Recensie

Hunter Killer (2018)

Vermakelijk potje zeeslag in Russisch water. Voor de verandering houdt Gerard Butler zijn gierende testosteron eens in bedwang.

in Recensies
Leestijd: 3 min 47 sec
Regie: Donovan Marsh | Cast: Gerard Butler (kapitein Joe Glass), Michael Nyqvist (kapitein Andropov), Gary Oldman (Charles Donnegan), Common (John Fisk), Alexander Diachenko (president Zakarin), Michael Gor (admiraal Dmitri Durov), Toby Stephens (Bill Beaman), Carter MacIntyre (XO Brian Edwards), e.a. | Speelduur: 121 minuten | Jaar: 2018

Ze worden niet zo heel vaak meer gemaakt: films over de bemanning van een onderzeeër (het gebruik van het woord 'duikboot' is uit den boze - volgens kenners). Daarom is het misschien wel extra bijzonder dat in de laatste maanden van 2018 twee van zulke onderzeeërfilms komen bovendrijven. Voor het serieuzere dramawerk ben je (vermoedelijk) aan het juiste adres bij het in december te verschijnen Kursk van Thomas Vinterberg. Wie zich daarentegen liever vermaakt met een actieknaller waarbij de torpedo's je om de oren vliegen, doet er goed aan om een kaartje voor Hunter Killer te kopen.

Het klinkt misschien vreemd, maar er is iets razend spannend aan het feit dat mannen naar een bliepje op hun computerscherm staren. Of neem het omineuze geluid van een sonar, waarmee god-weet-wat in de diepte van de oceanen wordt gepeild. Zulke taferelen kennen we natuurlijk uit het vaak gekopieerde, maar nooit geëvenaarde Das Boot van de Duitse filmmaker Wolfgang Petersen. Ook Hunter Killer roept soms herinneringen op aan deze klassieker, want de makers betuigen maar wat graag hun eer met goedbedoelde knipogen.

Neem de scène waarin de jonge mariniers in de torpedokamer staan opgesteld en hun best doen om geen geluid te maken. Niet een naderende vijand, maar een mijnenveld met geluidssensoren is nu eens de boosdoener. Voorzichtig draait een van de mannen een rammelende bout vast, maar dan laat hij per ongeluk de moersleutel vallen...

Dit soort momenten verhogen de entertainmentwaarde van Donovan Marsh' oorlogsthriller aanzienlijk. Het verhaal draait om kapitein Joe Glass, die letterlijk met een helikopter uit de wildernis wordt opgepikt en een missie naar een gezonken vaartuig moet leiden. Hij heeft de militaire academie niet helemaal doorlopen, maar opereert puur op basis van zijn eigen intuïtie en ervaringen. De vooroordelenmachine in het hoofd van de filmkijker draait dan op de automatische piloot: Joe Glass zal wel weer zo'n roekeloze militair zijn, die telkens een luide oorlogskreet aanheft als hij de strijd aanbindt met zijn vijanden.

Wat een verademing om te zien dat het ook anders kan. Natuurlijk is Hunter Killer niet vrij van machismo, maar de mannen die zich onder het wateroppervlak bevinden, wekken toch de indruk beslissingen te nemen met hun hoofd in plaats van hun kloten. Complimenten aan Gerard Butler, die voor de verandering óók eens zijn gierende testosteron in bedwang weet te houden. Dat werpt zijn vruchten af, want door zijn beheerste optreden geef je als kijker tenminste nog wat om Glass en zijn manschappen.

Ondertussen ontstaat er gesodemieter aan de oppervlakte. Op buitenlands grondgebied vindt een militaire coup plaats, waardoor de president van Rusland acuut in gevaar komt. De Amerikaanse overheid is niet bepaald vrienden met deze meneer Zakarin, maar wanneer het conflict dreigt te ontaarden in een derde wereldoorlog, besluiten de hoge piefen om alsnog in actie te komen. Een Navy Seals-team onder leiding van een schmierende Toby Stephens - over macho's gesproken! - krijgt de opdracht om een reddingsmissie uit te voeren.

Hoe de twee verhaallijnen - onder en boven water - samenkomen, is zonde om te verklappen, maar de afwisseling tussen beide werkt goed. Als kijker heb je het gevoel dat niemand buiten het conflict staat en iedereen naar een gezamenlijk eindpunt toewerkt. Onder druk van de staatsgreep van admiraal Durov vormen zich bovendien een aantal onverwachte bondgenootschappen, die de film voorzien van wat milde complexiteit. Want wat doe je als iemand een pistool tegen je hoofd aandrukt en beveelt om een vijandelijk schip uit te schakelen, terwijl je weet dat een oude vriend daar aan boord is?

Hunter Killer is geen film over zware morele dilemma's, maar juist een vermakelijk potje zeeslag, dat bij vlagen nog aardig spannend wordt. Hoewel de mannen proberen om zo lang mogelijk met hun handen van de lanceerknoppen van de torpedo's af te blijven, kan de explosieve actie natuurlijk niet uitblijven. Een fraai CGI-shot is te zien wanneer een enorme, drijvende ijsberg de lucht in wordt geblazen. Leuk allemaal, die knallende actie, maar wat écht beklijft zijn de voorlopig laatste filmbeelden van de Zweedse acteur Michael Nyqvist. De acteur overleed vorig jaar juni aan de gevolgen van longkanker. Wellicht is Nyqvist hierna alleen nog te zien in Radegund van Terrence Malick, maar mocht hij de eindmontage daarvan niet halen, dan is Hunter Killer zeker een mooie zwanenzang.