte spanningsboog. Veelal onder begeleiding van een tergend popnummer. Men kan dan ook de verleiding niet weerstaan om Blue van Eiffel 65 er bijna in zijn geheel in te gooien. Nu moet gezegd worden dat de regisseur met Shrek 2 ook niet vies was van een popnummer hier en daar, maar er is een fijne lijn tussen een slim gekozen nummer dat de filmscore mooi aanvult of een luie reeks populaire muziekjes die dienen als de gehele soundtrack. Smurfs: The Lost Village behoort overduidelijk tot die laatste categorie. Het is eerder een kinderfilm die je aanzet om kinderen een uurtje af te leiden dan een boeiende animatiefilm die je graag met de hele familie kijkt.

In de climax van de film wordt plots een overmatig droevig toontje ingezet dat een beetje botst met het megavrolijke toontje tot dan toe. Opgevolgd door een clichématig zoet einde en wat lessen over identiteit. De vragen met een feministische insteek die gedurende de film opduiken zijn enigszins verfrissend, maar worden uiteindelijk ook wat afgeraffeld. In zijn geheel is Smurfs: The Lost Village dan ook een behoorlijk doorsnee kinderfilm vol kinderhumor, popliedjes en afleidingsmanoeuvres. De animatie is indrukwekkend, het verhaal is aardig en de confrontaties met Gargamel zijn hier en daar best amusant, maar de echte charme blijft uit. Wel kun je als je oplet aardig wat visuele knipogen naar Avatar spotten, mochten je hersens afdwalen tijdens een van de vele muzikale montages.