Recensie

Rabat (2011)

Een Nederlandse roadmovie blijkt heel goed mogelijk te zijn, vooral wanneer de bestemming Marokko is en de personages een reden hebben om er samen naar onderweg te zijn.

in Recensies
Leestijd: 3 min 29 sec
Regie: Victor Ponten & Jim Taihuttu | Cast: Nasrdin Dchar (Nadir), Achmed Akkabi (Abdel), Marwan Chico Kenzari (Zakaria), Stéphane Caillard (Julie), e.a.| Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2011

De western wordt vaak het essentieelste Amerikaanse filmgenre genoemd, maar de coming-of-age-roadmovie maakt waarschijnlijk net zo sterk deel uit van de Amerikaanse filmcultuur. Dat dit genre in Nederland nooit voet aan de grond heeft gekregen, is niet vreemd te noemen: een roadtrip door Nederland zou immers maar een paar uur duren. Echter, door van Marokko de eindbestemming te maken en het gegeven daarmee te koppelen aan het multiculturele karakter van Nederland en de vakantie-exodus die honderden Marokkaanse Nederlanders jaarlijks maken, blijkt het perfect te passen in een Nederlandse productie. Rabat dwingt niet alleen respect af voor het feit dat deze voor nog geen drie ton in slechts drie weken in vier landen op twee continenten in elkaar is gedraaid, maar vooral voor de subtiele genreaanpak.

De dag na de trouwerij van zijn zus vertrekt de jonge Nadir met een oude taxi (die opvallend genoeg een gloednieuw kenteken heeft) om deze naar een vriend van zijn vader in Rabat te rijden. Hoewel hij zijn vrienden Abdel en Zakaria al eerder had gezegd niet mee te komen, blijken deze jongens zo onafscheidelijk dat ze de volgende ochtend met een stevige kater alsnog op Nadirs stoep staan. Want zoals ze het zelf al zeggen: ze hebben nu eenmaal toch niets beters te doen. Nog voordat Nadirs vrienden hun roes hebben uitgeslapen, hebben ze Nederland en België al achter zich gelaten en reizen ze via de Route du soleil zuidwaarts naar Spanje, van waaruit ze de veerpont naar Marokko zullen nemen. Het zal geen verrassing zijn dat niet alles geheel volgens plan verloopt.

Veel recente films waarin het multiculturele karakter van Nederland werd benadrukt, gebruikten voor de Marokkaanse personages het flauwe cliché van straatschoffies met een grote mond maar een hart van goud. Tot op zekere hoogte kun je Abdel en Zakaria onder die classificatie scharen, maar als personages zijn zij een stuk allrounder. Wanneer een Spaanse uitsmijter dreigt zijn agressie op hen te botvieren, grijpen zij uit angst net zo graag zelf naar agressieve middelen. Daar tegenover staat Nadir, duidelijk de intelligentste van het stel, die langzamerhand genoeg heeft van de lamlendige levensstijl van zijn vrienden. Al snel wordt duidelijk dat het niet zonder reden was dat hij zijn vrienden vroeg om thuis te blijven. Botsende levensstijlen en ambities, evenals onuitgesproken frustraties, zorgen ervoor dat de jarenlange vriendschap tussen Nadir en zijn twee vrienden tijdens de reis stevig onder druk komt te staan.

Binnen het genre van de roadmovie ontkom je moeilijk aan de vaste plotingrediënten, maar tegenover elk cliché dat hier noodzakelijkerwijs wordt gebruikt, biedt de film prettige alternatieven. Zo blijkt de autoradio niet naar behoren te werken (enkel de AM-golflengte vangt af en toe wat beluisterbaars op), en dus wordt er nu eens niet om de vijf minuten een nieuw popnummer ingezet. Evenmin zijn er – wat in dit geval erg voor de hand lag – verhalende hiphopnummers die alle vorm van plot zouden overschreeuwen. Enkel in de laatste minuut en de aftiteling maakt men zich daar lichtelijk schuldig aan. Daarnaast zorgt Rabat voor een interessante genrevernieuwing door van de eindbestemming geen willekeurige vakantiebadplaats te maken, maar het land van herkomst (van twee van hen althans; een is Tunesisch) waar het drietal ontdekt dat de cultuur van dit land nauwelijks deel uitmaakt van hun persoonlijkheid.

De grote regisseur Howard Hawks stelde ooit dat een goede film simpelweg bestaat uit drie goede scènes en geen slechte. Rabat is een perfect voorbeeld van die stelling. Voor het grootste deel kabbelt de film aangenaam rustig voort zonder ergens te blijven steken, maar met een handjevol onverwacht sterke scènes krijgt al het voorafgaande en alles wat volgt extra diepte. De filmmakers durven het aan om niet alles in dienst te stellen van het plot, zodat er af en toe wat prettige rustpunten te vinden zijn. Deze geven de drie centrale personages gelegenheid om hun leven te overdenken en zorgen bij de kijker (hopelijk) voor het begrip dat het voornaamste probleem van de generatie waar deze jongens toe behoren, het vinden van een eigen plek in de wereld is.