Hoe Duur Was de Suiker
Recensie

Hoe Duur Was de Suiker (2013)

Groots opgezette productie oogt fraai, maar het vriendschapsdrama tussen de twee vrouwelijke hoofdpersonages vraagt om meer verdieping.

in Recensies
Leestijd: 2 min 33 sec
Regie: Jean van de Velde | Cast: Gaite Jansen (Sarith), Yootha Wong-Loi-Sing (Mini-Mini), Kees Boot (Julius), Yannick van de Velde (Rutger le Chasseur), Benja Bruijning (Nathan), e.a. | Speelduur: 120 minuten | Jaar: 2013

Regisseur Jean van de Velde en zijn productieteam hebben zich met de verfilming van Hoe Duur Was de Suiker aan een ambitieus project gewaagd. De slavernijroman van schrijfster Cynthia McLeod is met ruim honderdduizend verkochte exemplaren het best verkochte boek in Suriname ooit. Begrijpelijk, want het boek werpt een licht op een bewogen hoofdstuk uit de koloniale geschiedenis: de suikerperiode, een tijd waarin slaven in de brandende zon op het land ploeterden voor de blanke plantage-eigenaren. De verfilming is op zijn beurt groots opgezet en oogt fraai, maar het vriendschapsdrama tussen de twee vrouwelijke hoofdpersonages vraagt om wat meer verdieping.

Het is 1747. Sarith is een dochter in een rijke familie en woont op een plantage net buiten Paramaribo. Ze onderhoudt een vriendschappelijke band met haar huisslavin Mini-Mini, die boven alles wil dat haar meesteres gelukkig is. Als Sariths toekomstige echtgenoot op een dag besluit om naar Europa te vertrekken, stort haar wereld aanvankelijk in. Haar angst om alleen achter te blijven (“Je wilt toch geen oude vrijster worden?”) wordt daarmee bewaarheid. Wanhopig en egoïstisch als ze is, deelt ze met de één na de andere man het bed, in de hoop haar ware liefde te ontmoeten. Maar zonder succes. Mini-Mini ziet hoe haar meesteres tegenslag op tegenslag te verwerken krijgt en mettertijd doodongelukkig wordt. Bovendien begint Sarith zich steeds agressiever te gedragen richting haar familie en vrienden. De vraagt rijst: hoever wil Mini-Mini gaan om haar meesteres gelukkig te maken?

Jean van de Velde kiest ervoor om, anders dan in de roman van Cynthia McLeod, het verhaal vanuit het perspectief van Mini-Mini te vertellen. Een gewaagde keuze, die gedeeltelijk goed uitpakt. Voornamelijk in het begin en aan het einde van de film is het huisslavinpersonage inzichtelijk, omdat ze op die momenten haar gedachten middels een voice-over deelt. Maar in het middenstuk verdwijnt Mini-Mini bijna helemaal naar de achtergrond en staat het personage Sarith centraal. Die verschuiving van perspectieven creëert onbedoeld een afstandelijkheid tussen de twee vrouwelijke hoofdpersonages. Om die reden wordt het vriendschapsdrama tussen de blanke en haar slavin zelden invoelbaar. De twee delen simpelweg te weinig (sleutel)scènes waarin de verdieping wordt opgezocht.

Bewonderingswaardig is wel dat Gaite Jansen haar onsympathieke personage nog iets meelijwekkends weet mee te geven. Samen met Kees Boot verzorgt zij dan ook de sterkste scènes in de film. Ze staan in schril contrast met de soms wat kneuterige beginscènes die te lijden hebben onder houterig acteerwerk en stroperige dialogen. Desalniettemin is Hoe Duur Was de Suiker voor het oog een fraaie productie, waarbij zichtbaar veel moeite is gedaan om een authentiek beeld van het Suriname van 1747 op te roepen. De decors, de aankleding en de shots van de suikerplantages zien er natuurgetrouw uit; een groot deel van de dialogen wordt zelfs in het Sranan-Tonga gevoerd. Nederlandse ondertiteling is meegeleverd.



Lees ook het interview met regisseur Jean van de Velde.