Bloodshot
Recensie

Bloodshot (2020)

Vin Diesels zelfbewuste draai aan zijn actieheldimago duurt helaas niet lang.

in Recensies
Leestijd: 4 min 50 sec
Regie: Dave Wilson | Scenario: Eric Heisserer, Jeff Wadlow | Cast: Vin Diesel (Ray Garrison / Bloodshot), Eiza González (Katie / KT), Guy Pearce (Dr. Emil Harting), Lamorne Morris (Wilfred Wigans), Toby Kebbell (Martin Axe), e.a.| Speelduur: 109 minuten | Jaar: 2020

Een van de meest frustrerende kijkervaringen is wanneer een film op slimme wijze zijn premisse begint uit te werken, maar daarna alle intelligentie overboord gooit om enkel lomp entertainment te bieden. Niet dat er iets mis is met domme films, maar als je toch niet van plan bent je pretenties waar te maken, laat ze dan lekker achterwege. Op die manier hoeft niemand te worden teleurgesteld. Bloodshot laat zien dat van deze ervaring een overtreffende trap bestaat: een film die begint als domme blockbuster, vervolgens onthult heel wat slimmer in elkaar te steken dan je aanvankelijk dacht, om uiteindelijk alsnog als stupide actiefilm te eindigen.

Op basis van de eerste helft van Bloodshot lijkt volkomen duidelijk wat voor middelmatig vlees we in de kuip hebben. Vin Diesel wordt maar weer eens opgevoerd als stoere rouwdouwer Ray, die als supersoldaat elke onmogelijke missie tot een goed einde weet te brengen, maar ook een goede echtgenoot is voor de vrouw bij wie hij naderhand altijd weer veilig thuiskomt. De oorlogsmissie uit deze openingsfase hanteert het inmiddels veelvuldig toegepaste palet van Black Hawk Down, maar na Rays thuiskomst krijgen we een idyllisch samenzijn met zijn vrouw dat baadt in een gouden gloed, om vervolgens na zonsondergang vol voor het romantische kaarslicht te gaan. Uiteraard zijn deze scènes dusdanig dik aangezet omdat aan dit moois snel een einde komt, maar je vraagt je toch af waarom ze niet gewoon op een normale wijze in beeld gebracht kunnen worden. Een normale thuissituatie zou na de stevige militaire missie al contrasterend genoeg zijn.

Na een bloedige confrontatie ontwaakt Ray in een laboratorium, waar hem wordt verteld dat hij is gestorven en door hypermoderne technologie niet alleen weer tot leven is gewekt, maar ook flink is verbeterd. Niet alleen is zijn fysieke kracht enorm toegenomen en is hij praktisch onkwetsbaar, maar de technologie in zijn lichaam maakt hem ook nog eens nagenoeg alwetend. Wanneer hij even op eigen houtje naar de andere kant van de wereld wil vliegen, downloadt hij gewoon à la The Matrix de handleiding van een vliegtuig in zijn brein. Eenmaal op zijn bestemming aangekomen kan hij alle databases hacken om uit te vinden waar de schurk die hij zoekt zich op dat moment bevindt.

De film lijkt daarmee in veel opzichten een remake van de RoboCop-remake van enkele jaren geleden. Want behalve een opnieuw tot leven gewekte protagonist die in zijn computerbrein de nodige puntjes kan verbinden, zijn er oorlogsveteranen die gerobotiseerde vervanging krijgen voor ontbrekende ledematen en lijkt Guy Pearce zelfs praktisch hetzelfde personage te spelen als Gary Oldman in de eerdergenoemde film, inclusief vergelijkbaar kapsel en identieke bril. Nu behoefde de originele RoboCop zeker geen nieuwe versie, maar de uiteindelijk toch verschenen remake al helemaal niet. Maar waar die film nog enigszins stilstond bij existentiële kwesties, gaat Bloodshot daar in eerste instantie volledig aan voorbij, terwijl er best ruimte voor lijkt te zijn als men maar niet zo'n haast had om aan de actie te beginnen.

Aangezien Ray zich niets van de openingsscènes kan herinneren, dringt zich de vraag op waarom de film daar überhaupt nog tijd mee vulde. Waarom dan niet gewoon op dit punt beginnen? Bij The Bourne Identity was het meepuzzelen met de hoofdpersoon naar zijn in nevelen gehulde verleden juist een intrigerende insteek. Maar dan blijkt ineens dat de vork toch wat anders in de steel zit. De wijze waarop dit gecommuniceerd wordt is weliswaar verre van subtiel, maar deze onthulling plaatst wel mooi al het voorgaande in een nieuw perspectief. Aldus blijkt de eerdere scène met een clichématige opvoering van een kleurrijke schurk onderdeel van een knappe façade. Zelfs de nogal voor de hand liggende casting van Vin Diesel lijkt een zelfbewuste keuze te zijn. Haast als een ontmanteling van de vastgelopen ideeën over de traditionele macho-actieheld.

Maar net wanneer je denkt dat de film een interessante afslag heeft genomen, koerst hij al snel weer terug richting dichtstbijzijnde snelweg van lompe blockbusters. Bloodshot is nu eenmaal een actiefilm en mag aldus klaarblijkelijk niet worden gehinderd door intrigerende ideeën. Werd eerder nog de spot gedreven met een bizar uitgedoste schurk die danste op 'Psycho Killer', daar wordt aan de andere kant van de spiegel een sociaal onhandige hacker met Brits accent en maffe kledingstijl opgevoerd die voor de komische noot moet zorgen. Dat dit soort figuren nauwelijks een basis hebben in de realiteit maar enkel bestaan in Hollywoodfilms, is op zichzelf niet erg, maar de film leek zich kort daarvoor juist van dit soort clichématige typetjes te hebben afgewend. Haast alsof Neo ontwaakt in de echte wereld, maar alle personages nog steeds dezelfde kapsels en kleding hebben als in de Matrix...

Op papier komt de film qua thematiek aardig in de buurt van een film als Blade Runner 2049, maar qua uitwerking blijft Bloodshot daar mijlenver vandaan, omdat men het geen moment aandurft de opgeworpen kwesties ook maar enigszins te verkennen. Er moeten immers wat gevechten en achtervolgingen worden afgevinkt. Die verspilde verhaalpotentie zou misschien nog redelijk te slikken zijn als deze actiescènes van hoog niveau waren geweest, maar helaas is het allemaal vrij belegen. Er zijn geen bijster interessante spektakelscènes en de wijze waarop ze in beeld worden gebracht maakt weinig indruk. Wanneer de hoofdpersoon aan een hoog gebouw bungelt zul je bijvoorbeeld waarschijnlijk geen moment hoogtevrees ervaren, omdat je bijna het greenscreen kunt zien. Uiteraard hoeft niet elke acteur à la Tom Cruise honderden meters boven de grond aan een gebouw te hangen, maar dan zul je qua cameravoering toch net iets beter je best moeten doen.