'Merckx': de beste wielrenner ooit, maar meer ook niet
Recensie

'Merckx': de beste wielrenner ooit, maar meer ook niet (2025)

Vlotte hagiografie telt de vele zeges van Eddy Merckx, maar hoe die tot stand kwamen blijft in nevelen gehuld.

in Recensies
Leestijd: 4 min 30 sec
Update:
Regie: Christophe Hermans, Boris Tilquin | Speelduur: 84 minuten | Jaar: 2025

Je kunt een film niet afrekenen op zijn trailer, poster of synopsis. Wat de marketingafdeling heeft bedacht om een film in de markt te zetten, zou geen invloed mogen hebben op hoe je die film uiteindelijk beoordeelt. Maar soms is het contrast tussen het product en de promotie zo groot dat het op zijn minst noemenswaardig is. De persmap van Merckx, een documentaire over wielergrootheid Eddy Merckx, bevat zo'n driehonderd woorden van de regisseurs die de wenkbrauwen doen fronsen.

Onder het kopje 'regievisie' zetten Christophe Hermans en Boris Tilquin uiteen wat voor documentaire ze hebben gemaakt. De twee spreken van "een frisse invalshoek", "onbekende verhalen" en het centraalstellen van "de mens achter de sporter". Mooie intenties, maar de film reflecteert die allerminst. Ze vertellen hoe Merckx te maken kreeg met "teamrivaliteit, dopingbeschuldigingen en de meedogenloze druk van de media", maar de documentaire toont geen teamrivaliteit, slechts één beschuldiging van dopinggebruik en alleen de Franse media is na een tijdje niet meer zo gecharmeerd van de Belgische winnaar. "Dit project overstijgt het eenvoudige portret van een kampioen." Haha, leuk bedacht.

Nogmaals: promotionele teksten maken een film niet beter of slechter. Maar het is wel opvallend in welke mate Hermans en Tilquin zich hier bezondigen aan overdrijving. Vooral omdat dit breedsprakerige tekstje hint naar een documentaire die veel dieper graaft dan Merckx uiteindelijk doet. Want Hermans en Tilquin blijken toch vooral geïnteresseerd in de sportprestaties van de titelheld.

En die zijn talrijk: van half jaren zestig tot half jaren zeventig won 'de Kannibaal' zowat alles wat er op een fiets te winnen viel. Maar hoe precies wordt nauwelijks verklaard. Merckx was gewoon heel goed, geloof het maar. Op zijn trainingsmethoden, strategieën of voorkeuren qua materiaal en voeding gaat de documentaire niet of nauwelijks in. Dat geldt ook voor de mensen met wie hij werkte: geen woord over ploegleiders, ploegmaten of de verhoudingen binnen zijn ploeg. Wie niet beter weet, zou op basis van deze documentaire denken dat wielrennen een solosport is.

De primaire interesse van de regisseurs wordt al duidelijk in de openingsfase, die nauwelijks ingaat op Merckx' voorgeschiedenis. Er is een klein beetje aandacht voor de hyperactiviteit van de kleine Eddy en zijn gezinssituatie (strenge vader, lieve moeder), maar verder zijn de details uiterst spaarzaam. Niets over zijn helden in de wielersport, geen informatie over hij zelf professioneel is gaan fietsen en we leren evenmin of hij al gelijk een groot talent bleek of zichzelf pas bewees nadat hij al de nodige kilometers in de benen had.

In ieder geval is Merckx geen saaie kijkervaring. De archiefbeelden uit oude journaals en sportprogramma's zorgen samen met voice-overs van mensen uit de wielersport, de sportjournalistiek en Merckx' persoonlijke omgeving (onder anderen zijn broer en zus) voor een overzichtelijk portret van de befaamde wielrenner. Een prima kennismaking voor wie ter wereld kwam nadat Merckx zijn fiets aan de wilgen hing.

Maar het is wel een tamelijk oppervlakkige kijkervaring. En zelfs een ietwat nationalistische. Blijkbaar volstaat niet dat Merckx de held van België was, geliefd door zowel Vlamingen als Walen, terwijl die elkaar niet konden luchten of zien. Hij was kennelijk zelfs zó goed dat hij ook irritatie opwekte bij Fransen en Italianen.

Wanneer Merckx in de Ronde van Italië van 1969 positief test op doping, resulteert dat in een schorsing van een maand, wat betekent dat hij de Ronde van Frankrijk zal missen. De documentaire toont vervolgens vooral verontwaardigde Belgen die spreken van sabotage en opgezet spel: die jaloerse Italianen zullen wel iets in zijn bidon hebben gestopt. De film staat nauwelijks stil bij het vermeende dopinggebruik. Net als toen krijgt Merckx het voordeel van de twijfel, waarna de schorsing van tafel is en hij gewoon zijn eerste Tour kan winnen.

Waar het tekstje van de regisseurs geen melding van maakt, is veruit het interessantste aspect van de documentaire: de paradox dat sport draait om winnen, maar je er doorgaans niet populairder op wordt als je dat blijft doen. Vooral de Fransen waren Merckx na een tijdje wel beu, toen hij steeds maar weer de Ronde van Frankrijk won. Ietwat flauw, mag je kunt best bepleiten dat iemand die altijd wint de spanning uit de sport haalt. De documentaire schuift het echter af op typisch Frans chauvinisme.

De oude beelden van de koersen zullen bij kijkers van een zekere leeftijd ongetwijfeld een hoop nostalgische gevoelens oproepen, maar erg veel nieuwe inzichten leveren ze niet op. De oude journaals en interviews gaan vooral in op Merckx' sportprestaties, zonder verdere bespiegelingen op de sport of de sportman. Die moeten aldus komen van de voice-overs, maar ook die zijn wat beperkt. Het is prettig dat Merckx niet de zoveelste pratende-hoofdendocumentaire is, maar voor de documentaire die de regisseurs klaarblijkelijk voor ogen stond, hadden ze misschien toch wat meer vanuit het heden moeten reflecteren.

Merckx is nog steeds in leven, maar komt alleen aan het woord in oude interviews. Als goedgetrainde sporter laat hij daarin niet het achterste van zijn tong zien. Een eventueel ego blijft goed verborgen. Wanneer Merckx in 1975 bij de beklimming van de Puy-de-Dôme een stomp krijgt van een toeschouwer, wat hem de etappezege en uiteindelijk de Touroverwinning kost, zegt hij boos te zijn maar drukt hij zich toch opvallend beschaafd uit. Hij wil zelfs niets weten van de suggestie dat de aanval voortkwam uit Franse vijandigheid. Daarmee zegt hij de juiste dingen, maar helaas weinig interessants.