Recensie

Chips (2017)

Remake van de gelijknamige misdaadserie rondom de Californische motorpolitie mikt vooral op onderbroekenlol.

in Recensies
Leestijd: 2 min 59 sec
Regie[/i] Dax Shepard | [b]Cast: Michael Peña (Frank 'Ponch' Poncherello), Dax Shepard (Jon Baker), Jessica McNamee (Lindsey Taylor), Adam Brody (Clay Allen), Ryan Hansen (Brian Grieves), Kristen Bell (Karen), Vincent D'Onofrio (Vic Brown), Rosa Salazar (Ava) e.a. | Speelduur: 100 minuten | Jaar: 2017

Naast de reboot van de populaire tienerserie Power Rangers is er deze week nog een andere televisieserie van weleer die een terugkeer vindt op het witte doek. Waar de nieuwe versie van Power Rangers zichzelf serieuzer neemt dan het bronmateriaal ooit bedoelde, kiest Chips juist voor de tegenovergestelde richting. De gelijknamige misdaadserie rondom twee Californische motoragenten, die in de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig zes seizoenen op de televisie te zien was, krijgt een uiterst melige bewerking voor de bioscopen. Zowel de regie als het script komt uit de koker van Dax Shepard, die eveneens een van de hoofdrollen voor zijn rekening neemt.

Zoals in de meeste komische politiefilms het geval is, vormen twee tegenpolen het centrale duo. De roekeloze FBI-agent, gespeeld door Michael Peña, wordt na een niet helemaal volgens de boekjes verlopen missie onder de naam Frank 'Ponch' Poncherello ondergebracht bij de motorpolitie om een corrupte diender op te sporen. Tijdens zijn speurtocht wordt hij gekoppeld aan de grootste minkukel van het korps, de door Shepard gespeelde Jon Baker. De aan lager wal geraakte motorcrosser probeert een carrièreswitch te maken naar politieagent in een laatste poging zijn volledig ontspoorde huwelijk uit het slop te trekken.

Het uitvergroten van de verschillen tussen de twee agenten biedt dan ook de meeste lol die de film te bieden heeft. Baker is de welwillende sul die de conflicten tussen de twee tot in het vermoeiende wil bespreken, Ponch de machoman die daar niks van moet hebben, maar tegelijkertijd een enorme kluns is op de motor. De leukste scènes vloeien voort uit het gegeven dat waar Ponch zijn taken als motoragent volledig links laat liggen om zich te richten op de zoektocht naar de corrupte agent, zijn partner de regels juist tot in het extreme probeert na te leven om zijn nieuwe baantje te mogen behouden. Hoogtepunt is het moment waarop er een letterlijk touwtrekgevecht ontstaat op de snelweg, met een bejaarde verkeersovertreder als lijdend voorwerp.

Waar de tv-serie van vroeger omschreven staat als een 'licht drama met komische invloeden', stort Shepard zich dus volledig op dat laatste. Dat zo'n aanpak heel aardig kan uitpakken, bewezen Phil Lord en Christopher Miller niet lang geleden nog met 21 Jump Street, en het zo mogelijk nog grappigere vervolg 22 Jump Street. Het is duidelijk dat men met Chips eenzelfde succes voor ogen had, maar daarvoor schiet men op komisch vlak toch wat tekort. De chemie tussen Shepard en Peña is aardig en beide heren laten zien over een goed gevoel voor timing te beschikken. Veel van de R-rated grappen zijn echter net wat te gemakzuchtig en flauw, met name die rondom de seksverslaving van Ponch en de licht homo-erotische ongelukjes tussen het tweetal.

Bovendien komen de vele bijpersonages en de lopende corruptiezaak daarmee nooit echt uit de verf, aangezien veel moet wijken voor de bromance tussen de twee hoofdrolspelers. De zo nu en dan aardig uitgevoerde motorstunts maken hierbij wel wat goed, maar verder doet Chips te weinig om zich te onderscheiden van de middelmaat. Daarvoor mist het de slimme zelfspot en zelfbewustheid van een op het eerste gezicht overbodige reboot die 21 Jump Street wel zo scherp wist te brengen. Wie niet meer verwacht dan een paar keer te grinniken en wat stuntwerk te mogen aanschouwen, zal waarschijnlijk wel in zijn behoeftes voorzien worden. Maar meer ook niet.