Recensie

Oh Boy (2012)

Een pagina uit het dagboek van een nietsnut die worstelt met bizarre situaties en mensen. Achter alle absurditeiten gaat een diepere laag schuil.

in Recensies
Leestijd: 2 min 41 sec
Regie: Jan Ole Gerster | Cast: Tom Schilling (Niko), Friederike Kempter (Julika), Marc Hosemann (Matze), e.a. | Speelduur: 88 minuten | Jaar: 2012

Niko Fischer is een afgehaakte rechtenstudent van bijna dertig die nog helemaal niets heeft bereikt in het leven. Zijn vader maakt elke maand een rug naar hem over, maar weet niet dat Niko al twee jaar aan het lanterfanten is. In zijn nieuwe appartement zijn de meeste dozen nog niet eens uitgepakt en Niko steekt zijn sigaretten aan met het broodrooster. Als zijn rijbewijs is ingetrokken wegens buitensporig alcoholgebruik en de pinautomaat zijn pasje inslikt, moet Niko wel zijn handje komen ophouden bij zijn vader. Niko’s nieuwe vriend Matze sleept hem ondertussen mee naar de meest exotische plaatsen. Tijdens een lunch ontmoet Niko bovendien ook nog eens oud-schoolgenote Julika die erg aardig opgedroogd is.

In zijn speelfilmdebuut Oh Boy neemt Jan Ole Gerster ons vierentwintig uur mee in het roerige leven van de nietsnut. Door een aaneenschakeling van veelal komische vignetten, geschoten in stemmig zwart-wit, duiken we in het leven van een verloren ziel. Eenvoudige, alledaagse handelingen vormen nog best een opgave voor de jongen. Want wat doe je als je pas wordt ingeslikt nadat je net je laatste euro’s aan een zwerver hebt gegeven of je nieuwe buurman met gore gehaktballetjes voor de deur staat en vervolgens zijn hart begint uit te storten? Of als de psycholoog van het bureau voor rijvaardigheid je een enorm complex weet aan te praten? Laat staan als een oude dronkaard tegen je aan begint te zwetsen terwijl je na een heftige nacht gewoon even van je biertje en je rust wilt genieten.

Gerster zet de humoristische en o zo herkenbare taferelen die Niko overkomen, luchtig neer. Ze worden aaneengeregen door een jazzy soundtrack die niet zou misstaan in een Woody Allen-film. Maar achter alle absurdistische en kafkaiaanse toestanden gaat een diepere laag schuil, die Gerster subtiel laat doorschemeren. Niet alleen getuigen de dialogen van verrassende invalshoeken en spitsvondigheid; het zijn de mensen in Niko’s omgeving die hem aan het denken zetten. Niko vertegenwoordigt een generatie waaraan van alle kanten voortdurend getrokken wordt en die een enorme sociale en maatschappelijke last op haar schouders draagt. Zijn vader verlangt van hem een goede baan en aanzien, terwijl Matze en Julika lijken uit te dragen dat Niko zijn hart moet volgen en zich vooral niet aan de grote massa moet conformeren.

Door al deze impulsen kan de ex-student, die zeker wel de nodige psychische deukjes heeft opgelopen, maar lastig zijn positie in het hippe, geslaagde maar ook alternatieve Berlijnse milieu bepalen. Hij verwoordt het zelf uiteindelijk nog het beste als hij beseft dat niet zijn omgeving raar en onbegrijpelijk is, maar dat hij dit in feit zelf is. Niko wordt treffend vertolkt door acteur Tom Schilling. Hij zet een ontheemde jongen neer die met alle winden lijkt mee te waaien. Het liefst zou je hem een schop onder zijn kont willen geven, maar tegelijkertijd moet hij ook gewoon zijn gang kunnen gaan om te ontdekken waar zijn krachten dan wel liggen. Gerster blijft ons op deze laatste vraag het antwoord schuldig. Hij levert echter een gelaagd generatieportret af, dat zich als absurdistische komedie, maar ook op een analytischer niveau laat bekijken.