A Million Ways to Die in the West
Recensie

A Million Ways to Die in the West (2014)

Seth MacFarlanes nieuwste komedie, met ditmaal het Wilde Westen als setting.

in Recensies
Leestijd: 2 min 21 sec
Regie: Seth MacFarlane | Cast: Seth MacFarlane (Albert), Charlize Theron (Anna), Amanda Seyfried (Louise), Liam Neeson (Clinch), e.a. | Speelduur: 116 minuten | Jaar: 2014

Sommigen noemen het plat en simpel, maar in de humor van Seth MacFarlane zit ook zeker vindingrijkheid. Dat is met name terug te zien in Family Guy, de animatieserie die iedere aflevering weer met een reeks krankzinnige grappen komt. Regelmatig hangen ze als los zand aan elkaar en MacFarlane valt nog wel eens in herhaling, maar wat vooral blijft hangen is de creativiteit achter al dat onvoorspelbare absurdisme.

Misschien is het een vorm van humor die alleen in animatie werkt, want toen MacFarlane twee jaar geleden debuteerde als speelfilmregisseur, bleek het resultaat veel meer doorsnee dan zijn maffe tekenfilms op televisie. Ted bood meer dan genoeg vertier, maar zo heerlijk dwaas als Family Guy werd het niet. De komedie over de vriendschap tussen een lapzwans en zijn grofgebekte teddybeer, werkte volgens een standaardformule. Met een aantal sterke, originele grappen, dat wel.

Met A Million Ways to Die in the West is dat niet heel anders. In zijn tweede speelfilm houdt MacFarlane zich opnieuw vast aan conventies. Met het Wilde Westen als setting volgt hij het bekende verhaal van de sukkel die wat meer loskomt als een nieuwe vrouw in zijn leven verschijnt.

Die sukkel is schaapherder Albert, gespeeld door MacFarlane zelf. Zijn vriendin is er met een ander vandoor, maar gelukkig verschijnt de stoere Anna dan al snel in zijn woestijndorp. Het klikt tussen de twee. Albert kan wel wat meer pit gebruiken en Anna is toe aan een hartelijker persoon in haar leven. Wat Albert namelijk niet weet, is dat zijn nieuwe vlam eigenlijk al iets heeft met de gevaarlijkste schutter uit de wijde omgeving.

Nog meer dan Ted volgt A Million Ways to Die in the West een bekende vorm. Dat zou te maken kunnen hebben met het feit dat MacFarlane ditmaal helemaal geen gebruik meer maakt van animatie. In zijn debuut kon hij nog veel originele humor halen uit de digitale teddybeer, nu komt alles aan op live-action. Daarmee weet hij minder fris en verrassend uit de hoek te komen.

Geslaagde grappen zitten er nog steeds in zijn nieuwste komedie. Geestig is bijvoorbeeld hoe er vanuit de westernsetting af en toe wordt geknipoogd naar de hedendaagse maatschappij. En in korte vlagen komt het aanstekelijke absurdisme van MacFarlane ook hier weer om de hoek kijken. De heerlijk schmierende Neil Patrick Harris draagt daar in een bijrol goed aan bij.

Samen met die vlotte humor krijgt de kijker echter ook een hoop oubollige en infantiele grappen voor zijn kiezen. Over laxeermiddel bijvoorbeeld, of schapenpis. Zo fantasievol en origineel als MacFarlane met Family Guy kan zijn, zo afgezaagd komt hij hier regelmatig uit de hoek. Zonde, want talent heeft de regisseur zeker. Misschien moet hij eens een keer een volle animatiefilm maken.