Flypaper
Recensie

Flypaper (2011)

Komedievariant van bankovervalthriller schiet zo nu en dan uit de bocht maar biedt voldoende vertier.

in Recensies
Leestijd: 2 min 27 sec
Regie: Rob Minkoff | Cast: Patrick Dempsey (Tripp), Ashley Judd (Kaitlin), Tim Blake Nelson (Peanut Butter), Pruitt Taylor Vince (Jelly), John Ventimiglia (Weinstein), e.a. | Speelduur: 87 minuten | Jaar: 2011

De schrijvers van The Hangover en de regisseur van kinderfilms als The Lion King en Stuart Little sloegen de handen ineen voor een absurdistische bankovervalfilm. Het uitgangspunt is simpel: wat gebeurt er als twee teams van overvallers tegelijk dezelfde bank overvallen? Het resultaat is vermakelijk, maar ondanks de prima cast helaas ook wat onevenwichtig.

De door getallen geobsedeerde Tripp loopt rond sluitingstijd een bank binnen. Net op dat moment wordt de bank door twee verschillende bendes overvallen. De ene bende bestaat uit drie gemaskerde professionals, de andere wordt gevormd door de hillbilly’s Peanut Butter en Jelly. Tripp zorgt ervoor dat de bendes zich elk op een ander segment van de bank storten. Ondertussen wordt het hele gebouw automatisch afgesloten waardoor de bendes en een aantal gijzelaars ingesloten raken. Een soort kat-en-muisspel volgt terwijl Tripp en bankbediende Kaitlin proberen te voorkomen dat ze verliefd op elkaar worden.

Het scenario heeft een leuk uitgangspunt, maar van de schrijvers van de succeskomedie The Hangover verwacht je scherpere grappen. De twee hillbilly’s zijn zo oliedom dat ze wat vreemd afsteken bij de rest van de personages. Deze hebben weliswaar ook hun rare trekjes maar lijken in ieder geval niet rechtstreeks weggelopen uit een slapstickfilm à la Laurel & Hardy. Aan de plottwisten lijkt in het laatste deel van de film geen einde te komen. Ook wat dat betreft gaan de schrijvers en regisseur Rob Minkoff hier en daar een stapje te ver.

Visueel is de film in orde, maar hij weet niet het niveau te halen van de echte klassiekers in dit genre. Daarvoor zijn de cinematografie en het productiedesign te saai (nagenoeg de hele film speelt zich af in een weinig inspirerende bank) en de montagesnelheid te onregelmatig: dan weer zijn scènes heerlijk rap gemonteerd, maar enkele minuten later zijn de shots weer net te lang of gewoon niet lekker gesneden.

Hoewel de niet zo snuggere Peanut Butter en Jelly enigszins misplaatst zijn in een film als deze vertolken Tim Blake Nelson en Pruitt Taylor Vince het duo op geniale wijze. De door Grey's Anatomy uitgegroeide hunk Patrick Dempsey had de lastige taak om Tripps lichtgestoordheid geloofwaardig neer te zetten, maar het personage tegelijkertijd normaal genoeg te houden om hem als protagonist interessant te houden. Het lukt hem heel aardig, maar wel dankzij Ashley Judd die alle absurditeit enigszins kan relativeren en ondanks haar drieënveertig jaar nog altijd voor vrouwelijk schoon kan doorgaan.

Flypaper werd voor een schijntje (vijf miljoen dollar) gemaakt. Dit was mogelijk omdat echte sterren ontbreken en vrijwel de hele film zich dus afspeelt in één gebouw. Met dat in gedachten leveren de makers knap werk. De film is voldoende onderhoudend, maar tot meer dan een tussendoortje zal hij niet uitgroeien. Daarvoor ontbreekt het op te veel fronten aan kwaliteit en originaliteit.