Recensie

Manglehorn (2014)

Manglehorn is getekend door het leven en de liefde. Al Pacino en Holly Hunter in prachtrollen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 40 sec
Regie: David Gordon Green | Cast: Al Pacino (A.J. Manglehorn), Holly Hunter (Dawn), Chris Messina (Jacob Manglehorn), e.a. Speelduur: 97 minuten | Jaar: 2014

Verbittering is een understatement als je de oude slotenmaker A.J. Manglehorn zou moeten omschrijven. Over zijn vrouw die hem jaren geleden verliet is hij nog steeds niet heen. De hakkenbar die Manglehorn bestiert in een klein Amerikaans plaatsje zorgt nog voor enige afleiding, al heeft Manglehorn duidelijk niet zijn dag. Er gaat van alles mis, een lamp die na vervanging er gelijk weer de brui aan geeft of een ondankbare latina die haar eigen kind heeft ingesloten en door Manglehorn uit de auto bevrijd moet worden. Het lijkt haast tekenend voor het leven van de zonderlinge man, die nog het meest hecht aan zijn kat. Maar ook zijn steun en toeverlaat zit het niet mee, want het beestje wil al dagen niet eten. Vrijdag is dag waarop Manglehorn zijn geld komt afleveren bij de plaatselijke bank die bekend staat om de gratis donuts en behulpzame baliemedewerkster Dawn. Met de charmante dame maakt Manglehorn altijd wel een praatje, maar een poging tot toenadering pakt de brombeer uiterst ongelukkig aan.

Manglehorn is het nieuwste project van filmmaker David Gordon Green, die we kennen van het ruwe coming-of-agedrama Undertow en bromance (tragi)komedies als Pineapple Express en Prince Avalanche. In dit drama probeert Gordon Green echter het leed en de tragiek van een gekwetste ziel te treffen, zonder er nou gelijk mee te dwepen. Al Pacino speelt de titelfiguur als een einzelgänger die getekend is door de liefde en door de vrouw die hem verliet en een etterende wond heeft achtergelaten. Ondanks deze wandaad blijft zij de vrouw langs wier lat alle anderen worden gelegd. Het hoe en waarom van deze verloren liefde wordt niet echt uitgelegd, maar het kan niet anders of de middenstander moet er zelf ook wel de hand in hebben gehad. De vraag is namelijk of Manglehorn tijdens zijn huwelijk een geheel andere man was of ook al de pessimist met de chronisch moeilijke persoonlijkheid. Maar Manglehorn heeft wel meer deuken op zijn ziel, wat duidelijk wordt in het contact met zijn eigen zoon. Zakenmannetje Jacob heeft zijn vader niet echt meer nodig en wil vooral heel graag tentoonspreiden hoezeer hij het, in tegenstelling tot zijn vader, wel heeft gemaakt in het leven en niet op een cent meer of minder kijkt.

Het hart van deze ietwat twijfelende persoonlijkheidsschets wordt gevormd door de pijnlijke interacties tussen Pacino en tegenspeelster Holly Hunter. Zij speelt Dawn die de liefde graag verwelkomt, misschien wel even verbitterd is, maar dan met een laagje glazuur in de vorm van eeuwigdurend geloof in het goede van de mens en optimisme. Tegenpolen die elkaar aan zouden moeten trekken, maar daar gaat het nu juist mis. De sterkste momenten van Manglehorn komen naar voren als zonneklaar is dat A.J. en Dawn niet alleen heel anders in het leven staan, maar ook nog eens een geheel andere taal spreken. De goede bedoelingen zijn er ongetwijfeld, maar het komt er vooral bij Manglehorn allemaal zo rottig uit. Dawn daarentegen is dan weer een vrouw die haast gekwetst lijkt te willen worden, omdat het in ieder geval duidt op het intermenselijke contact waar ze zo naar verlangt. Gordon Green blinkt uit in het kenschetsen van dolende zielen, op zoek naar liefde en erkenning, maar ook naar hun eigen behoeftes en identiteit. Hij maakt schoonheidsfouten in vele bijzaken. De kat waarmee gezeuld wordt tot aan de operatietafel aan toe en zoon Jacob die zich in de nesten werkt en dan opeens pa wel nodig heeft. Ook de pogingen de persoonlijkheid van Manglehorn te nuanceren – hij is de ideale grootvader bijvoorbeeld, stranden omdat ze zo schril afsteken tegen het cynisme van de hoofdpersoon.

En dan is er nog de gekunstelde voice-over van Pacino die zich schrijvend richt tot de vrouw die hem verliet. Is hij toch een romanticus, maar die het verbaal allemaal zo slecht weet te uiten? Het blijft een raadsel, net als de kleine magisch-realistische speldenprikjes die Gordon Green uithaalt, of de vervreemdende kettingbotsing waarvan Manglehorn getuige is. Vaak pakken dit soort aaneenschakelingen van karakteruitdiepingen, ongelukkige ontmoetingen en onpeilbare motieven heel verfrissend en mysterieus uit, maar bij Manglehorn leidt het enkel tot frustratie en irritante vraagtekens. De uitstekend vertolkingen van Pacino en Hunter overigens ten spijt, maar met dit diffuse scenario konden zij er ook niet meer van maken.