Marquis de Wavrin
Recensie

Marquis de Wavrin (2018)

Met prachtige beelden van Amazone-indianen probeert deze docu een Belgische ontdekkingsreiziger aan de vergetelheid te onttrekken.

in Recensies
Leestijd: 2 min 57 sec
Regie: Grace Winter en Luc Plantier | Speelduur: 85 minuten | Jaar: 2017

De naam Robert de Wavrin is in de vergetelheid geraakt. En dat terwijl de Belgische aristocraat annex ontdekkingsreiziger veel heeft betekend voor de filmgeschiedenis. Gewapend met een 35mm-camera was hij de eerste blanke man die de Shuar-indianen (een stam koppensnellers) filmde aan het eind van de jaren twintig van de vorige eeuw.

Maar dat is nog lang niet alles. In de periode van 1920 tot 1938 schoot hij ruim zesduizend meter film, waarmee hij een zeer waardevolle bijdrage heeft geleverd aan de visuele antropologie. Gedragingen, rituelen en de levenswijze van verschillende indianenstammen in het Amazonegebied waren weliswaar reeds op papier, maar nog nooit op bewegend beeld vastgelegd. Dankzij het Koninklijk Belgisch Filmarchief kunnen we nu opnieuw kennis maken met dit filmische erfgoed.

Marquis de Wavrin is samengesteld uit foto's, tekstfragmenten en beelden uit de documentaires die Robert de Wavrin indertijd zelf in Zuid-Amerika heeft gedraaid. Het zijn prachtige zwart-witopnames (uiteraard zonder geluid), waarin de indianen overkomen als vriendelijke en uiterst gastvrije mensen. Natuurlijk is te verwachten dat zij De Wavrin met zijn tropenhelm, tabakspijp en filmcamera aanzien voor een tovenaar, maar die cultuurbotsing wordt voor de rest gelukkig niet breed uitgemeten.

En dat is precies waarom archivarissen zo veel waarde hechten aan dit pionierswerk. De Wavrin liet de camera gewoon draaien en observeren, zonder een moreel oordeel te vellen over de zaken die zich voor zijn lens afspeelden. Ironisch genoeg bevestigen sommige opnames wel het starre, westerse beeld van de indiaan als woesteling. Of ze nu dansen met de doden, hevig drinken en snuiven, of een klein aapje borstvoeding geven: de scènes zijn zelfs voor huidige maatstaven vrij opzienbarend.

Gelukkig maar, want dat geeft tenminste wat sjeu aan dit gekunstelde eerbetoon, dat verder nogal droog en ongeïnspireerd aanvoelt. Wanneer je tijdens een documentaire verlangt naar het zien van wat 'talking heads', weet je dat er iets flink scheef zit. Hier komen nauwelijks deskundigen aan het woord, laat staan dat die deskundigen iets interessants te melden hebben over deze excentrieke aristocraat of diens leven.

Want wie was Robert de Wavrin nou werkelijk? Wat bewoog hem om steeds in zijn eentje naar Zuid-Amerika af te reizen? Daar krijg je tijdens het kijken van Marquis de Wavrin maar mondjesmaat antwoord op. En toch zijn er ruim voldoende aanknopingspunten om een bezield portret van Robert de Wavrin te maken. Misschien lenen die zich echter beter voor een film dan voor een documentaire.

Neem het vreselijke incident dat in het begin wordt aangehaald: De Wavrin schiet met zijn jachtgeweer op twee kinderen die rondscharrelen in zijn boomgaard, van wie één ernstig gewond raakt en aan zijn lot wordt overgelaten. Wegens die misdaad én wegens nalatigheid dient de Belgische markies een gevangenisstraf uit te zitten, maar hij pakt zijn biezen en vertrekt naar de Amazone. Waar komt dat wangedrag vandaan? En hoe valt zijn onverschilligheid richting die kinderen te verklaren?

Voor een filmmaker is zo'n verhalend element dat door de werkelijkheid wordt aangereikt een gouden vertrekpunt voor het creëren van drama. Idealiter is de zoektocht van de avonturier niet alleen gericht op het vinden van nieuwe stammen in de jungle, maar ook op het vinden van nieuwe dieptes in zichzelf. Het publiek zou door zo'n tweeledige reis uiteindelijk wat meer te weten kunnen komen over het hoofdpersonage. Om die reden zal ontdekkingsreiziger Percy Fawcett (zoals gespeeld door Charlie Hunnam, in het vorig jaar verschenen The Lost City of Z) in het geheugen van de filmkijker blijven hangen. Daarentegen zal Robert de Wavrin weer snel in de vergetelheid geraken.