300: Rise of an Empire
Recensie

300: Rise of an Empire (2014)

Met voldoende actie is dit langverwachte vervolg op 300 vermakelijk, maar wel meer van hetzelfde.

in Recensies
Leestijd: 3 min 5 sec
Regie: Noam Murro | Cast: Sullivan Stapleton (Themistokles), Eva Green (Artemisia), Lena Heady (Gorgo), Hans Matheson (Aeskylos), Rodrigo Santoro (Xerxes) e.a. | Speelduur: 103 minuten | Jaar: 2014

In 2007 verscheen Zack Snyders 300 in de bioscopen. Mede door zijn kenmerkende visuele stijl werd de film een enorme hit en direct opgenomen in de popcultuur. De film was een bewerking van de gelijknamige strip van Frank Miller, die zich op zijn beurt liet inspireren door de slag om Thermopylae in het jaar 480 voor Christus. Zeven jaar later is er het vervolg, wederom gebaseerd op het werk van Miller. Zijn nog te verschijnen comic ‘Xerxes’ draait om de historische zeeslag om Artemisium, die volgens de geschiedenisboeken rondom de opstand bij Thermopylae plaatsvond.

De kracht van 300 was niet zozeer het verhaal, maar de gestileerde manier waarop het werd verteld. Rise of an Empire is echter een grootser verhaal. Niet alleen qua strekking - de gebeurtenissen spelen zich zowel voor, tijdens als na 300 af - maar er staat ook meer op het spel. Deze keer strijden de legers niet alleen voor zichzelf, maar voor grotere idealen als democratie en een verenigd Griekenland. Het blijft echter bij oppervlakkige retoriek, en er is dan ook niets dat niet opgelost kan worden met een goede speech. Of het nu om afgematte troepen of een verdeelde senaat gaat, een opzwepende toespraak over de schoonheid van moeder Griekenland – geuit door Amerikaanse, Britse en Australische acteurs in minstens zoveel accenten – krijgt de neuzen weer dezelfde kant op.

Aanvoerder van het Griekse leger is Themistokles. Als militair annex politicus met een toekomstvisie voor zijn land inspireert hij zijn mannen met meer dan alleen glorie op het slagveld. Het is een minder schreeuwerige rol dan Gerard Butlers koning Leonidas, maar die gaf 300 nog een eigen gezicht. De rol van Stapleton blijft onopvallend. In plaats van klinkende spierballentaal moet hij het doen met patriottistische dialogen. Een populaire soundbyte als “This is Sparta!” zal Rise of an Empire niet opleveren. Meer in haar element is Eva Green. Als de wraakzuchtige commandant van de Perzische vloot is ze een verademing tussen de mannelijke cast. Artemisia kijkt niet op een lijk meer of minder, zelfs als dat van haar eigen ondergeschikten is. Zonder pardon hakt ze het hoofd van een falend bemanningslid eraf en kust het innig voordat ze het overboord gooit. De rol is over de top en Green schept er zichtbaar plezier in.

Wat betreft het spektakel doet Rise of an Empire niet voor zijn voorganger onder. Ook al speelt deze slag zich af op volle zee, en proberen de twee partijen het aanvankelijk op tactiek van elkaar te winnen, het bloedvergieten is er niet minder om. Met name de openingsscène, waarin Themistokles zich door een leger Perzen heen vecht, hakt er letterlijk goed in. De actie maakt deze keer minder gebruik van de slowmotiontechniek die in het eerste deel zo nadrukkelijk aanwezig was, maar is daardoor niet minder kinetisch. Het spektakel wordt nog eens extra aangezet door de 3D-effecten. Het zeewater en bloed spetteren tegen de camera. Het is een gimmick, maar wel één die past bij de visuele stijl.

Uiteindelijk vervalt de film in herhaling. Het script, medegeschreven door Snyder nadat hij van de regieklus moest afzien, bevat veel aandacht voor details die dit vervolg met zijn voorganger verbinden. Dat maakt Rise of an Empire een prima tegenhanger van 300, maar het valt erg op dat hij er weinig aan toe te voegen heeft. De strekking van het verhaal mag dan groter zijn, de gebeurtenissen blijven oppervlakkig en hebben meer weg van een herhalingsoefening dan een daadwerkelijke voortzetting. Het einde wijst echter op een vervolg en de historische evenementen die op de slagen om Thermopylae en Artemisium volgden, bieden daar in ieder geval genoeg stof voor.