Onward
Recensie

Onward (2020)

Geen meesterwerk, maar het warme verhaal en de goede mix van drama en humor maken Pixar #22 zeer de moeite waard.

in Recensies
Leestijd: 3 min 37 sec
Regie: Dan Scanlon | Scenario: Dan Scanlon, Jason Headley en Keith Bunin | Cast (stemmen): Tom Holland (Ian Lightfoot), Chris Pratt (Barley Lightfoot), Julia Louis-Dreyfus (Laurel Lightfoot), Octavia Spencer (Manticore), e.a.| Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2020

Moderne communicatiemiddelen en technologie hebben ons niet alleen van elkaar vervreemd, maar tevens de magie verdreven. Waar je je vroeger met een spreuk uit penibele situaties kon redden of simpelweg een licht aan kon doen, hebben de modern generaties hier geen zin meer in. Waarom moeilijke spreuken uit je hoofd leren als je ook gewoon het licht met een knopje aan kan doen? De elfenbroers Lightfoot staan er heel verschillend in. De jongste Ian gaat lekker met zijn tijd mee, maar de oudere stoere Barley verlangt naar oude tijden met tovenaars, draken en een eeuwenoude strijd om leven en dood.

Het is alweer een tijd geleden, sinds Coco om precies te zijn, dat Pixar een originele animatiefilm uitbracht die geen vervolg was. De wereld in Onward is een allegaartje van folklore, legendes en mythische wezens, maar dan teruggebracht naar het leven in de buitenwijken dat we allemaal kennen. De Lightfoots wonen met moeder Laurel in een gigantisch paddenstoelenhuis, maar de ooit zo gracieuze eenhoorns zijn het schuim der aarde die de vuilnisbakken plunderen. De eens zo mysterieuze leeuwachtige strijdster Manticore blijkt helemaal niet zo'n gevaarlijke onheilspellende kroeg te runnen, maar is onderdeel van een commerciële keten en heeft zichzelf als merk uitgeroepen.

Onward komt uit de koker van de makers van Monsters Inc. en diens vervolg. De vergelijkingen tussen bizar uitziende monsters en fabeldieren zoals eenhoorns, elfen, centaurs, trollen, draken, cyclopen en tovenaars liggen dan ook voor de hand. In tegenstelling tot reeksen zoals Shrek die helemaal losgaan om zo veel mogelijk uit de extreme uiterlijke kenmerken en eigenschappen van de personages te halen, houdt regisseur Dan Scanlon het opvallend bescheiden. Zijn scenario moet het veel meer hebben van subtiliteiten, zoals de politieagent met wie moeder Lauren datet en die met zijn dikke centaurkont de helft van het meubilair aan gort beukt. Het benadrukt de menselijkheid van de personages en reduceert het freakgehalte.

De wereld waarin Onward zich afspeelt is dan ook zoals bij veel Pixar-producties niet de voornaamste troef, maar enkel een decor waarbinnen het verhaal zich ontvouwt. Centraal staan de familiebanden. Ian en Barley zijn op jonge leeftijd hun vader verloren en vooral Ian wil weten waar hij vandaan komt. Als ze bij toeval een magische toverstaf ontdekken die hun vader kan doen terugkeren, heeft uitgerekend de aardse Ian de gave om de spreuken hun werk te laten doen. Beetje jammer dat de magische steen die hiervoor nodig is het begeeft en de broers het met alleen het onderstel van hun vader moeten doen.

Wat volgt is niet alleen een zoektocht naar de enige identieke steen om vaderlief voor even terug te krijgen, maar tevens een queeste naar hun ware zelf. Ontdaan van alle fratsen van toverij en rare wezens, is Onward in essentie een kwestie van het vinden van identiteit. Ian probeert aansluiting te vinden bij de populaire jongens en meiden van de school en Barley is het type ruwe bolster blanke pit. De missie die volgt draait niet enkel om het verslaan van draken en afschudden van vijanden, maar draait met name om zelfexploratie. Dat de magie - of die nou uit een toverspreuk of uit onze jeugd komt - nog in ons allemaal zit, is hierbij een prettige bijkomende gedachte.

Scanlon toont ons een magische wereld, waarin juist het alledaagse het meest bijzondere is. En andersom: een gewone wereld, waarin de magie het bijzondere is. Deze aanpak pakt wonderlijk uit. Zoals vrijwel altijd bij Pixar het geval is, heeft elk plotelement een duidelijk functie en wordt niets vergeten of achterwege gelaten. Vooral Octavia Spencer excelleert als de genoemde Manticore die op haar beurt ook vergeten is waar ze voor stond en slachtoffer is geworden van de consumptiemaatschappij. Dit is geen belerende boodschap, maar wordt met veel humor gebracht.

Deze tweeëntwintigste Pixarproductie is een heel sterke middenmoter. Voor een studio waarbij de verwachtingen torenhoog liggen is het verhaal net iets te rechtlijnig, ondanks de vele sterke karakteruitwerkingen en thema's. De ontknoping ligt gezien al het voorgaande wat voor de hand, maar zorgt wel voor sterk spektakel. Lang hoeven we niet op nummer drieëntwintig te wachten. Het thematisch tegen Inside Out aanschurkende [i]Soul[i] volgt al begin juli.