De hoogtijdagen van de slasherfilm liggen onmiskenbaar in de jaren tachtig. Halverwege de jaren negentig was er weliswaar een korte opleving dankzij Scream, maar het handjevol titels uit die periode valt in het niet bij de stortvloed die na Halloween verscheen. Tegenwoordig duikt er af en toe nog eentje op, maar daar zal het vermoedelijk wel bij blijven. Begrijpelijk, want hoeveel variaties kun je bedenken op het verhaal van een gemaskerde moordenaar die het op tieners heeft voorzien?
Clown in a Cornfield doet in ieder geval een aardige poging tot een frisse aanpak met een opvallend onderliggend thema. Veertig jaar geleden hadden de meeste (Amerikaanse) slashers nog een flinterdunne, moralistische boodschap ("tieners moeten geen seks hebben"), maar dat is inmiddels achterhaald, zelfs in de VS. Deze film kiest voor een andere, wat diepere insteek.
Na de dood van haar moeder verhuist Quinn hals over kop met haar vader naar een klein plattelandsdorp. De lokale economie heeft een klap gehad na de sluiting van een fabriek die maïssiroop produceert, een ongezonde en verslavende suiker die in de VS in bijna al het eten zit. Mascotte Frendo de clown is echter nog steeds populair en Quinn sluit zich aan bij wat jongeren die nepfilmpjes maken over Frendo die tieners vermoordt. Algauw komen ze tot de schokkende ontdekking dat hun fictie werkelijkheid is geworden.
De film opent met een nogal nutteloze flashback naar de vroege jaren negentig, waarin Frendo al toeslaat. Clown in a Cornfield wijkt dus niet af van de traditie dat een slasherfilm begint met een aanslag. Humor is in het genre vaak bedoeld om te laten zien dat het allemaal niet té serieus moet worden genomen. In de jaren tachtig waren de grapjes vaak flauw, in de jaren negentig introduceerde Scream ironie, zelfspot en popcultuurverwijzingen. De humor in Clown in a Cornfield is schaarser, maar wel effectief en lollig.
De regie is in handen van Eli Craig, bekend van zijn voorkeur voor komische horror. Zijn beste werk blijft Tucker and Dale vs Evil. Hierin reageert een groep tieners zo hysterisch op twee onschuldige Hillbillies, die ze aanzien voor moordzuchtige inteelt, dat ze door eigen toedoen een voor een het loodje leggen. In Clown in a Cornfield is de humor minder prominent, maar de toon laat geen twijfel: dit is puur vermaak.
Toch is vanaf het begin al duidelijk dat de film meer wil vertellen. Onderweg naar hun nieuwe huis merkt Quinn op dat haar vaders muzieksmaak voelt zoals muziek uit de jaren veertig voor hem - een generatiekloof waar hij nooit bij had stilgestaan. Veel dorpsbewoners trekken trouwens een vies gezicht als ze tieners zien. Het blijkt de kern van het mysterie te zijn. Zonder te veel te verklappen: de boodschap wordt tegen het einde letterlijk uitgesproken. Het punt is erg sterk, maar subtieler gebracht had de film een half sterretje extra verdiend voor originaliteit. Zo'n maatschappelijke boodschap zie je zelden in dit type film.
Op horrorgebied zit het redelijk snor. Er zitten niet te veel schrikmomenten in, en ze zijn best geslaagd. Het is duidelijk wanneer er een moord aan zit te komen en de spanning wordt lekker opgebouwd. De personages reageren niet overdreven argwanend, maar doen soms letterlijk de deur open voor de moordenaar omdat ze denken dat een van hun vrienden een grap uithaalt.
Wat ontbreekt is een klassieke achtervolgingsscène, zo'n moment waarop het slachtoffer in paniek zijn sleutel laat vallen en deze moet terugvinden voordat de moordenaar bloederig toeslaat. Qua bloederigheid blijft de film binnen de perken en houdt zich keurig verwijderd van de 'torture porn' die de laatste jaren steeds vaker opduikt.
Grote namen ontbreken; hooguit herken je een gezicht uit een tv-serie. Alles is degelijk in beeld gebracht, maar zo droog dat het bescheiden budget er vanaf spat. Een iconische soundtrack zit er ook niet in, maar toch is Clown in a Cornfield (verrassenderwijs gebaseerd op een boek) vermakelijker dan de titel doet vermoeden.