'La Venue de l'Avenir': sympathieke feelgoodfilm speelt speels met (kunst)geschiedenis
Recensie

'La Venue de l'Avenir': sympathieke feelgoodfilm speelt speels met (kunst)geschiedenis (2025)

Komisch drama van Cédric Clapisch verbindt heden en verleden op mysterieuze en historisch onverantwoorde wijze aan elkaar.

in Recensies
Leestijd: 3 min 45 sec
Regie: Cédric Klapisch | Scenario: Santiago Amigorena, Cédric Klapisch | Cast: Suzanne Lindon (Adèle Vermillard), Abraham Wapler (Seb), Zinedine Soualem (Abdelkrim), Julia Piaton (Céline), Paul Kircher (Anatole), e.a. | Speelduur: 124 minuten | Jaar: 2025

Quentin Tarantino heeft al twee keer voor zijn eigen lol de geschiedenis herschreven. Eerst kwam Hitler om het leven tijdens een succesvolle aanslag in zijn Inglourious Basterds. Daarna overleefde Sharon Tate de geplande moord door volgelingen van Charles Manson in Once Upon a Time in Hollywood. Men kan daar van vinden wat men wil, maar niemand kan beweren dat het in fictie verboden is om de geschiedenis te herschrijven. En dus kwamen de twee scenaristen van La Venue de l'Avenir op het speelse idee om een samenloop van omstandigheden volledig uit de duim te zuigen.

Het begint met wat milde kritiek op de huidige samenleving als luchtige ondertoon. Een fotomodel poseert vóór een bekend schilderij en vraagt zich af of het kunstwerk niet te veel aandacht van haar afleidt. En of de kleuren niet vloeken met haar jurk. Gelukkig wordt ze gerustgesteld: als dat inderdaad zo is, passen ze de kleuren van het schilderij wel even digitaal aan. Ondertussen staat de helft van de museumbezoekers selfies te nemen.

Seb is fotograaf en maakt bezwaar tegen het aanpassen van het schilderij. Hij is een van de familieleden die samenkomen nadat een verwant in Normandië is overleden en de erfenis verdeeld moet worden. Terwijl Seb en de anderen steeds dieper duiken in haar verleden, volgen we ook Adèle in het jaar 1895. Zij reist naar Parijs om haar moeder voor het eerst te ontmoeten. Eenmaal aangekomen ontdekt ze dat dit niet alleen een zoektocht naar haar moeder is, maar ook naar zichzelf.

Dit is geen raamvertelling, maar een voortdurend geschipper tussen heden en verleden. Dat hebben de makers niet goed uitgevoerd. Vooral Adèles verhaallijn komt moeizaam op gang. Net wanneer enige interesse ontstaat, wordt abrupt teruggesprongen naar het heden. Gelukkig houdt dat op den duur op, en krijgt het verleden veel meer ruimte.

Vanaf dat moment is de flow goed. De drie neven en nicht leren elkaar beter kennen en de kijker krijgt wat meer mee van hun persoonlijke leven. Seb woont bijvoorbeeld bij zijn opa, en begint als digital content creator moe te worden van de oppervlakkigheid van zijn werk. Er is ook nog een hint van een romance tussen een van de neven en een voormalige leerling van hem, maar het lijkt alsof de afronding daarvan vergeten is.

Het meest boeiende deel speelt zich af in het verleden. Sowieso is het een spannende tijd: elektriciteit is net uitgevonden en bewegende beelden staan op het punt hun intrede te doen. Adèle is in het begin een muisje, maar nog voordat dit gaat storen, blijkt ze meer in haar mars te hebben. Ze raakt bevriend met twee jongens die ze onderweg heeft ontmoet. Net als in het heden ontstaat er een band tussen vreemden.

Op subtiele wijze sluimert er een mysterie in het verhaal: nu Adèle haar moeder heeft ontmoet, kan ze ook ontdekken wie haar biologische vader is. Omdat moederlief ietwat losbandig was, zijn er twee kandidaten. Maar de zoektocht beperkt zich niet tot het verleden; ook in het heden lijken de vier familieleden een bijzondere ontdekking te doen. Het wordt zowaar spannend.

Toch kent de film ook wat missers. Naast de moeizame start is de filmstijl af en toe wat grillig. Zo zit er een inmiddels uitgekauwde grap in met een videochat waarin een deelnemer vastzit in een kattenfilter en niet weet hoe het op te lossen. En ander zwak punt is het digitale Parijs van 1895. Voor de wijde shots is gebruikgemaakt van een green screen. De beelden staan niet ver af van bordkartonnen decors uit vervlogen tijden.

Ook is het een beetje flauw dat de personages in het heden een grote stap verder komen met hun onderzoek dankzij sjamanistische drugs die hen contact laten leggen met hun voorouders. Hierdoor heeft Seb ineens een helder inzicht in hoe de vork in de steel zit. Het voelt als de makkelijkste uitweg: de makers konden zelf geen logische link bedenken, dus dan maar een spirituele.

Die link is wel nodig om het verhaal af te ronden. Dat doen ze dan wél weer goed. Het thema blijft overeind. Met name Adèles boog komt op een bitterzoete manier tot een eindpunt. Uiteindelijk is het toch een beetje een feelgoodfilm: personages vinden verbinding met elkaar, doen inzichten op, en het intrigerende mysterie wordt op een bevredigende manier ontrafeld.