Jan Sierhuis, Zelfportret
Recensie

Jan Sierhuis, Zelfportret (2017)

Het leven en werk van expressionistisch schilder Jan Sierhuis, in zijn eigen woorden.

in Recensies
Leestijd: 2 min 48 sec
Regie: Marte Visser | Cast: Jan Sierhuis | Speelduur: 81 minuten | Jaar: 2017

Op het eerste gezicht lijkt de titel Jan Sierhuis, Zelfportret een contradictie. Schilder Jan Sierhuis is namelijk het onderwerp van deze documentaire, maar heeft hem niet zelf gemaakt. Dat werk is gedaan door Marte Visser, die vele uren in zijn nabijheid doorbracht. Tijdens dit proces liet Sierhuis zich gewoon filmen, zonder enige invloed te hebben op hoe hij in beeld werd gebracht of de wijze waarop het vele beeldmateriaal later zou worden bewerkt. Het eindresultaat kun je aldus een portret noemen, maar geen zelfportret. Toch is de titel niet geheel onverdiend. Dat heeft alles te maken met de wijze waarop de documentaire is gemonteerd.

Grof gesteld zijn er drie methoden om een afgenomen interview uit te werken tot een leesbaar artikel. De eerste (en meest voorkomende) hanteert de vraag-antwoordstructuur: de vraag van de interviewer (meestal dikgedrukt) wordt gevolgd door het antwoord van de geïnterviewde. Bij de tweede methode vertelt de schrijver in het stuk over de geïnterviewde en illustreert dat verhaal met diens uitspraken. Tot slot is er het lange citaat: de antwoorden van de geïnterviewde worden zodanig achter elkaar geplaatst dat het oogt als een lange uitspraak waarin een goed te volgen verhaal wordt verteld. Dat deze laatste variant zo zeldzaam is, komt waarschijnlijk door de onzichtbaarheid van de interviewer. Waar hij zich in de eerste variant nog laat zien in de vragen en in de tweede middels de beschrijvingen, dient hij zich bij de laatste methode volledig weg te cijferen en enkel te werken met de uitspraken van de geïnterviewde.

Hoewel het voorgaande betrekking heeft op uitgeschreven interviews, blijkt het in zekere mate ook toepasbaar op portretterende documentaires. In Jan Sierhuis, Zelfportret heeft Visser de langecitaatmethode gehanteerd: vrijwel de gehele speelduur is alleen de oude kunstenaar aan het woord. Het is aannemelijk dat Sierhuis' uitspraken eigenlijk antwoorden zijn op door Visser gestelde vragen, maar omdat deze allemaal zijn weggeknipt, ontstaat een uitgebreide vertelling over zijn werk en leven vanuit de eerste persoon. Het is misschien niet exact een zelfportret, maar het komt aardig in de buurt, al was het maar omdat Sierhuis' uitspraken zich mooi laten combineren met beelden waarin hij zijn laatste zelfportret schildert. Het is dan ook uiterst spijtig dat Visser haar methode een moment volkomen onnodig loslaat voor een uiterst banale vraag aan zijn zoon: "Hoe is het nou eigenlijk om de zoon van Jan Sierhuis te zijn?" De zorgvuldige opgebouwde constructie verbrijzelt voor je ogen.

Deze misser kan echter worden gezien als een teken dat de rest van de documentaire aangenaam vormvast is. Door de montage vertelt Sierhuis op uiterst joviale wijze over zijn jeugd, de oorlogsjaren, zijn entree in de kunstwereld en zijn fascinatie voor de flamenco. En hoewel zijn verhaal niet enorm diep gaat, wordt door de lekker beperkte invalshoek ook niet bijster veel meer gepretendeerd dan simpelweg tachtig minuten luisteren naar wat deze kunstschilder zoal heeft meegemaakt. Geen 'talking heads' dus die moeten verkondigen hoe goed en invloedrijk Sierhuis' expressionistische schilderwerk wel niet is, en hijzelf steekt gelukkig ook niet al te veel zijn eigen loftrompet. Daarvoor beschikt hij sowieso over te veel relativeringsvermogen, zo wordt duidelijk wanneer hij tijdens een bezoek aan Spanje getuige is van een prachtige zonsondergang; hij staart ernaar met enorme verwondering, maar vertelt ondertussen dat dit aanzicht in geschilderde vorm natuurlijk pure kitsch zou zijn.