Mamma Roma
Recensie

Mamma Roma (1962)

Zestig jaar na dato blijft Pier Paolo Pasolini's intellectuele maar roerige cinema overeind.

in Recensies
Leestijd: 2 min 29 sec
Regie: Pier Paolo Pasolini | Scenario: Pier Paolo Pasolini | Cast: Anna Magnani (Mamma Roma), Ettore Garofolo (Ettore), Franco Citti (Carmine), Silvana Corsini (Bruna), Luisa Loiano (Biancofiore), e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 1962

Met Mamma Roma toont Pier Paolo Pasolini de potentie van zijn intellectueel onderlegde, maar roerige cinema, ondanks de soms te gekunstelde uitwerking van het melodrama. Terwijl Anna Magnani als de mamma uit de titel droomt van een gouden toekomst, trekt haar zoon Ettore al snel op met foute jongens en wil geschenken kopen voor een oudere en ervaren jongedame die zijn hart steelt.

Zich afspelend in een arme buitenwijk lijkt Pasolini's tweede film aansluiting te zoeken bij het het Italiaanse neorealisme, maar verwijzingen naar bekende christelijke schilderijen geven weg dat hier eerder sprake is van religieuze iconografie. Zo lacht Magnani zich kapot op een huwelijksfeest waar de gasten aan tafels zitten zoals op Het Laatste Avondmaal van Leonardo Da Vinci. Zij komt dikwijls frontaal in beeld op intense wijze, als zij bijvoorbeeld ontroerd toekijkt hoe Ettore mensen serveert op het terras.

Pasolini vertelde in een televisie-interview ooit hoe hij het poëtische alleen zag in de laagste en hoogste sociale klassen van de samenleving. Hier brengt hij de beproevingen van de eerste als religieuze belijdenis. De door Pasolini zo gehate middenklasse fungeert daarbij slechts als een valse belofte, bekleed met consumptiegoederen. Toch is dit waar mamma Roma van droomt nu ze een marktkraam heeft geopend om uit de prostitutie te ontsnappen en Ettore tot haar vreugde het platteland verlaat en bij haar intrekt.

Het melodramatische verhaal over de moeder die een leven probeert op te bouwen en haar zoon die het criminele pad bewandelt voelt soms te potsierlijk aan. De zorgvuldige mise-en-scène en goed getimede trackingshots komen strak uitgedacht over, maar Magnani's wanhopige blik doorsneden met Ettore's beproeving in de gevangenis trekken deze kwaliteiten richting het gekunstelde. En ook al zindert de camera wanneer deze met Ettore meebeweegt door de ruïnes buiten de stad, de dramatische en strak gecomponeerde muziek van Vivaldi op de achtergrond zorgt een vreemd contrast.

Magnani resoneert desondanks met haar vaak triomfantelijke gelaat, waaruit een eigengereidheid spreekt die geen doorprikken van haar dromen duldt. Vooral haar nachtelijke wandeling weg van haar voormalige standplaats als sekswerkster brengt dat meeslepend over met de felle straatlichten als stille getuigen. Stevig doorstappend rept ze aan een stuk door over haar verleden waarbij de mannen, eigenlijk op zoek naar iets anders, elkaar afwisselen als luisterend oor, onmachtig haar staande te houden.

Op dat soort momenten weet Pasolini zijn beredeneerde kijk op het leven te combineren met een geconcentreerd temperament. In later werk slaagde hij nog beter in die combinatie, met de enerverende enigma's van Porcile (1969) en zijn meesterwerk Teorema (1968). Of Ettore betere uitzichten had dan spullen helen, laat Pasolini uiteindelijk in het midden. In hoeverre grossiert zijn moeder in valse beloftes? Het maakt het uitgelaten dansen van moeder en zoon aan het begin op een nummer dat later door grote toevalligheid symbolische relevantie krijgt zowel euforisch als tragisch.