Begin jaren dertig vestigden acht Europeanen zich op de Galapagoseilanden. Sommigen ontvluchtten de oorlogsdreiging op hun eigen continent, anderen zochten roem of herstel van ziekte, maar allemaal verlangden ze naar een nieuwe start. De avonturiers waren verdeeld in drie groepjes: een arrogant, idealistisch koppel, een naïef echtpaar met hun tienerzoon en een barones die zich liet beminnen door twee jonge mannen. Regelmatig werden verslagen naar Europese kranten gestuurd en op een gegeven moment meerde zelfs een cameraploeg aan om de korte film The Empress of Floreana op te nemen. Uiteraard met de theatrale barones in de hoofdrol.
Noah Pink en regisseur Ron Howard schreven een script dat gebaseerd is op de vaak tegenstrijdige getuigenissen van de eilandbewoners. De gaten in het relaas zijn opgevuld met smeuïge verbanden en confrontaties, maar de meeste gebeurtenissen in Eden berusten op feiten. Het is goed om dat voor ogen te houden bij het kijken van deze film, want als dit pure fictie was, dan zou je de schrijvers wellicht beschuldigen van een veel te pompeus en vergezocht verhaal. Het besef dat Eden de werkelijkheid als achtergrond heeft, vergroot de acceptatie en appreciatie van het getoonde aanzienlijk.
Want het knetterde behoorlijk op Floreana. Dr. Friedrich Ritter, die zich als eerste op het eiland vestigde om een boek te schrijven over hoe de mensheid zichzelf moet redden, haalt zeer vrijelijk Nietzsche aan wanneer hij beweert dat je je buurman niet lief moet hebben, maar zoveel mogelijk moet vermijden. "De dierlijke instincten zijn de innerlijke waarheid." Hij en zijn partner (noem haar vooral niet zijn vrouw) minachten de nieuwkomers en ook tussen de andere groepjes en individuen botert het totaal niet. Irritaties, misleiding en wisselende allianties leiden tot gevaarlijke confrontaties, zeker wanneer er vuurwapens in het spel komen.
Eden gaat over een minuscule gemeenschap die in de wildernis ontstaat en ook weer uiteen dreigt te vallen. De film onderzoekt vragen over beschaving, eigenaarschap, verantwoordelijkheid, groepsdynamiek en omgang met de natuur, maar is niet zo allegorisch als Lord of the Flies of Heart of Darkness. De protagonisten en gebeurtenissen zijn dik aangezet, maar ze hoeven niet per se symbolisch opgevat te worden. Eden is meer een dramatische reconstructie dan een filosofische studie of morele vertelling over de mens, al hoeft dat elkaar niet uit te sluiten. Als er andere personen op het eiland hadden gewoond, dan waren de verhalen anders geweest.
De sterrencast die Ron Howard bij elkaar verzamelde, zet de personages flink gechargeerd neer. Dit werkt regelmatig op de lachspieren, zeker in combinatie met het Duitse accent dat de acteurs zich met wisselend succes probeerden eigen te maken. Met name Ana de Armas als de barones is het tegenovergestelde van subtiel, maar dat past natuurlijk ook prima bij haar personage. Deze diva heeft als mantra 'Ik ben de belichaming van perfectie' en de Armas brengt het met verve. Ook de andere rollen worden behoorlijk ongenuanceerd ingevuld, wat soms wél werkt (Jude Law als de verbitterde Friedrich) en soms niet (Daniel Brühl als de ijverige echtgenoot).
Eden ziet er bepaald niet uit als de lieflijke hof van Eden. De film is opgenomen in Australië, dat blijkbaar prima als het onherbergzame Galapagos kan doorgaan. De vulkanische rotsen en tropische begroeiing ademen verrotting en dood. Kadavers van zeeleguanen worden door krabben aangevreten op het strand en aasvogels cirkelen onheilspellend door de lucht. Het zijn mooie beelden.
Het is wel een beetje vreemd dat de gesloten conservenblikken, die in het verhaal enkele keren van eigenaar wisselen, overduidelijk leeg zijn en nagelschaartjes met een gebogen lemmet nog niet bestonden. Eden moet je vooral niet te serieus nemen, maar of dat Howards bedoeling was...