Scoob!
Recensie

Scoob! (2020)

Scooby-Doo die uit de computer komt rollen. Als dat maar goed gaat. Nee dus.

in Recensies
Leestijd: 2 min 55 sec
Regie: Tony Servone | Scenario: Matt Lieberman, Adam Sztykiel en Jack Donaldson | Cast (stemmen): Will Forte (Shaggy), Frank Welker (Scooby-Doo), Gina Rodriguez (Velma), Zac Efron (Fred), Amanda Seyfried (Daphne), Mark Wahlberg (Blue Falcon), Jason Isaacs (Dick Dastardly), e.a. | Speelduur: 93 minuten | Jaar: 2020

Scooby Dooby-Doo: de grote smikkelende Deense dog met een spraakgebrek en allesbehalve stalen zenuwen. Wie is er niet groot mee geworden? De geanimeerde televisieserie rondom de hond, zijn trouwe hippievriend Shaggy, de slimme Velma en de enigszins verwaande Fred en Daphne is al sinds de laten jaren zestig te zien. Met hun als Flower Power beschilderde Mystery Van gingen ze quasi onverschrokken op de grootste spookverschijningen af. Het plot mondde meestal uit in een schurk in een pak die de boel voor de gek hield.

Er volgden diverse reeksen, bioscoopfilms en zelfs liveaction-bewerkingen. Nu we in het digitale tijdperk zijn aanbeland was het niet zo'n heel gekke gedachte om ook Scooby-Doo en zijn vrienden uit de computer te toveren. Visueel ziet het resultaat van deze inspanningen er nog best aardig uit, maar je kunt je moeilijk aan de indruk onttrekken dat er toch iets verloren is gegaan in een doorgeslagen zucht naar moderniteit. Scooby en Shaggy lopen rond met mobieltjes en hebben elkaar als puber en pup leren kennen toen de Backstreet Boys nog populair waren. De vraag die het oproept komt overeen met de titel van de eerste tekenfilmreeks: Scooby-Doo, Where Are You?

Nadat we in een wat haastige proloog hebben gezien hoe Shaggy en Scooby elkaar bij toeval tegen het lijf lopen - het draait uiteraard weer om eten - en hoe de twee onafscheidelijk werden, maken we een sprong in de tijd. De introductie van de andere leden van het spokenjagers team verloopt al net zo snel. Uiteindelijk wordt het hoofdplot opgestart waarbij twee andere figuren uit de stal van animatieproducenten Willem Hanna en Joseph Barbera ten tonele verschijnen: de sinistere Brit Dick Dastardly en zijn grijnzende hond Muttley. Zij vormen de schurken die we nog kennen uit Dastardly and Muttley in Their Flying Machines.

Waar gaat het dan precies mis? In de zucht naar vernieuwing zijn de makers de essentie van de personages uit het oog verloren. Om te beginnen babbelt Scooby veel te veel. Er komen hele volzinnen uit, daar waar de enorme hond in het verleden alleen enkele woorden uitbracht. De kletsgrage Scooby-Doo zorgt zelfs voor een flauwe scène waarin zijn spraakgebrek voor misverstanden zorgt. De vriendschap tussen Shaggy en zijn hond wordt op de proef gesteld, wat leidt tot voorspelbare taferelen. Maar het grootste probleem is dat ze aansluiting vinden bij een gesjeesde superheld met een robohond, met wie ze moeten strijden tegen Dastardly die zich ook weer bedient van robots en andere moderne snufjes.

Tot overmaat van ramp probeert het kwintet ook nog eens een financier te vinden in niemand dan talentenjachtbobo Simon Cowell. Alles om maar een zo breed mogelijk publiek aan te trekken, zo lijkt het. En ook al neem je grote namen zoals Zac Efron, Amanda Seyfried en Mark Wahlberg in je stemmencast op, het leidt niet per se tot een betere animatiefilm. De gekunstelde titel Scoob! blijkt een voorbode voor de overmatige vernieuwingszucht. Het clubje met de naam Mystery Inc. moet op zoek naar mysterie en geestverschijningen en niet naar een getikte gek die de wereld wil veroveren met blik en technologie. Plotmatig is het een zooitje dat afhankelijk is van bijfiguren en het vijftal grotendeels opsplitst. Door zo ver van de kern verwijderd te raken is Scoob! een aaneenschakeling van teleurstellingen.