Recensie

Richard Jewell (2019)

Eastwood heeft zijn perfecte personage gevonden: een vergeten Amerikaanse held die niet zwart-wit te krijgen is.

in Recensies
Leestijd: 3 min 35 sec
Regie: Clint Eastwood | Scenario: Billy Ray | Cast: Paul Walter Hauser (Richard Jewell), Sam Rockwell (Watson Bryant), Olivia Wilde (Kathy Scruggs), Kathy Bate (Bobi Jewell), Alex Collins (Max Green), e.a. | Speelduur: 131 minuten | Jaar: 2020

Tijdens de Spelen van 1996 in Atlanta ontplofte een bom in Centennial Olympic Park. Een vrouw stierf aan de rondvliegende bomspijkers, een toegesnelde cameraman aan een hartaanval. Beveiligingsbeambte Richard Jewell was de held die een groter bloedbad voorkwam. Drie dagen lang althans. Op de vierde dag kopte de Atalanta Journal dat de FBI de bomontdekker ook als bomlegger zag.

Hoogstwaarschijnlijk onterecht veranderde Jewell plotsklaps van held in paria. De pers en daarmee heel Amerika veroordeelde de vaderlandslievende goedzak nog voor de inkt van zijn boekcontract droog was. Jewell is de typische Eastwood-held: Amerikaans, beschimpt en vergeten. En op het witte doek tegelijk invoelbaar en afstandelijk.

Richard Jewell is je doorsnee dikkige, twaalf-steden-dertien-ongelukkenman die nog bij zijn moeder woont. Hij praat graag en hij behaagt graag. Boven alles wil Jewell onderdeel zijn van de wetshandhaving. Het liefst als politieagent, maar campusofficier of beveiligingsbeambte is ook goed. Zo lang hij zijn dwangmatige rechtsgevoel maar officieel in kan zetten om anderen te beschermen. Dat er een bom geplaatst wordt op de avond dat hij het Olympisch park beveiligt, is voor Jewell - hoe gek dat ook klinkt - een geschenk uit de hemel.

Maar Eastwood houdt zich in. Anders dan voor zijn helden in het op zijn zachtst gezegd ongemakkelijke The 15:17 to Paris, is niet alles wat Jewell voorafgaand aan de bomavond meemaakt een opmaat tot zijn heldendaad. Als de nog jongere, loopjongen Jewell in de openingsscène zelfs de Snickers-voorraad van zijn baas in de gaten blijkt te houden, weten we direct dat Jewell een held in de dop is. Maar de grillige einzelgänger-carrière die volgt is net zo goed opmaat tot bomontdekker als bomlegger. En het is deze ambivalente levensloop die Richard Jewell invoelbaarder maakt dan sommige andere van Eastwoods helden.

Eastwood en de Amerikaanse held hebben een gezamenlijke geschiedenis die bijna even oud is als de Hollywood-cinema. Met zijn bijna negentig jaar heeft hij een klein honderdtal van die helden gespeeld of geregisseerd. Van de onbevreesde koeienhoedende cowboy in Rawhide tot de gezagvoerder van het vliegtuig dat in de Hudson landde in Sully. En hoe omstreden of weinig empathisch soms ook, de held blijft altijd de held. De heldenstatus van de hoofdpersoon verdrinkt, zogezegd, nooit in de Hudson. Zelfs als de held in The Mule eigenlijk een ongevoelige, opportunistische drugskoerier is die zijn gezin heeft verwaarloosd, glijdt het echte kwaad soepeltjes van hem af.

En dat is nu precies waarom Richard Jewell zo fascineert. Want hoewel Jewells onschuld met dikke letters in het scenario is opgetekend en zelfs de trailer uitschrijft dat Jewell de held is en dat iedereen dat moet weten, is er dik twee uur lang een knagend onderbuikgevoel dat beklijft. Wat als Jewell het wel heeft gedaan? Wat als hij wel de bom heeft geplaatst? Waarom zou je dat niet denken? Er zijn, hoe je het ook wendt of keert, in en door het leven van Richard Jewell dingen onherstelbaar kapotgegaan.

Dat deze nuance nu juist in een scenario van The Hunger Games- en Terminator: Dark Fate-schrijver Billy Ray overeind blijft, is op zijn minst verrassend. Je bent dan ook geneigd de oorzaak elders te zoeken. Die oorzaak is snel gevonden in het gelaagde en menselijke spel van de volledige cast. Paul Walter Hauser toont zich een stuk verfijnder dan de underdog zonder zelfinzicht die we eerder hebben leren kennen. En Sam Rockwell zou elk jaar wel een Oscar voor beste bijrol kunnen krijgen. Maar ook Olivia Wild en Kathy Bates weten de soms toch weer bordkartonnen personages te verdiepen.

Als er dus een ding is waar je bij Richard Jewell uiterst blij mee moet zijn, dan is het dat Eastwood een keer niet is geslaagd in zijn ondubbelzinnige pleitbezorging van de Amerikaanse held. Het stemmetje dat de beveiligingsbeambte toch stiekem wel degene is geweest die de bom heeft geplaatst om zich tijdens het Olympisch evenement als held te kunnen presenteren, is gesmoord maar te hardnekkig om stil te krijgen. Jewell blijft, zeker met het gat dat in zijn leven is geslagen, een held in grijstinten. En die invoelbaar gemaakte nuance is een onverwachte toegift van Amerika's meest Amerikaanse regisseur.