DC Club van Super-Pets
Recensie

DC Club van Super-Pets (2022)

De grote namen in de studio en in de stripboeken zorgen voor niet veel meer dan een simpele animatiefilm voor kinderen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 17 sec
Regie: Jared Stern | Scenario: Jared Stern, John Whittington | Cast: Dwayne Johnson (Krypto), Kevin Hart (Ace), John Krasinski (Superman), Keanu Reeves (Bruce Wayne), Kate McKinnon (Lulu), e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2022

Wat als Superman een hond had? En wat als dat niet zomaar een hond zou zijn, maar een superhond? In DC Club van Super-Pets wordt deze onwaarschijnlijke vraag niet beantwoord met een opgetrokken wenkbrauw, maar volledig uitgewerkt als animatiefilm. De echte superhelden komen voor even niet verder dan bijrolletjes, terwijl de schijnwerpers zijn gericht op een stel huisdieren. Huisdieren met superkrachten, dat wel. Het beoogde publiek is bij DC even helemaal anders dan anders en dat is te merken.

Deze animatiefilm over een aantal trouwe viervoeters is namelijk in alle opzichten een kinderfilm, laat daar geen misverstand over bestaan. Zo is het verhaal uiterst simpel: door wat gegoochel met verschillende kleuren kryptoniet zitten de traditionele superhelden zonder krachten, terwijl een groepje hopeloze bewoners van het dierenasiel ineens wél supersnelheid en laserogen heeft. Wanneer een kale cavia die superkrachten gebruikt voor een gemeen plan, moet de rest van de dieren aan de bak om de wereld te redden.

De reeks gebeurtenissen is niet het enige dat herkenbaarheid vindt in eenvoud. Ook de humor is goed te volgen voor kinderen die waarschijnlijk nog niet veel van de DC- stripboeken of -films hebben gezien. Zo wordt meermaals gegrapt dat Superman zijn onderbroek over zijn kleren draagt en hapt Aquaman naar visvoer dat in zijn aquarium wordt gestrooid. De getekende superhelden gaan vrolijke zelfspot niet uit de weg met deze knipogen naar de echte superheldenfilms, maar voor volwassen fans zijn dit erg magere broodkruimels. Meer dan wat gegrinnik zal het niet opleveren.

Wat een animatiefilm uiteindelijk laat slagen gaat verder dan een goed verhaal of sterke grappen. Het is de kunst om het publiek te laten geloven dat de filmfiguren meer zijn dan getekende poppetjes van wie de teksten zijn ingesproken door een acteur in een saaie studio, gekleed in joggingbroek met een kartonnen beker koffie in de hand. De superhuisdieren en superhelden komen anderhalf uur lang niet in de buurt van dergelijke magie. De foutloze animatiestijl en het aantal topnamen dat is of heeft getekend, zowel in stripvorm als achter de microfoon, veranderen daar niets aan.

De makers zullen gehoopt hebben dat het vermengen van een klassieke tekenfilmstijl met klassieke superhelden een breed publiek zou aanspreken en zowel jong als oud naar de bioscoop zal lokken. Helaas heeft DC Club van Super-Pets voor volwassenen bar weinig te bieden. Voor jonge kijkers zal de film hooguit een opstapje zijn om over een paar jaar ook fan te worden van de wat meer volwassen DC-films. Een waardevolle toevoeging aan dit multiversum zijn de getekende superhuisdieren ondanks het voor de filmstudio ongebruikelijke filmgenre niet.