Indiana Jones and the Dial of Destiny
Recensie

Indiana Jones and the Dial of Destiny (2023)

De vijfde en laatste Indiana Jones bevat alle vertrouwde ingrediënten, maar smaakt niet naar meer.

in Recensies
Leestijd: 3 min 53 sec
Regie: James Mangold | Scenario: Jez Butterworth, John-Henry Butterworth, David Koepp, e.a. | Cast: Harrison Ford (Indiana Jones), Phoebe Waller-Bridge (Helena), Mads Mikkelson (Dr. Voller), Ethann Isidore (Teddy), Toby Jones (Basil Shaw), John Rhys-Davies (Sallah), Antonio Banderas (Renaldo), e.a. | Speelduur: 154 minuten | Jaar: 2023

Het is vaak uit een enorme liefde voor een personage of filmreeks of gewoon uit pure nostalgie dat we vurig wensen dat vervolgdelen slagen. Zelfs als er jaren tussen zitten. Het was een behoorlijke belevenis om vijftien jaar geleden tijdens een nachtelijke première van de vierde Indiana Jones-film het Amerikaanse publiek helemaal wild te zien worden. Elk frame, of het nu een personage, een bekend deuntje, de titel of een attribuut bevatte, zorgde voor gejoel en applaus van de zaal.

Maar na een kritische terugblik bleek Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull ondanks de nodige vernieuwingen een teleurstellende exercitie. Indy en aliens bleken geen goede combinatie. Shia LaBeouf als verloren gewaande archeologentelg ging - de vele geruchten ten spijt - niet het stokje overnemen. En de Russische slechterik gespeeld door Cate Blanchett was een kolderieke verschijning.

"Goed, nog eentje dan", moeten de betrokkenen rondom 's werelds bekendste schatgraver annex actieheld hebben gedacht. Grapjes over de leeftijd van Harrison Ford zullen we maar even achterwege laten; die zijn er al genoeg. Toch was het nu of nooit, want Ford tikt inmiddels al de tachtig aan. Spielberg had na het treuzelen van het vorige deel echt geen zin in de regie en liet de klus over aan James Mangold. De oorspronkelijke regisseur bemoeide zich net als George Lucas niet eens met het script. Als dat maar goed gaat.

En nee, dat gaat niet goed. We ontmoeten een digitaal jonger getrokken Jones in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog in een veel te langdradige proloog. Object van obsessie is een mysterieus artefact uit vervlogen klassieke Griekse tijden. Jones weet samen met zijn Britse collega Basil Shaw na veel rennen, vluchten en knokken de helft van het uurwerk waar de titel naar verwijst van nazi Jürgen Voller te ontfutselen. Vijfentwintig jaar later is Shaw naar de eeuwige jachtvelden vertrokken en staat zijn dochter Helena, Jones' petekind, bij de archeoloog op de stoep.

Het is 1969 en de Amerikanen volgen gretig de eerste maanlanding. Jones moet gedwongen met pensioen, maar krijgt niet lang de tijd om achter de geraniums te gaan zitten. Voller, die als wetenschapper voor NASA is betrokken bij de lancering van de Apollo 11, verschijnt onder een valse naam opnieuw op het strijdtoneel. Hij heeft zijn jacht op de vermaarde wijzerplaat nooit op kunnen geven en is vastbesloten het missende deel op te sporen zodat hij controle krijgt over de tijd. Jones en Helena zijn precies hetzelfde van plan.

Et voilà, daar hebben we de premisse te pakken van deze vijfde en zonder enige twijfel laatste stuiptrekking van Indiana Jones. Want eigenlijk is het niets meer of minder dan een kat-en-muisspel waarbij twee partijen voortdurend en met nauwelijks adempauze elkaar op de hielen zitten in de jacht naar het klokje der lotsbestemming. Als decor van dit alles diende onder ander Marokko. De vehikels zijn motorfietsen, vliegtuigen en tuktuks. En kennelijk heeft het personage van Phoebe Waller-Bridge dezelfde duo-opleiding archeologie/actieheld gevolgd als haar peetvader.

Indiana Jones and the Dial of Destiny vliegt geregeld uit de bocht, zowel letterlijk als figuurlijk. Plotmatig heeft het teleurstellend weinig om het lijf. Mangold en zijn vierkoppige schrijversteam, onder wie toch niet de minsten, maken zich er als een jantje-van-leiden vanaf door volledig te vertrouwen op de cast, zucht naar nostalgie en enkele cameo's. De eenvoud van de klassieke trilogie wordt gezocht, maar de makers vergeten dat het publiek niet alleen veeleisender is geworden, maar ook smacht naar vernieuwing binnen acceptabele perken.

Dit laatste zit hem vooral in de werkelijk bizarre ontknoping. Mangold en de zijnen kunnen zich een ongeluk naar de voorgaande delen knipogen, maar hun verwoede pogingen het publiek in te pakken werken vooral op de lachspieren. Waller-Bridge is een aangename aanvulling op de altijd gedegen Ford, maar moet het stellen met een onevenwichtig personage waarvan je niet echt weet wat je aan haar hebt. Ze worden gecomplementeerd door een jeugdige sidekick die ze in Marokko opduikelen, maar waar ze maar niet vanaf komen.

Leuke bijkomstigheid is de aanwezigheid van onze eigen reus Olivier Richters. Als (neo)nazihulpje gun je hem wat meer tekst, maar zelfs zijn gooi-en-smijtwerk smaakt naar meer. Het boek van Indiana Jones was al wat stoffig geworden, maar mag nu definitief gesloten worden. Een onderhoudende avonturenfilm van de band laten rollen blijkt nog een hele opgave. Je gunt Indiana Jones zo graag een fijn pensioen. Uit liefde voor het personage en gewoon uit pure nostalgie.