Gran Turismo
Recensie

Gran Turismo (2023)

Deze ongecompliceerde dertien-in-een-dozijn racefilm scoort punten met de weergaloos in beeld gebrachte races.

in Recensies
Leestijd: 3 min 3 sec
Regie: Neill Blomkamp | Scenario: Zach Baylin, Jason Hall, Alex Tse | Cast: Archie Madekwe (Jann Mardenborough), Orlando Bloom (Danny Moore), David Harbour (Jack Salter), Takehiro Hira (Kazunori Yamauchi), Sjimon Hounsou (Steve Mardenborough), Geri Halliwell-Horner (Lesley Mardenborough), e.a. | Speelduur: 135 minuten | Jaar: 2023

In 1992 bedacht de Japanse gameontwikkelaar Kazunori Yamauchi om een racegame te maken die nauwelijks van het echte coureurwerk te onderscheiden was. Yamauchi deed er vijf jaar over om de eerste Gran Turismo op de markt te brengen. Inmiddels zijn we bij het dertiende deel van de game op de PlayStation aanbeland. De techniek is nog beter geworden en het gevoel daadwerkelijk op de racebaan rond te scheuren nog echter.

Niet gek dus dat het computerspel hetzelfde lot is beschoren als veel populaire games. Een speelfilm lag in de lijn der verwachtingen, waarbij Yamauchi kwam opdraven als producent. Er is een originele insteek gekozen, gebaseerd op waargebeurde feiten. Om aan te tonen hoe levensecht de game aanvoelt besluit de marketeer van het Japanse automerk Nissan een wedstrijd uit te schrijven: de tien beste spelers van Gran Turismo mogen deelnemen aan een opleiding waarbij ze in een echte GTR-raceauto mogen plaatsnemen.

Deze wedstrijd vond plaats in 2011 en de toen twintigjarige Jann Mardenborough is vanuit zijn kamertje in Cardiff en in de plaatselijke speelhal een ware raceheld. Zijn vader, een voormalig profvoetballer, ziet niet veel heil in de ambities en kunsten van zoon Jann. Als op het scherm van de amateurcoureur de melding verschijnt dat hij toe is gelaten tot de Gran Turismo Academy grijpt hij zijn kans. Maar plaatsnemen in een echte raceauto, met de bijbehorende G-krachten, is toch wel andere koek.

Zuid-Afrikaan Neill Blomkamp noteert met Gran Turismo zijn vijfde speelfilm en verrast daarmee op geen enkel vlak, behalve door gewoon degelijk vakwerk af te leveren. De verhaallijnen van een succesvolle Jann enerzijds en die van marketeer Danny Moore (die onder meer afgehaakte racer Jack Salter moet overtuigen) anderzijds worden parallel opgetuigd en komen voorspelbaar genoeg vlot samen. Of het nu gebaseerd is of de werkelijkheid of niet, enige creativiteit op dit vlak had niet misstaan. Met net zo veel vaart als de raceauto's haast Blomkamp zich om de actie te laten zien.

Gran Turismo kent bitter weinig conflict, terwijl dat toch vrijwel steevast de motor voor welke film dan ook is. En dan te bedenken dat er genoeg elementen hiervoor present zijn. Janns thuisfront bijvoorbeeld (bestaande uit onder andere een tenenkrommend slecht acterende ex-Spice Girl) dat niet bepaald warmloopt voor zijn carrièrepad. Maar ook de strijd tussen Moore en Salter, over wie door moet stomen naar het echte werk. Moore ziet liever de nummer twee uitkomen voor Nissan omdat deze coureur het nou eenmaal lekkerder doet in de media. Tot slot is er nog racewereld die moeite heeft de 'SIM-coureurs' serieus te nemen.

Op Janns circuit ligt nauwelijks tegenslag en het eerste echte moment waarop zaken op scherp worden gesteld dient zich pas na anderhalf uur aan. Dan dringt het besef bij de coureur door dat de auto's die bijna vierhonderd kilometer per uur kunnen halen best gevaarlijk speelgoed zijn. Dit laat niet onverlet dat Blomkamp het uiterst smakelijk in beeld weet te brengen en de afsluitende race, de beroemde en beruchte 24-uursrace van Le Mans, is nagelbijtend spannend zelf als de afloop zich eenvoudig laat raden.

Ook doeltreffend is de wijze waarom Blomkamp de virtuele en de echte wereld in elkaar weet over te laten vloeien. De echte Jann Mardenborough, die inmiddels ruim tweehonderd races op zijn naam heeft staan, fungeerde trouwens als stuntman voor hoofdrolspeler Archie Madekwe. In dramatisch opzicht is het clichématig opgebouwde Gran Turismo een formulematige sportfilm, maar heerlijk ongecompliceerd visueel vermaak is het wel degelijk.