Pitch Perfect
Recensie

Pitch Perfect (2012)

Een muzikale komedie met duidelijke pieken en dalen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 21 sec
Regie: Jason Moore | Cast: Anna Kendrick (Beca), Skylar Astin (Jesse), Brittany Snow (Chloe), Rebel Wilson (Fat Amy), e.a. | Speelduur: 112 minuten | Jaar: 2012

Vaak zet een openingsscène de toon voor de rest van de film. Het is maar goed dat dat bij Pitch Perfect niet het geval is. De muzikale komedie trapt af met een aanstellerige a-capellawedstrijd waarbij een groep troela’s zichzelf diskwalificeert doordat de hoofdzangeres het podium onderkotst. Niet grappig, niet leuk; je wil de bioscoopzaal uit rennen. Maar wie zichzelf toch dwingt om te blijven zitten, zal zich daarna bij vlagen nog aardig kunnen vermaken.

Na de wanstaltige opening springen we vooruit in de tijd. De zingende studentes zijn aan het eind van hun Latijn, totdat nieuwkomer Beca - een wat stoerder en ruiger type - een frisse wind door de groep laat waaien met moderne pop- en dancemuziek. De ‘Barden Bellas’, zoals de dames zich noemen, moeten het gaan opnemen tegen andere studenten. En natuurlijk raakt Beca verliefd op de jongen die eigenlijk haar aartsrivaal zou moeten zijn. Nogal een vermoeiend clichéverhaal dus. Toch heeft deze komedie zijn momenten.

Pitch Perfect werd gebaseerd op een boek van Mickey Rapkin, zelf een a-capellazanger. Het hoeft geen raadsel te zijn welke gedeeltes in de film zijn idee waren, en waar scenariste Kay Cannon de vrije hand had. Het zijn met name de geestige dialogen en absurdistische vondsten van Cannon die deze film nog best te verteren maken. Cannon schreef eerder mee aan de televisieserie 30 Rock en dat type humor is ook hier regelmatig terug te vinden. Gevatte opmerkingen, korte bizarre wendingen en een licht satirische toon tillen deze komedie boven de middenmoot uit. Zonde dat die vorm niet consequent wordt doorgezet.

Pitch Perfect lijkt de draak te steken met de plastic wereld van de talentenshows en films als High School Musical, maar is in zijn zangsequenties net zo goed een verheerlijking daarvan. Zodra een groep jongens of meiden weer een muzieknummer inzet, valt alle humor weg. Opeens kijken we dan niet meer naar een satire, maar naar een onvervalste videoclip met ritmische montage en zwierige camerabewegingen. Hoe je het ook wendt of keert, die twee vormen passen niet bij elkaar.

Het is jammer dat de spottende toon niet gewoon de hele film wordt aangehouden, want de muzikale intermezzo’s schreeuwen erom. Het vergt veel te veel inlevingsvermogen om te geloven dat groepen jongeren midden in de nacht op een verlaten terrein tegen elkaar strijden met popliedjes. Met agressieve en meer persoonlijke rapbattles werkt dat wel, getuige 8 Mile. Maar vervang Eminem door de hits van David Guetta en Salt-n-Pepa en het wordt tenenkrommend. Net als bij de opening moet de kijker het geduld opbrengen om zulke pijnlijke scènes uit te zitten. Wie dat er voor over heeft, wordt in de overige scènes beloond met een aanstekelijk geschreven scenario.