Grâce à Dieu
Recensie

Grâce à Dieu (2018)

Een slechte Ozon is op zijn minst interessant. Een goede is meesterlijk. Dit kerkelijk misbruikschandaal is Ozon in topvorm.

in Recensies
Leestijd: 3 min 47 sec
Regie: François Ozon | Cast: Melvil Poupaud (Alexandre Guérin), Denis Ménochet (François Debord), Swann Arlaud (Emmanuel Thomassin), Éric Caravaca (Gilles Perret), François Marthouret (Cardinal Barbarin), Bernard Verley (Bernard Preynat) e.a. | Speelduur: 137 minuten | Jaar: 2018

Drie volwassen mannen lijken weinig gemeen te hebben: gelovig familieman Alexandre, knuffelbare activist François en beschadigde intellectueel Emmanuel. Hun levens zijn door dezelfde katholieke geestelijke getekend. Als jonge scouts zijn ze misbruikt door pastor Preynat. Vele anderen ook. Erkenning krijgen voor wat er is gebeurd is gemakkelijk, maar Rome ziet liever vergeving dan vergelding. Grâce à Dieu is een waargebeurd drama over de schreeuw om rekenschap.

Alleen al de vertelstructuur is opzienbarend. De film is min of meer opgebouwd uit drie onderdelen. Elk volgt een van de mannelijke hoofdpersonen, maar toch werkt het verloop van de misbruikzaak als een rode draad die in chronologische volgorde verteld wordt. Er is veel gepraat en er gebeurt ontzettend veel in elk losstaand verhaalonderdeel. Toch blijft de film meer dan twee uur intrigerend en goed te volgen.

De vertelkunst zit in het script, dat een razend gecompliceerde reeks aan gebeurtenissen behandelt met een ogenschijnlijk eenvoudige vloeiendheid die inhoudelijk aan geen grammetje gewicht inboet. Het is geschreven door de eigenzinnige Franse regisseur François Ozon zelf. En hij is iets speciaals. Ozon heeft het namelijk niet in zich om een oninteressante film te maken. Op zijn best blijft hij je bezighouden tot lang na de eindcredits. Swimming Pool, 8 Femmes, Dans la Maison en Frantz - elk is een genreoverschrijdend meesterwerk. Grâce à Dieu is zijn nieuwste topper.

De drie hoofdrolspelers zijn ijzersterk gekozen. Poupaud werkte eerder met Ozon aan Le Temps Qui Reste. In zijn ogen schittert een diepere gevoeligheid, onder zijn wat stijve voorkomen als gezinshoofd. Ménochet is met zijn extra kilo's bijna onherkenbaar ten opzichte die schitterende rol in de beginscène van Inglourious Basterds, maar dat past juist bij zijn nerdy personage nu. Tot slot is Arlaud verknipter dan in Petit Paysan en juist daardoor nog overtuigender.

Toen Spotlight in 2015 uitkwam, werd razendsnel duidelijk hoe belangrijk die kritische acteursfilm is. Nu, in retrospect, werpt Grâce à Dieu echter licht op hoe simplistisch en zwart-wit die tweevoudig Oscarwinnaar eigenlijk is. Het is de Hollywood-variant, met goed en kwaad in glasheldere termen en vooral een sterke spanningsopbouw. Zijn thematische equivalent uit Frankrijk heeft echter zo veel meer te zeggen. Begrijp het niet verkeerd: Spotlight blijft overeind als film, maar Grâce à Dieu doet er een schepje bovenop.

De mannen delen hun verhalen met elkaar, waarvoor ze hun allerdiepste kwetsbaarheid op tafel moeten gooien. Dat ze elkaar daarin vinden is meer dan slechts een krachtige vuist naar de Rooms-katholieke kerk, ze openbaren hun moment van allergrootste zwakte voor de hele wereld. Hier geldt niet het traditionele beeld van mannelijkheid met spierballen, maar een gevoelige variant; die voelt daardoor juist nóg sterker.

In tegenstelling tot Spotlight heeft Ozons vertelling ook geen sinistere slechterik. De kerk is een organisatie van mensen, met elk hun karakterfouten. In het begin lijkt zelfs dat kardinaal Barbarin aan de kant van de slachtoffers staat, tot pijnlijk duidelijk wordt dat hij allereerst het belang van Rome behartigt. Deze aanpak is genuanceerder, realistischer en onverminderd camerageniek.

Ook wordt de dader niet louter gedemoniseerd. Hij heeft iets sympathieks in zijn blik, iets wat je niet wilt zien. Het maakt hem des te menselijker. Flashbacks naar wat de mannen vroeger hebben meegemaakt schilderen de jongere pastor Preynat evenmin af als vunzige gluiperd, tenzij dat passend is. Elk slachtoffer heeft een andere herinnering aan wat hem overkwam en dat blijkt uitdrukkelijk uit de beelden. Alleen Emmanuel heeft een zwaar getraumatiseerde versie. Alexandre ziet in hem misschien meer een onhandige snuiter, François vooral een strakkere leidersfiguur.

En al sta je aan dezelfde kant, dat wil niet zeggen dat je hetzelfde bent. Deze mannen zijn geen vrienden van elkaar. Zo wordt wel duidelijk bij vergaderingen en etentjes, wanneer blijkt hoe ver ze uit elkaar staan qua overtuiging en levenshouding. Verhalen delen? Ja. Samen strijden? Ja. Maar niet jaar op jaar samen kerst vieren. En, zo laat de film zien, dat is ook nergens voor nodig; dat gemeenschappelijke doel dat ze voor ogen hebben is verbinding genoeg.

Grâce à Dieu won de grote juryprijs op het filmfestival van Berlijn. Helemaal terecht. Het is moeilijk voor te stellen dat er ooit een sterkere en beter afgewogen film uitkomt over dit onderwerp. Het enige nadeel van deze film meteen gaan kijken is dat al snel het lange wachten op Ozons volgende film begint. Wanneer komt die eigenlijk?