De drie hoofdpersonen in de actiekomedie Deep Cover laten verschillende gradaties van het al dan niet zelfverkozen 'loserschap' zien. Kat, Marlon en Hugh zijn in meer of mindere mate niet helemaal terechtgekomen in het leven waar ze zichzelf graag gezien hadden. Wat het trio bindt is dat hun vermogen te mislukken tevens hun kracht is. De aanleiding van hun onwaarschijnlijke samenwerking is hun improvisatietalent. Regisseur Tom Kingsley drukt zijn personages graag in de altijd dankbare underdogrol.
Kat is een Amerikaanse acteur die al tien jaar werk aan haar wereldveranderende toneelstuk, tot grote zorg van haar ogenschijnlijk wel enorm geslaagde vriendinnen. Ze is om toch wat geld in het laatje te brengen maar een cursus improvisatiekomedie gaan geven. Vrijwel gelijktijdig melden mislukt acteur Marlon, die zelfs de meest stupide reclameklus als methodacting benadert, en de stuntelige computernerd Hugh zich aan bij Kats cursus.
Hun uiterst geringe improviseertalent is kennelijk genoeg om de rol van hun leven te spelen. Kat wordt namelijk benaderd door een Londense politieagent die het drietal wil inzetten om illegale handel in sigaretten en coke op te rollen. Binnen de kortste keren hebben de improvisatieacteurs zich compleet in de nesten gewerkt, omdat ze te veel in zichzelf zijn gaan geloven en daardoor uiterst geloofwaardige infiltranten blijken. Ondertussen doen ze het in hun broek van de spanning.
Als regisseur van voornamelijk televisiewerk heeft Kingsley weinig noemenswaardige speelfilms op zijn cv staan. Hij gaat flitsend van start met een wilde achtervolging tussen een motorrijder en een Albanese drugsbende, op de hielen gezeten door twee politieagenten. Al deze partijen gaan we later nog terugzien, want Kingsley kapt de klopjacht tussen drie partijen al even snel af als waarmee het begonnen is. We schakelen dan over naar Hugh, die op kantoor het sukkeltje van de afdeling blijkt met een misplaatst gevoel voor timing en humor.
Er wordt dus meteen flink gas teruggenomen om in de personages te investeren, al blijft het clubje scenaristen, waaronder Collin Trevorrow, op dit vlak aan de oppervlakte steken. Orlando Bloom blijkt over comedytalent te beschikken, door een falende acteur neer te zetten die zijn eigen talenten tamelijk overschat en waarin zelfs zijn eigen manager geen brood meer ziet. Bryce Dallas Howards Kat lijkt nog het meest zinnige van het stel al is onduidelijk waarom zij nou juist de twee nieuwelingen in haar klasje kiest voor een klus voor de politie.
Deep Cover wisselt kolderieke situaties en halfbakken politiemissies af met confrontaties met serieuze criminelen, waarbij Paddy Considine en zijn baas, tachtiger Ian McShane, voor de serieuzere noot moeten zorgen. De amateuristische undercoveragenten weten zich door menig penibele situatie te bluffen en mogen van geluk spreken dat ze elke keer weer het vege lijf weten te redden. Aan realisme ontbreekt het volkomen, maar Kingsley weet dit vakkundig te verdoezelen met een onbescheiden dosis chaos en kluchtige verwikkelingen.
Kingsleys derde speelfilm vervalt daardoor regelmatig in schreeuwerigheid en bedient zich van onaffe of slecht uitgewerkte verhaallijnen, al mag dit de pret nauwelijks drukken. Howard, Bloom en Nick Mohammed vormen een aangename drie-eenheid, die zelfs de matig uitgewerkte dialogen nog broodnodige sjeu weten mee te geven. De gemakzuchtige afsluitende akte wordt met flink wat onwaarschijnlijkheden ingeleid en afgerond. Deep Cover is een plezierige middenmoter die weliswaar finesse en spitsvondigheid mist, maar door de imposante cast een aangename zit is geworden.
Deep Cover is te zien bij Prime Video.