In de mozaïekfilm Jeunes Mères ontvouwen zich de verhaallijnen van de tienermoeders Jessica, Perla, Julie, Arianne en Naïma, terwijl ze verblijven in een moeder-en-kindhuis in Wallonië. In dit opvanghuis voor jonge (aanstaande) moeders vinden zij bescherming en begeleiding. Tijdens de kraamtijd krijgen ze ondersteuning bij hun nieuwe rol als moeder.
De nieuwe film van de broers Dardenne is aangrijpend in zijn ongepolijste, rauwe realisme. Jeunes Mères toont jongeren die tegen een weerbarstige werkelijkheid zijn aangelopen. We volgen de jonge moeders in hun zoektocht naar houvast en grip, in de hoop een stevige basis te creëren voor zichzelf en hun baby. Maar knokken voor een betere toekomst is niet eenvoudig, de dagelijkse praktijk van het moederschap is vaak zwaarder dan verwacht. Verlangen naar het moederschap is iets anders dan moeder zijn.
De tienerzwangerschappen hangen in alle vijf gevallen samen met een moeilijke thuissituatie waarin 'moeilijk' voornamelijk betekent dat ze er alleen voor stonden. De film wekt misschien de suggestie een kruising tussen Thirteen en Juno te zijn, maar Jeunes Mères staat dichterbij een onverschillige wereld waarin vriendjes niet komen opdagen, een woonplek moeilijk te bemachtigen is en ondersteuning van familie niet vanzelfsprekend is.
De moeders zijn erg jong en dreigen met hun baby aan de onderkant van de maatschappij terecht te komen. De film windt er geen doekjes om: de zogenaamde 'risicogroepen', 'kwetsbaren' of 'probleemjongeren' uit onze samenleving zijn inderdaad de schreeuwende, huilende en zuchtende jonge vrouwen die hier dicht op de huid worden gevolgd.
Al snel wordt duidelijk dat ze allesbehalve zwak zijn. Integendeel: ze doen er alles aan om hun rug recht te houden en hun eigen weg te vinden in de buitenwereld, met alle klappen die het leven uitdeelt (soms letterlijk en figuurlijk door hun eigen moeders).
Zoals veel kersverse moeders, overkomen hen meerdere clichés, zoals het straal vergeten van hun baby of het meeslepen van hun baby op een eigen project. Soms zijn ze te moe of te overstuur om nog aandachtig met hun kind bezig te zijn. Zoals Nina Pierson in haar boek Mama'en opmerkt, moeten moeders in zekere zin ook zelf geboren worden. Het moederschap is een soort wedergeboorte.
De jonge moeders die dachten dat hun baby een existentiële oplossing zou zijn, raken volledig gedesillusioneerd. Zo wilde de pittige Perla graag een gezin vormen en belt ze de vader terwijl ze met haar kinderwagen wanhopig de straten naar hem afspeurt. De nerveuze Julie gaat behoorlijk gebukt onder de spanning van alle nieuwe uitdagingen van het moederschap. Ze worden op de proef gesteld.
Een bijzonder aangrijpende rol is weggelegd voor Rianne, die voor een duivels dilemma komt te staan: moet ze haar dochter zelf opvoeden in barre omstandigheden of haar afstaan aan een veilig pleeggezin? Arianne is zich ervan bewust dat ze haar kind maar weinig te bieden heeft en zelf nog niet klaar is voor het moederschap, maar ze moet een weloverwogen keuze zien te maken terwijl haar eigen gemankeerde moeder het kind juist dolgraag wil houden en haar wanhopig beterschap belooft.
Hoewel de film draait om de groep van vijf jonge moeders in het opvangtehuis, zijn er geen geforceerde scènes waarin ze gezamenlijk picknicken of waarin het moederhuis wordt neergezet als een verlossende Moeder Teresa. Het moederschap gaat met vallen en opstaan. Eigenlijk is er maar één moment waarop ze als groep compleet zijn. De film schetst persoonlijke portretten, maar toont ook momenten waarop ze elkaar steunen. Dat zijn krachtige momenten.
Door hun zwangerschappen borrelt er vlammend oud zeer van hun eigen familiesituaties op (in het geval van de verloren Jessica is dit absoluut een understatement), waardoor de jonge moeders heftige confrontaties aangaan. Het zijn confrontaties die misschien pas na een paar jaar verstandig zouden zijn geweest, maar tegelijkertijd is het is zó begrijpelijk dat ze duidelijkheid willen scheppen. Hun eigen gemoedsrust beschermen is niet hun grootste drijfveer, maar daarom is het tehuis voor jonge moeders juist zo'n sterke basis waarop ze kunnen terugvallen. Achter hun eigenwijze houding schuilt een diep verlangen naar veiligheid en verbinding.
Dat er in Jeunes Mères weinig gebruik wordt gemaakt van kunstlicht, benadrukt de kille en kale werkelijkheid: niet iedereen zweeft op een grote roze wolk als hij met een baby zit te tutten. Omdat de vrouwen zelf nog zo jong zijn, vraagt deze nieuwe verantwoordelijkheid veel van ze. Overspoeld door zorgen volgen ze soms werktuiglijk de aanwijzingen van de kraamhulp: mutsje op, sokken aan.
De actrices zijn ontzettend meeslepend als adolescenten die het soms zwaar te verduren krijgen en soms zichzelf nog in de chaos storten. Het spanningsveld is van begin tot eind scherp voelbaar, waardoor je voortdurend je hart vasthoudt. Zullen ze door hun demonen ontsporen of manoeuvreren ze behendig door een ijzingwekkende werkelijkheid zoals de Vlaamse schrijfster Lize Spit ooit deed, weg uit een grimmig dorp met alcoholverslaafde ouders? Weten ze zichzelf bij de haren uit de modder te trekken? Doorbreken ze hun oude patronen? Het is de verdienste van de gloedvolle actrices dat je niets liever voor ze wenst.