Alien: Covenant
Recensie

Alien: Covenant (2017)

Presequel die het beste van Alien vertroebelt met de problematiek van Prometheus.

in Recensies
Leestijd: 4 min 3 sec
Regie: Ridley Scott | Cast: Michael Fassbender (David/Walter), Katherine Waterston (Daniels), Billy Crudup (Oram), Danny MccBride (Tennessee), Demián Bichir (Lope), Carmen Ejogo (Karine), Jussie Smollett (Ricks), Callie Hernandez (Upworth), Amy Seimetz (Faris), Nathaniel Dean (Hallett), Alexander England (Ankor), Benjamin Rigby (Ledward), Uli Latukefu (Cole), Tess Haubrich (Rosenthal), e.a. | Speelduur: 122 minuten | Jaar: 2017

Na een twintigjarige intermissie en een terughoudende prequel is het eindelijk weer tijd voor een 'echte' Alien-film. Duidelijker wordt de tijdlijn er niet van, want deze presequel speelt zich af tussen Prometheus en het originele Alien, op het titulaire kolonieschip Covenant. Met de officiële terugkeer van de Xenomorph, Ridley Scott aan het roer en zicht op meerdere nieuwe delen in de serie, zijn de verwachtingen hoog. Temper deze verwachtingen, want Covenant mixt het beste van Alien met de problematiek van Prometheus.

Ridley Scott opent met voorspelbaar nostalgiegeweld: de minimalistische credits, langgerekte verlaten corridors, een spookachtige toon en een bevroren bemanning die hardhandig gewekt wordt. Prima in beeld gebracht met hier en daar visuele foefjes, zoals een prachtig ruimtepak in Power Loader-geel. Al wordt er gevarieerd met details en de precieze omstandigheden waarin deze kolonisten wakker worden, de opening is vrijwel een herhaling van het originele Alien.

Een interstellaire voicemail is buitengewoon aanlokkelijk voor de nieuwsgierige bemanningsleden, en beroert tevens diegenen met een greintje instinct. Na wat bekvechten over de implicaties besluit men toch de koers van het schip te veranderen en het signaal te onderzoeken. Het recyclen van het iconische eerste deel heeft zo zijn problemen, zo neemt men hier iets minder de tijd en doet het af aan de mysterieuze toon. Toch helpt het om de film duidelijk neer te zetten als een Alien]/i]-film, en zich ietsjes te distantiëren van het twijfelachtige [i]Prometheus.

Het duurt echter niet lang voordat de bezopen taferelen uit Prometheus opduiken. De trailers geven al weg dat de kolonisten in hun enthousiasme een nieuwe planeet bezoeken zonder ruimtepak - waarvan ze dus prachtige exemplaren hebben liggen - en solliciteren naar een darwinistisch einde. Deze stommiteit wordt al gauw overtroffen wanneer bemanningsleden naar een ziekenpost worden gebracht en het werk van de Neomorphs zo makkelijk mogelijk gemaakt wordt. In blinde paniek schakelen mensen zichzelf op de meest dommige manieren uit. Het neigt bijna naar slapstick.

Natuurlijk zijn slasherelementen altijd onderdeel geweest van de serie, maar de eerste twee Alien-films waren juist zo sterk omdat de geloofwaardigheid zelden in het gedrang kwam. Er was altijd een balans tussen het slachtvee en de competente personages met overlevingsinstinct. Reacties waren realistisch en de gesprekken tussen overlevenden kwamen veelal natuurlijk over. Alien: Covenant kent nauwelijks doordachte personages - al komt Michael Fassbender dankzij ijzingwekkend acteerwerk in de buurt - en degenen die weerstand zouden moeten bieden aan de Xenomorphs, gooien zichzelf maar al te graag als lemmingen voor hun veelvuldige kaken. Het zorgt af en toe voor onbedoelde hilariteit in plaats van kosmische horror.

Terwijl de dommigheid van Prometheus is overgesprongen, weet men wel het filosofische gebrabbel van Damon Lindelof te vermijden. Het thema van creatie is nog steeds aanwezig, maar ditmaal zijn er minder cryptische McGuffins en krijgen we wat antwoorden die sommige fouten van Prometheus wegpoetsen. Nadeel is wel dat Alien: Covenant overduidelijk een brug probeert te vormen en daarmee discussies forceert om losse eindes aan elkaar te knopen. Deze halen niet alleen wat van de spanningsopbouw weg, maar zijn ook wat doorzichtig met makkelijke referenties naar Frankenstein of Ozymandias; te vluchtig en niet verdiend.

Een technisch pijnpuntje is het wisselvallige CGI-werk. Vrijwel elk moment met lichaamshorror begint fantastisch met een gruwelijke overdaad aan bloedfonteinen, brekende botten en menselijke lichamen die verscheurd worden. De baby Neomorph wordt echter in beeld gebracht met een CGI-model dat niet helemaal overtuigend is. Een enkele scène in het bijzonder toont het wezen, niet in een schaduwachtige omgeving met flitsend licht en rook, maar in vol ornaat in een heldere omgeving met overmatig kunstlicht. Het werkt onvoldoende en voor een serie die bekend is geworden met fantastische special effects, is het simpelweg beneden niveau. Gelukkig wordt CGI voor de Xenomorph en de Engineers wel fraai ingezet, voor imposante actiescènes die anders onmogelijk zouden zijn. Toch blijven die enkele beelden die niet werken des te venijniger op je netvlies hangen.

Wat Alien: Covenant enigszins redt, is een reeks interessante plottwists die de tweede helft van de film iets meer een eigen identiteit geeft. Tot dat punt is de film te veel een mengelmoes die enerzijds onze tere hartjes als Alien-fans probeert te paaien en vervolgens besmeurt met een slordig script dat doet denken aan Prometheus. Uiteindelijk is er genoeg goeds door de film heen gesprenkeld om een bioscoopbezoek te rechtvaardigen en is het een stap in de goede richting. Die ijzersterke balans van eerdere films - de darwinistische overlevingstrijd tussen mensen en Xenomorphs, fantastische spanningsopbouw, realistische dialogen en geloofwaardige confrontaties - is echter ver te zoeken.