'One Battle After Another': spannend, absurd, grappig, politiek en geweldig
Recensie

'One Battle After Another': spannend, absurd, grappig, politiek en geweldig (2025)

Paul Thomas Anderson graaft diep in een vader-dochterrelatie en schoffeert het rechtse blok met politieke 'The Searchers'-pastiche.

in Recensies
Leestijd: 4 min 3 sec
Update:
Regie: Paul Thomas Anderson | Scenario: Paul Thomas Anderson | Cast: Leonardo DiCaprio (Bob Ferguson), Sean Penn (Steven J. Lockjaw), Chase Infiniti (Willa Ferguson), Benicio del Toro (Sergio St. Carlos), Teyana Taylor (Perfida), Regina Hall (Deandra), Starletta DuPois (Jennie), e.a.| Speelduur: 162 minuten | Jaar: 2024

Er zijn maar weinig regisseur-scenaristen van wie élke film een schot in de roos is. Denk aan Akira Kurosawa, Billy Wilder, Stanley Kubrick, Martin Scorsese, Denis Villeneuve en Christopher Nolan. In dat rijtje hoort Paul Thomas Anderson zeker thuis. Met de politieke satire One Battle After Another voegt hij een nieuwe parel aan zijn oeuvre toe. De film is zo meeslepend en gelaagd dat je nauwelijks merkt dat hij honderdzestig minuten duurt.

De linkse revolutionair Bob Ferguson, ook bekend als Ghetto Pat, sluit zich aan bij de radicale actiegroep French 75 - vernoemd naar de explosieve cocktail - onder leiding van de wilde, ontembare en uitgesproken seksuele Perfida. Hij valt voor haar, en samen beginnen ze een hartstochtelijke relatie. Tijdens een bevrijdingsactie van migranten uit een detentiekamp vernedert Perfida kolonel Steven J. Lockjaw, die daar een seksuele kick aan beleeft. Vanaf dat moment probeert hij haar te domineren en meent hij daarin te slagen. Later krijgen Bob en Perfida een dochter, Willa, maar Perfida weigert de rol van moeder op zich te nemen.

Zestien jaar later zorgt alleenstaande vader Bob voor tiener Willa. Al die tijd was hij een slapende revolutionair die zijn dagen vulde met drank, drugs en het kijken naar oude filmklassiekers over revoluties zoals Battle of Algiers. Wanneer Lockjaw opduikt, laait de dreiging weer op. Hij wil toetreden tot een club van blanke supremacisten die de Kerstman aanbidden. Om zijn lidmaatschap niet te verspelen, moet Lockjaw alles doen om elk bewijs van seksueel contact met een zwarte vrouw uit te wissen. Hij organiseert een razzia en trekt met een militie naar de plek waar Bob en Willa zich verschuilen.

PTA is een intelligente filmmaker die zich niet laat vastpinnen op één genre, telkens iets nieuws uitprobeert en streeft naar originaliteit en gelaagdheid. One Battle After Another is in dat opzicht geen uitzondering op zijn eerdere meesterwerken, al deelt de film nog wel de uitgesproken jarenzeventigvibe met Licorice Pizza. Dit keer toont Anderson zich echter nadrukkelijk politiek geëngageerd. Hij liet zich inspireren door Vineland, de absurdistische thriller van Thomas Pynchon - van wie hij eerder Inherent Vice verfilmde - maar na zijn bewerking bleven slechts enkele elementen over.

Andersons film speelt zich af in het heden en toont herkenbare situaties uit de huidige VS, maar verwijst visueel en inhoudelijk naar de jaren zeventig. De look doet in de tweede helft denken aan de neowestern Vanishing Point (1971), maar dan gesatureerd, terwijl French 75 een reïncarnatie lijkt van de linkse actiegroep Weather Underground die rond 1970 flink van zich liet horen. Het geheel voelt dus tegelijk retro en modern: alsof de tijd heeft stilgestaan en niets is veranderd. Een cruciale scène, waarin Ferguson een code niet meer weet, onderstreept die tijdthematiek nog eens extra.

Cinefiel Anderson greep uiteraard ook terug naar politieke films uit de vroege jaren zeventig, zoals de destijds controversiële manifesten The Strawberry Statement (1970) van Stuart Hagman en Punishment Park (1971) van Peter Watkins. Tegelijkertijd koos hij voor de western, met The Searchers als opvallend model. Het is heus geen toeval dat de slotsequentie zich afspeelt in Monument Valley en dat er duidelijke parallellen zijn tussen Lockjaw en het John Wayne-personage Ethan Edwards. Bovendien werd One Battle After Another net als The Searchers opgenomen in het VistaVision-formaat.

De film is zo rijk dat je er uren mee bezig kunt zijn. Op één niveau is het een bijna freudiaans sprookje over een kind dat gevangen zit tussen twee superego's: de ene radicaal links, de andere radicaal rechts en extreem racistisch. Op een ander niveau is het de zoektocht van een gedesillusioneerde vader die de weg kwijt is, maar zijn laatste stukje menselijkheid - zijn dochter - wil terugvinden. En in weer andere laag werkt de film als allegorie over moegestreden links dat het moet opnemen tegen dom extreemrechts en racisme.

Klinkt dit allemaal wat overdramatisch, dan zorgt Anderson voor de nodige relativering. One Battle After Another is als satire ook rijk aan humor. Leonardo DiCaprio is de geestigheid zelve als Andersons versie van The Dude - kamerjas inbegrepen - en Sean Penn verdient een medaille voor zijn vertolking van de meest afgrijselijke en pathetische racist in jaren, als moderne Ethan Edwards. Hij kan niet eens behoorlijk lopen, alsof zijn revolver in zijn achterwerk steekt.

Het valt te betwijfelen of de hele de VS zal omarmen. De zeer originele auto-achtervolging ten spijt, is dit duidelijk geen werk dat in de smaak valt bij fundamentalistische, extreemrechtse toeschouwers die geen enkele voeling hebben met migranten en andersdenkenden. Paul Thomas Anderson legt na een reeks fantastische, maar relatief brave films eindelijk zijn volle gewicht in de schaal. Hopelijk wordt hij daarvoor niet gecanceld.