Recensie

Drive My Car (2021)

Japanse Oscarkandidaat. Dat een film ritme heeft, wil niet altijd zeggen dat hij snel is. Of kort.

in Recensies
Leestijd: 3 min 6 sec
Regie: Ryûsuke Hamaguchi | Scenario: Ryûsuke Hamaguchi en Takamasa Oe | Cast: Hidetoshi Nishijima (Yûsuke Kafuku), Tôko Miura (Misaki Watari), Reika Kirishima (Oto Kafuku), Masaki Okada (Kôshi Takatsuki), Park Yu-rim (Lee Yoon-a), Jin Dae-yeon (Kon Yoon-su), Sonia Yuan (Janice Chang), e.a. | Speelduur: 179 minuten | Jaar: 2021

Hij wil haar eigenlijk niet. De jonge Misaki is ingehuurd om theaterregisseur Kafuku rond te rijden in zijn eigen auto, maar Kafuku is liever zijn eigen chauffeur. Het liefst leert hij achter het stuur de tekst van Tsjechovs meesterwerk 'Oom Vanja' uit zijn hoofd. Met de stem van zijn vrouw op een cassettebandje, die gaten laat vallen wanneer Kafuku de dialoog van de titelfiguur moet opdragen. Maar bij een eerste testrit komt de regisseur erachter hoe extreem rustgevend de rijstijl van Misaki eigenlijk is.

Hoofdpersoon Kafuku is gehuld in eenzaamheid, wanneer hij in Hiroshima een meertalige productie van 'Oom Vanja' moet casten, en een schim uit zijn verleden tegenkomt. Misaki is de enige in zijn omgeving die deze eenzaamheid zelf kent. Langzaam vinden ze een vriendschappelijke connectie. Het is zeldzaam, maar soms is de beste synopsis er een waar de eerste veertig minuten van een film zijn weggelaten. En dat neemt niet weg dat die langstrekkende proloog van wezenlijk belang is voor het ritme en de sfeer van de vertelling.

Drive My Car is de tweede film uit het 'Haruki Murakami is fan van de Beatles' Cinematic Universe. In 2010 verscheen Norwegian Wood, de eerste verfilming van een boek van de Japanse Haruki Marukami met een nummer van het legendarische Liverpoolse viertal als titel. Dit keer betreft het een bewerking van Marukami's korte verhaal Drive My Car, opgerekt naar een speelfilm van een kleine drie uur. Op papier klinkt dat als een ontzettend slecht idee. Op het witte doek is het echter de film waar elke cinefiel nu mee wegloopt.

Deze film is niet voor niets genomineerd voor vier Oscars, waaronder die voor beste film. Hamaguchi is een extreem getalenteerde filmmaker en laat zich nergens door opjagen. De serene, slepende vertelling past haarfijn bij de personages. Het lijkt bijna een meta-commentaar op de film zelf dat Kafuku in zijn auto steeds de woorden van Tsjechov opdreunt, om het ritme in de tekst te zoeken. Deze film zelf heeft ook zo'n ritme, dat zich door niets of niemand laat haasten. Ritme wil namelijk niet altijd zeggen dat een film snel moet zijn. Of kort.

Drive My Car heeft zo zijn magisch-realistische randjes, en zijn wonderlijke personages - waaronder een actrice die alleen Koreaanse gebarentaal spreekt en op het podium voor het eerst een volwaardig onderdeel van een gesprek kan zijn zonder tolk. Maar het zijn de gevoelens en de meditaties die deze film maken tot wat hij is. En die zijn verankerd in een diep herkenbare menselijkheid, vooral wanneer de personages zeer pijnlijke dingen over zichzelf onthullen.

Behalve oogstrelende beeldpoëzie, is het verhaal ook een uitstekend staaltje plotmechaniek. Het knappe is namelijk dat Drive My Car, ondanks zijn speelduur, geen grammetje vet heeft. Alles zit erin met een reden. En misschien is het een knipoog naar het principe van Tsjechovs pistool - 'als je in de eerste akte een vuurwapen introduceert, moet die afgaan voor het einde van het stuk' - dat een ogenschijnlijk onbeduidend detail grote gevolgen blijkt te hebben, nét wanneer de schietscène van 'Oom Vanja' wordt gerepeteerd.

Het beeld dat uiteindelijk misschien wel het meeste bijblijft is een tweetal handen, met in elk een aangestoken sigaret, die uit het dakraam van een rijdende, knalrode Saab steken. Dit is waar de Drive My Car lange tijd naartoe werkt, en waar heel veel van de geschiedenis van deze twee hoofdpersonages samenkomt. Gewoon samen roken, zonder onnodige romance of tragiek. Maar vol van betekenis.