Atlantis
Recensie

Atlantis (2019)

De toekomstige nasleep van het Russisch-Oekraïense conflict blijkt weinig verrassend, maar dat is nou juist het punt van de film.

in Recensies
Leestijd: 3 min 46 sec
Regie: Valentyn Vasyanovych | Scenario: Valentyn Vasyanovych | Cast: Andriy Rymaruk (Sergiy), Liudmyla Bileka (Katya), Vasyl Antoniak (Ivan), e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2020

Technisch gezien is het Oekraïense Atlantis een sciencefictionfilm, aangezien hij zich afspeelt in 2025. Maar was die toekomstige setting bij aanvang niet met tekst in beeld duidelijk gemaakt, dan zou je de film waarschijnlijk niet snel in dit genre hebben ingedeeld. De geschetste situatie oogt en voelt namelijk als de gebruikelijke nasleep van zo'n beetje elk militair conflict van de afgelopen vijftig jaar. De film zou makkelijk vandaag kunnen plaatsvinden, maar ook dertig jaar geleden. Daarin schuilt de universaliteit van het verhaal. Atlantis toont de nasleep van een oorlog die nog niet geheel heeft plaatsgevonden, maar er is beangstigend weinig speculatiefs aan de geschetste situatie.

Volgens de beeldtekst zou 2025 een jaar na het einde van de oorlog zijn. Welke oorlog wordt niet vermeld, maar eenieder die de huidige situatie in Oekraïne enigszins kent, kan dat wel invullen. Het separatistisch conflict in het oosten van Oekraïne dat al sinds 2014 bezig is, lijkt de laatste jaren weliswaar enigszins te zijn bedaard, maar dat betekent allerminst dat het voorbij is. In Atlantis kunnen we uit wat terloops gemaakte opmerkingen afleiden dat de Russen zich er uiteindelijk in hebben gemengd, maar dat Oekraïne de strijd heeft gewonnen. De vraag is echter in hoeverre je van een overwinning kunt spreken. Het land ligt in puin, er zijn volop slachtoffers te betreuren en de overlevenden zullen de oorlog de rest van hun leven met zich meedragen.

Ex-soldaat Sergey is zo iemand. Bij aanvang zien we hem en een collega met dezelfde achtergrond schietoefeningen doen, waar ze nog steeds in excelleren. Alleen heb je daar in vredestijd bijzonder weinig aan, waarna ze zich wenden tot hun geestdodende werk in een staalfabriek. Daar zien we dat de psyche van Sergeys collega dusdanig fragiel is dat er maar weinig voor nodig is om een einde te maken aan zijn leven. Het lijkt zeer aannemelijk dat Sergey onder dezelfde omstandigheden tot dezelfde keuze was gekomen. Net als tijdens de oorlog is zijn overleven puur incidenteel. Als de staalfabriek om economische redenen wordt gesloten, lijkt dat een zoveelste domper voor Sergey, maar hij lijkt deze ontwikkeling meer als een bevrijding te ervaren.

Min of meer bij toeval komt hij terecht bij een organisatie die de lichamen van omgekomen soldaten opspoort en op waardige wijze begraaft. Onprettig en onbetaald werk, maar wel iets waarmee hij de kans krijgt zijn oorlogsverleden enigszins te verwerken. Door deze werkzaamheden krijgt de kijker inzage in hoe het naoorlogse land erbij ligt. Illustratief is het moment waarop een medewerker van de explosievenopruimingsdienst vertelt met het opruimen van alle Russische mijnen nog wel vijftien tot twintig jaar bezig te zullen zijn. De nasleep van een oorlog blijkt maar weer eens veel langduriger dan de oorlog zelf. Een graadje erger is dat door de oorlog een groot deel van het land onbewoonbaar is geworden, waardoor mensen er wegtrekken. Dat valt hen niet kwalijk te nemen, maar het roept wel de vraag op waarvoor men dan eigenlijk heeft gevochten.

Doordat veel scènes ontdaan zijn van groot drama, weet schrijver, regisseur én cameraman Valentyn Vasyanovych zijn beelden het zware werk te laten doen. Die zijn dusdanig indrukwekkend in hun eenvoud dat ze een bepaalde grandeur uitstralen. Veel scènes zijn namelijk statische longtakes die vanuit de vierde wand zijn gefilmd, waarbij Vasyanovych de breedte van zijn canvas knap weet te benutten, zonder te vervallen in een voor de hand liggende toneelmatigheid. Vooral de lange lijkschouwing van een grotendeels ontbonden oorlogsslachtoffer hakt erin, dankzij de uiterst klinische benadering. Maar de scène die waarschijnlijk het meest bij zal blijven, is degene waar in Sergey op inventieve wijze een bad neemt. Narratief misschien niet heel essentieel, maar thematisch des te meer.

Veel sciencefiction toont een toekomst waarin bepaalde dingen uit het heden zijn uitvergroot, maar waarvan je je altijd in enige mate bewust bent dat het niet zo'n vaart zal lopen. Atlantis daarentegen schetst een toekomst waarvan je enkel kunt hopen dat hij niet uitkomt, maar met enige realiteitszin moet erkennen dat er maar weinig voor nodig is om waarheid te worden. Dit is immers geen speculatieve fictie; elke oorlog zal simpelweg resulteren in doden, getraumatiseerden en nog jaren van ellende, ongeacht de precieze details van het conflict. Dat maakt van Atlantis een waarschuwing aan het hedendaagse publiek, maar over een paar jaar kan het ook goed een film zijn die laat zien dat de mens consequent weigert om van het verleden te leren.