Dora and the Lost City of Gold
Recensie

Dora and the Lost City of Gold (2019)

Dora the Explorer van vlees en bloed blijkt vlees noch vis. Te spannend voor kleine kijkertjes en te kinderachtig voor oudere kids.

in Recensies
Leestijd: 2 min 51 sec
Regie: James Bobin | Cast: Isabela Moner (Dora), Jeff Wahlberg (Diego), Madeleine Madden (Sammy), Nicholas Coombe (Randy), Eva Longoria (Elena), Michael Peña (Dora's vader), Benicio Del Toro (Swiper), Danny Trejo (Boots), Eugenio Derbez (Alejandro), e.a. | Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2019

Niet iedere lezer hier zal jong genoeg zijn om de avonturen van Dora the Explorer te hebben meegekregen. De kleuterserie die sinds 2000 door animatienetwerk Nickelodeon wordt uitgezonden heeft echter een grote schare trouwe fans. Samen met aapje Boots en neef Diego is de dappere Dora eropuit de wereld te ontdekken en niet leeg te roven van diens schatten. De sluwe vos Swiper staat hier net even iets anders in.

Dora and the Lost City of Gold gaat mee in de oeverloze trend van speelfilmbewerkingen van strips en tekenfilms. In de proloog wordt nog de draak gestoken met het bronmateriaal. We zien een zesjarige Dora en Diego die met hun jeep door de jungle sjezen. Dora richt zich tot de kijker met educatieve wetenswaardigheden, al hebben haar ouders geen idee tegen wie ze praat. Ze is zo wijs en gevat dat het haast irritant is.

Goed, dat was de aftrap waarmee regisseur James Bobin nog wegkomt met het overdreven kinderlijke toontje. Tien jaar later is Dora een puber en dan zal Bobin vast een breder publiek proberen aan te spreken. Wie dit verwacht komt helaas bedrogen uit. De zestienjarige Dora is nog steeds uitermate nieuwsgierig en ziet enkel de goedheid van de mens, hoe slecht deze ook omspringt met het oerwoud waarin zij en haar ouders wonen.

Omdat pa en ma op zoek gaan naar een legendarische gouden Incastad, wordt Dora bij Diego en diens ouders in Los Angeles gedumpt. De middelbare school waar ze terechtkomt, is voor Dora een antropologisch onderzoeksveld. Haar medescholieren kunnen maar moeilijk omgaan met de onbevangen blik en opgewektheid van de ontdekkingsreiziger. Als Dora, Diego en twee schoolgenoten tijdens een excursie worden ontvoerd, komen haar overlevings- en onderzoeksvaardigheden goed van pas voor een ontsnapping.

Het blijft gissen wat de makers van deze serieverfilming precies voor ogen stond. Bobin maakt van Dora een kleuter in het lichaam van een tiener. Haar eeuwig verbaasde blik en constante verwondering worden al snel geforceerd en vervelend. Maar ze is niet de enige. Er zijn meerdere momenten waarop de volwassenen zich al net zo belachelijk gedragen, zoals wanneer de vader van het meisje voordoet hoe muziek in de club klinkt of wanneer de slechterik Macarena-moves doet als hij de vriendenclub te slim af denkt te zijn.

Dit was een uitgelezen kans geweest om meerdere leeftijdsgroepen aan de avonturen van Dora te verbinden, maar het is allemaal net iets te kinderachtig voor oudere kinderen en te eng voor de kleintjes. Aap Boost ziet nep en te cartoonesk uit, net als de rest van de uit de computer getoverde beelden. Tot overmaat van ramp bevat Dora en the Lost City of Gold ook nog een sequentie waarin Dora en haar vrienden hallucineren en alles in tekenfilmstijl beleven. Tot slot bevat de aftiteling een flauw liedje en een nog flauwer dansje.

Er worden verwoede pogingen ondernomen om met een kindervriendelijke variant van Tomb Raider en Indiana Jones op de proppen te komen, maar de misplaatste toon en de voor de hand liggende puzzels en plotwendingen doen hier afbreuk aan. Het gevoel dat bij deze Dora-verfilming blijft hangen, is dat het het allemaal net niet is. Het onderschatten van een potentiële doelgroep blijkt een doodzonde.