Recensie

Final Portrait (2017)

Wie zich door de Zwitserse meesterschilder Giacometti wil laten vereeuwigen, kan maar beter over een engelengeduld beschikken.

in Recensies
Leestijd: 3 min 48 sec
Regie: Stanley Tucci | Cast: Armie Hammer (James Lord), Geoffrey Rush (Alberto Giacometti), Clémence Poésy (Caroline), Sylvie Testus (Annette Arm), e.a. | Speelduur: 90 minuten | Jaar: 2017

De Italiaans-Zwitserse beeldhouwer en schilder Alberto Giacometti was een vat vol tegenstrijdigheden. Zijn moderne, impressionistische kunstwerken - waarvan de lange, dunne figuurtjes waarschijnlijk de bekendste zijn - werden voor exorbitante bedragen verkocht, maar daar gaf hij zelf helemaal niets om. Zelfs zijn kritische succes kon hem weinig deren, aangezien Giacometti zelf maar zelden tevreden was met zijn eigen werk. Een goed schilderij kan nooit helemaal af zijn, zo was zijn opvatting. Die status als een perfectionist en notoire mopperkont maakte de man soms een kwelling voor zijn omgeving, maar tegelijkertijd een gerespecteerd kunstenaar. Want juist wanneer Giacometti niet tevreden is, verkeert hij in zijn beste stemming.

In zijn nadagen halverwege de jaren zestig portretteerde Giacometti kunstschrijver James Lord, die meerdere biografieën over hem en andere kunstenaars schreef. Aan het begin van de film zien we Lord op het balkon van zijn Parijse appartement een telefoongesprek houden met zijn geliefde in New York. Lord zegt hem dat hij nog even model zal staan voor de bekende schilder, maar verwacht over twee dagen op het vliegtuig naar huis te kunnen stappen. Een schatting die, zo blijkt, wel erg optimistisch is.

Het levert een mooi contrast op wanneer Lord eenmaal aankomt in Giacometti's appartement annex atelier. Lord, vereerd door de uitnodiging, arriveert in zijn beste zondagse pak, maar wordt bij aankomst geconfronteerd met een setting die meer het decor lijkt van een postapocalyptische film. De muren zijn bleek en grauw, het huis bezaaid met rommel en de vele lange, dunne beeldhouwwerken kijken omineus uit over de bewoners. Hoewel Lord hartelijk wordt ontvangen door de vrouw des huizes, lijkt Giacometti zelf op het eerste gezicht nauwelijks geïnteresseerd te zijn in zijn eigen model, terwijl hij rokend en mopperend door het huis banjert en hier en daar nog wat frommelt aan een beeld.

Wie hiermee verwacht dat de boel snel op spanning zal komen te staan, komt echter bedrogen uit. Regisseur Stanley Tucci houdt het sfeertje ondanks die grauwe setting aangenaam plezierig, wat ook een zekere verdienste is van zijn twee hoofdrolspelers. Geoffrey Rush is meesterlijk als de goedgemutste brombeer Giacometti, permanent voorzien een sigaret in zijn mondhoek, en heeft al snel de lachers op zijn hand. Armie Hammer geeft daarentegen prima tegenwicht als James Lord, die waar menig ander model allang gek zou zijn geworden het geduld heeft om om te gaan met de grillen van de schilder, en ze eigenlijk wel amusant vindt, zelfs wanneer dat betekent dat hij - tot ergernis van zijn partner - zijn vlucht steeds maar weer moet verzetten. Tegelijkertijd is hij niet het type dat de man blindelings adoreert, en durft hij waar het kan ook enige repliek te geven.

Zo weet Tucci's film prima te vermaken met de conversaties tussen de twee hoofdrolspelers, al ontkomt ook hij niet aan de typische valkuilen die een biopic met zich meebrengt. Alles blijft voornamelijk een beetje borrelen aan de oppervlakte. De tekortkomingen van de persoon in kwestie worden misschien wat te veel met de mantel der liefde bedekt. Zo walst Giacometti's veel jongere maîtresse - prostituee Caroline, vertolkt door Clémence Poésy - regelmatig over de vloer in zijn huis, tot groot verdriet van zijn echtgenote, die zich volledig bewust is van de situatie, maar er niets aan kan veranderen. Je zou kunnen stellen dat zo'n (ongewild) open relatie nu eenmaal hoort bij het kunstenaarsleven, of dat het optreden van Rush zo vermakelijk is dat je het snel wilt vergeven, maar het feit blijft dat dit huwelijksdrama in de film nooit echt helemaal wordt opgelost.

Dit kritiekpuntje is in ook van toepassing op de rest van de film, want verhaaltechnisch wordt maar weinig progressie geboekt. Lord zit muisstil op zijn stoel, Giacometti schildert en moppert wat, totdat hij ontevreden is en weer overnieuw begint. Final Portrait is - vergeef de voor de hand liggende grap - in dat opzicht meer een portret dan een biografie. Het is een korte momentopname uit een bepaalde periode uit het leven van de schilder, die er vooral op uit is om het karakter van de persoon in kwestie op dat moment weer te geven dan een uitgebreid levensverhaal te vertellen. Als dat idee je niet aanstaat, dan is Final Portrait waarschijnlijk niets voor jou. Wie echter genoeg heeft aan wat leuke conversaties tussen Rush en Hammer, waarin tussendoor nog wat gefilosofeerd wordt over kunst en kunstenaars in een aangenaam bohemien Parijs sfeertje, is aan het juiste adres.