Asterix en Obelix: de Romeinse Lusthof
Recensie

Asterix en Obelix: de Romeinse Lusthof (2014)

De twee bekendste Galliërs zijn voor het eerst digitaal geanimeerd in de bioscoop te bewonderen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 44 sec
Regie Alexandre Astier, Louis Clichy | Cast (stemmen): Laus Steenbeeke (Asterix), Bas Keijzer (Obelix), e.a. | Speelduur: 86 minuten | Jaar: 2014

In stripboeken en op het witte doek hebben de olijke Galliërs inmiddels al talloze avonturen beleefd. Noem het gemakzucht of misschien juist de charme, maar aan de formule wordt zelden gerommeld: onder leiding van Julius Caesar broeden de snoeverige Romeinen op wereldverovering, maar de woeste, eigenwijze Galliërs zijn ze telkens de slim af. Er wordt op everzwijnen gejaagd, geknokt, volop toverdrank gedronken, nog wat meer geknokt en de valse bard eindigt steevast vastgebonden aan een boom. Ook in Asterix & Obelix 3D: de Romeinse Lusthof komen alle vaste ingrediënten weer terug, maar de film bevat eveneens een primeur: het is namelijk de eerste in de franchise die digitaal werd geanimeerd.

De meest verstokte Asterix & Obelix-fans kunnen echter opgelucht ademhalen, zo’n heel rigoureuze gedaantewisseling blijkt de overstap naar digitale animatie niet te zijn. Albert Uderzo’s vertrouwde vormgeving van de personages en omgevingen blijft grotendeels intact, maar in de computergegenereerde omgevingen ziet alles er net even wat fraaier en verzorgder uit. Sterker nog, voor een kleine productie uit Frankrijk doet de film van Astier en Clichy nauwelijks onder voor de internationale standaard, 3D-effecten incluis.

Wel zal het voor fans van de live-actionfilms even wennen zijn dat Gérard Depardieu – die met zijn vijfenzestig jaar ook weleens op pensioen mocht – niet komt opdraven. Ook de Nederlandse nasynchronisatie werd minder groots aangepakt. De vorige keer werd een blik bekende Nederlanders opengetrokken zoals Youp van ’t Hek en Beau van Erven Dorens, maar de nieuwe Nederlands/Vlaamse stemmencast levert goed werk. Met name Bas Keijzer blijkt een prima vondst voor lobbige goedzak Obelix.

Het verhaal vormt een geinig beginnerslesje in marktwerking en kapitalisme voor een jong publiek. In plaats van de Galliërs met geweld te bevechten besluit Julius Caesar om een gigantische toeristische trekpleister te bouwen vlak naast het Gallische dorp. Binnen de kortste keren wordt het dorp overspoeld met toeristen. De ruige, verwilderde identiteit van de plaatselijke bevolking maakt al gauw plaats voor die van opportunistische marktkooplui die volledig meegaan in de trends van de moderne stedelingen. Leuk om te zien is dat de concurrentiestrijd tussen de plaatselijke smid en visboer daarmee nog heviger wordt. Voor je het weet vliegen de hamers en rotte vissen over en weer op het marktplein.

Gezien de keuze voor een animatiefilm is het niet verwonderlijk dat de humor dit keer een wat hoger cartoongehalte heeft en zich voornamelijk richt op de jongere generatie. Denk aan het schreeuwerige soort waarbij slowmotioneffecten en honden die in het achterwerk van Romeinen bijten vaak het toppunt zijn. Maar ook voor de volwassen kijker komen hier en daar gelukkig nog wat amusante stukjes over bureaucratische rompslomp voorbij, met bijvoorbeeld de slavenarbeiders – toch een gevoelig onderwerp in deze tijd – die continu in discussie gaan over hun arbeidsvoorwaarden of werkethiek.

Al met al lijkt de franchise in elk geval een goede richting in te slaan met deze animatiefilm. Hoewel de film niet veel nieuws of bijzonders te bieden heeft, is de animatie verzorgd en blijven de makers trouw aan het bronmateriaal door niet al te veel aan de formule te morrelen. Met de grappen mogen de schrijvers volgende keer nog iets origineler aan de slag gaan, maar de basis is gelegd.