Verliefd op Cuba
Recensie

Verliefd op Cuba (2019)

Johan Nijenhuis volgens formule: bol van flauwe humor en hitsige typetjes op een inwisselbare vakantiebestemming.

in Recensies
Leestijd: 3 min 45 sec
Regie: Johan Nijenhuis | Cast: Suzan Visser (Loes), Abbey Hoes (Maartje), Rolf Sanchez (Carlos), Jan Kooijman (Juan), Maaike Martens (Machteld), Tjebbo Gerritsma (Alex), Niek Roozen (Hein), e.a. | Speelduur: 107 minuten | Jaar: 2019

Dat de nieuwe film van Johan Nijenhuis een zwoele romkom betreft op een zonnige vakantiebestemming, is natuurlijk een inkoppertje. Hoewel Nijenhuis ook zijn sporen verdiend heeft als producent en regisseur van diverse soaps en jongerenprogramma's, zal hij bij een groot publiek nog steeds vooral bekend staan als de man achter de vroege zero's-hits Costa! en Volle Maan. De casting mag dan in de loop der jaren wat diverser zijn geworden qua leeftijd, getuige een hoofdrol voor de ervaren Susan Visser, maar aan de formule is nog altijd weinig veranderd: veel zon, overspel en ontblote bovenlichamen. Waarom iets veranderen als het nog steeds geld in het laatje brengt?

Wat verklaart nou toch het succes achter de Nijenhuis-formule? Uiteraard zal het eeuwenoude Hollywoodcredo dat seks nu eenmaal verkoopt een rol spelen, maar ondanks al het mannelijk schoon om je aan te vergapen zijn Nijenhuis' films op dat vlak nog altijd tamelijk braaf. Is het de aangename vertrouwdheid van het bekende riedeltje, dat weinig oplettendheid van zijn kijkers vraagt? Of vinden wij Nederlanders het stiekem ook wel heel erg leuk om ons te verkneukelen om onnozele landgenoten die zich op onbeholpen wijze wegwijs proberen te maken buiten hun eigen landgrenzen - getuige bijvoorbeeld de populariteit van programma's als Oh, Oh, Cherso of Frans Bauer die in China op klungelige wijze bami pangang probeert te bestellen?

Liefhebbers van die laatste categorie kunnen met Verliefd op Cuba in elk geval hun hart ophalen. Gescheiden vrouw Loes krijgt de schrik van haar leven wanneer ze plots te horen krijgt dat haar dochter Maartje zich heeft verloofd met een Cubaanse lover. Halsoverkop reist ze, inclusief zoonlief, haar ex-man en zijn nieuwe vriendin af naar het eiland om de bruiloft bij te kunnen wonen - of liever nog, deze voortijdig af te kunnen breken. Het duurt niet lang voordat de typische voorbeelden van Nederlanders die zich ongemakkelijk gedragen in een andere cultuur om de hoek komen kijken. Zo breekt direct paniek uit wanneer er op de 'digitale detox-bestemming' geen wifi-bereik is, begint ex-man Alex plotseling de overdreven macho annex 'padre de familia' uit te hangen, en denkt moeder Loes bij het woord salsa eerder aan de dipsaus dan een lokale dans.

Zoals verwacht valt in Verliefd op Cuba weinig diepgang te bespeuren. De film mondt al gauw uit in de gebruikelijke romkom-taferelen: er wordt wat heen en weer geflirt en gerollebold, veel flauwe grappen worden tot vervelens toe uitgemolken, en her en der zullen wat relatieproblemen gelijmd moeten worden. Jan Kooijman mag optreden als Juan, Susan Vissers romantische object van interesse, en weet zich eigenlijk nog verrassend goed staande te houden in de Cubaanse omgeving. Totdat er plots besloten wordt dat Juan naast zijn kaalgeschoren hoofd en tatoeages nog wat extra stoerheid nodig had, door hem halverwege de film pardoes als straatvechter op te laten treden, hetgeen resulteert in een hilarisch knullige vechtscène met vuistslagen die ongeveer een halve meter ruimte tussen hand en gezicht overlaten.

Ondertussen wordt ondanks de interessante geschiedenis die het land rijk is maar weinig met de plaatselijke cultuur van het land gedaan. Vooruit, de namen Che Guevara en Fidel Castro vallen een enkele keer, maar toch wordt de lokale bevolking min of meer gereduceerd tot een stelletje hitsige communisten bij wie ieders vriend of vriendin publiek bezit is. In dat opzicht vallen de Nederlandse personages niet eens zo gek ver buiten de boot. Sta dan ook niet gek te kijken wanneer Jody Bernals zomerhit "Que Si, Que No" genoeg aanleiding is voor twee haatdragende exen om op klaarlichte dag en plein public met elkaar van bil te gaan.

Uiteindelijk zijn deze tenenkrommende banaliteiten een kwestie van smaak. Het publiek komt vast wel weer opdraven, maar de film zal de gemiddelde filmcriticus minder kunnen bekoren. Toch zijn er ook voor hen nog wel een paar pluspuntjes te bekennen. Denk bijvoorbeeld aan de vlotte regie, maar vooral de schoonheid van de locatie zelf. Wanneer je de onsympathieke personages even buiten beschouwing laat, valt er in ieder geval nog volop te genieten van de karakteristieke stadjes en oude auto's. Het is alleen jammer dat die aankleding er verder zo weinig toe doet. Vervang de rum en sigaren door wijn en stokbrood, en de film had net zo goed Verliefd op Parijs kunnen heten. Of verklappen we nu per ongeluk al de titel voor Nijenhuis' volgende kaskraker?