Mortal Engines
Recensie

Mortal Engines (2018)

In de toekomst lopen de steden op rolletjes, maar de film daarover verloopt een beetje stroef.

in Recensies
Leestijd: 4 min 20 sec
Regie: Christian Rivers | Cast: Hera Hilmar (Hester Shaw), Robert Sheehan (Tom Natsworthy), Hugo Weaving (Thaddeus Valentine), Jihae (Anna Fang), Leila George (Katherine Valentine), e.a. | Speelduur: 128 minuten | Jaar: 2018

Mortal Engines is eigenlijk in alles een Peter Jackson-film, behalve dan dat deze niet door de bekende Nieuw-Zeelander is geregisseerd. Wie ooit de achter-de-schermendocumentaires van de The Hobbit-trilogie heeft gezien, zal daar niet verbaasd over zijn. Hoewel Jackson hierin geregeld met enthousiasme mag vertellen over zijn werk, laten de beelden van hem op de set en in de montagekamer een volkomen uitgebluste regisseur zien. Een filmmaker bezweken onder de enorme werkdruk, de eisen van de studio en de verwachtingen van het publiek. Dankzij zijn talent en ervaring heeft hij deze zware bevalling nog relatief goed doorstaan, maar toch zouden weinigen ervan op hebben gekeken als hij nadien een vervroegd pensioen had aangekondigd. In plaats daarvan doet Jackson voor zijn nieuwe filmproject een verstandig stapje terug: hij schrijft en produceert nog steeds, maar het zware regiewerk laat hij ditmaal over aan zijn opvolger.

Mortal Engines is aldus het regiedebuut van Christian Rivers, die al sinds Braindead betrokken is bij Jacksons films. Eerst als storyboardtekenaar en later als de hoofdverantwoordelijke voor de visuele effecten. Die staat van dienst wekt het vermoeden dat we op visueel gebied in goede handen zijn. Dat wordt al direct bevestigd in de openingsscène. Hierin wordt de postapocalyptische wereld uit Philip Reeves gelijknamige boek gelijk zeer treffend neergezet: een toekomst waarin de overgebleven steden rondrijdende stadstaten zijn geworden die elkaar opjagen en plunderen vanwege een constante behoefte aan brandstoffen. 'Municipaal darwinisme' noemt men dat. We zien een stadje zichzelf opklappen en op de vlucht slaan voor het almachtige Londen, dat als een enorme walvisvaarder de achtervolging inzet op zijn prooi. Het is een jacht waar zelfs harpoenen aan te pas komen. 'Mad Max meets Master & Commander' blijkt net zo enerverend als het klinkt.

Helaas komt na dit visuele stukje machtsvertoon het plot om de hoek kijken, waarbij Jackson en zijn vaste schrijfpartners Fran Walsh en Philippa Boyens flink wat steken laten vallen. Niet zozeer wat het verhaal zelf betreft (dat steekt best degelijk in elkaar), maar vooral de manier waarop het wordt verteld. Voor de uitleg hoe de wereld is geworden zoals hij is, wordt dapper genoeg geen gebruikgemaakt van een openingstekst in beeld of een voice-over door een personage, maar dat betekent dat alles nu uit de dialogen moet komen en dat gaat niet bepaald soepel. Het eerste uur is iedereen elkaar constant dingen aan het uitleggen, ook al zouden de personages het gros van de gedeelde informatie al lang moeten weten. Had dan maar gewoon aangevangen met een informatierijke proloog à la The Lord of the Rings, zodat we daarna gauw verder konden.

De verbale uitweiding beperkt zich jammer genoeg niet tot het schetsen van het strijdtoneel, want de personages hebben ook over zichzelf het nodige te melden. Een prettige uitzondering lijken we te krijgen in de rebelse hoofdpersoon Hester, die een brave Londenaar met wie ze opgescheept raakt toesnauwt dat zij elkaar niet hun trieste achtergrondverhalen gaan zitten vertellen. Maar net wanneer je een zucht van opluchting slaakt en denkt de dans te zijn ontsprongen, kruipt Hester uit haar schulp om alsnog haar duistere verleden op te dissen. Gelukkig blijkt haar verhaal een redelijk heldere uiteenzetting die netjes inhaakt op het centrale plot, in plaats van een onnodig complexe vertelling waarbij iemand voor het gemak maar even zijn stamboom erbij pakt, zoals een andere recente boosdoener.

Maar wanneer de uitleg grotendeels achter de rug is, kan de film eindelijk verder en krijgen we een hoop moois te zien van de prachtig vormgegeven dieselpunkwereld. Aangenaam genoeg lijkt Rivers zich voor deze postapocalyptische woestenij niet volledig te hebben blindgestaard op George Miller, maar vooral inspiratie te hebben gehaald uit Hayao Miyazaki-films als Näusicaa and the Valley of the Wind, Castle in the Sky en Howl's Moving Castle. De Japanse animatiegrootmeester laat je altijd op een uiterst kalme wijze zijn werelden verkennen, maar het tempo in Mortal Engines ligt dusdanig hoog dat er bijna geen tijd is om al dat moois goed op te nemen. Het centrale duo is nog maar net ergens gearriveerd of de prachtige locatie wordt alweer opgeblazen. Het is aldus te hopen dat een uitgebreide versie voor de thuiskijkers (gebruikelijk voor Peter Jackson-producties) wat langer blijft stilstaan op deze mooie plekken.

Voor zijn indrukwekkende beelden is Mortal Engines de ticketprijs eigenlijk wel waard, al zou een goed doortimmerd verhaal en memorabele personages deze aanbeveling een stuk overtuigender hebben gemaakt. Rivers maakt als visueel georiënteerde regisseur in ieder een prima eerste indruk, terwijl juist zijn leermeester Jackson met de dialogen nogal ondermaats presteert. Zou je niet mogen verwachten dat nu hij zich niet meer hoeft te bekommeren om het visuele aspect zijn schrijfwerk beter zou worden? Of ligt dit mogelijk wat complexer? Misschien heb je voor een goede balans van beeld en tekst wel juist een regisseur nodig die niet alleen visueel weet wat hij doet maar ook volop schrijfervaring heeft, zodat deze tijdens de opnamen op basis van opgedane inzichten nog wat herschrijfwerk kan verrichten. Filmmakers met een veelvoud aan capaciteiten zoals Peter Jackson zijn nu eenmaal niet zonder reden een zeldzaamheid.