King Arthur: Legend of the Sword
Recensie

King Arthur: Legend of the Sword (2017)

Niet de beste versie van de Arthur-legende, wel een vermakelijke met eigen smoel. Of liever gezegd, een aantal smoelen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: Guy Ritchie | Cast: Charlie Hunnam (Arthur), Astrid Bergès-Frisbey (The Mage), Jude Law (Vortigern), Djimon Hounsou (Bedivere) Eric Bana (Uther), Aidan Gillen (Bill), e.a. | Speelduur: 126 minuten | Jaar: 2017

Koning Arthur is de centrale figuur in de naar hem vernoemde Arthur-legenden. Door de eeuwen heen zijn er ontzettend veel versies en interpretaties van de avonturen van Arthur en zijn ridders van de ronde tafel ontstaan. Geen wonder dus dat we in de twintigste en eenentwintigste eeuw nog steeds films zien over de legendarische, mystieke koning. Ze geven elk hun eigen draai aan de verhalen en personages. King Arthur: Legend of the Sword zal allicht niet herinnerd worden als een van de beste, maar is als moderne versie van het begin van de Arthur-legenden best vermakelijk. Er had alleen wel wat meer kleur in gemogen.

Zoals wel vaker tegenwoordig ziet King Arthur: Legend of the Sword er voornamelijk donker en grauw uit. Alsof het een oorlogsfilm betreft. Het kleurenpalet zegt met grimmige grom: 'neem mij serieus'. Dat is misschien ook wel wat Guy Ritchie wil, met deze update van Arthur als jongeman van 'de straat' van Londinium.

Londinium is de Romeinse nederzetting die ooit Londen werd. In de tijd waarin de legendes van koning Arthur spelen zijn de Romeinen al grotendeels uit West-Europa verdwenen, maar hun nalatenschap is overal zichtbaar. Of het historisch klopt dat er een Romeinse arena en viaduct in Londinium stonden, maakt niet veel uit gezien de fantasy-elementen, maar het is een aardige toevoeging. Net als de ietwat anachronistische Vikingen als handelaren.

King Arthur: Legend of the Sword zet in de proloog meteen flink in op de fantasy. Het koninkrijk van Uther Pendragon ligt onder aanval van tovenaar Mordred, met een wandelend kasteel en olifanten van mythische proporties. Maar Uther Pendragon heeft het magische zwaard Excalibur. Daar is niks tegen opgewassen, behalve verraad van zijn broer Vortigern, een even mythische koning die niks met Arthur te maken had, maar tegenwoordig steeds vaker (op verschillende manieren) in zijn verhaal wordt geschreven.

Vortigern bestijgt de troon, maar slaagt er niet in om Uthers baby Arthur te doden, of om Excalibur te bemachtigen. Arthur belandt als vondeling in een bordeel. Ongeveer twintig jaar later is hij de baas van het bordeel en heeft hij een hand in allerlei andere criminele zaakjes. Eventjes is King Arthur net Lock, Stock and Two Smoking Barrels of Snatch in de vroege middeleeuwen, inclusief een groepje criminelen met kleurrijke bijnamen en bijpassend taalgebruik.

Maar dan moet crimineel Arthur zijn lot vervullen, wanneer hij gedwongen wordt het zwaard uit de steen te trekken en uit te zoeken wat zijn mythische connectie met dit machtige wapen is. De gevolgen daarvan veranderen de toon van de film. Hoewel de typische Ritchie-humor nog af en toe voorbijkomt, wordt het allemaal wat serieuzer. De fantasy-elementen nemen pas weer toe met de komst van een tovenares zonder naam die een afgezant van Merlijn is - die verder zelf niet tot nauwelijks in de film voorkomt.

Zij brengt parallelle werelden en de controle over dieren met zich mee, inclusief enorme slangen. Ze geeft de film het extra cachet en de connectie met de Arthur-legenden die op dat moment hard nodig waren. Want wat is Arthur zonder bovennatuurlijke elementen? De historische verzamelbak, de misdaadelementen van Ritchie en fantasy-epos is een vermakelijk mengsel, al smelten deze elementen nooit echt samen tot één geheel. Het is misschien niet de beste versie van het koning Arthur-verhaal, maar wel een met eigen smoel. Of dus eigenlijk een aantal smoelen.