Wonderstruck
Recensie

Wonderstruck (2017)

De tweede verfilming van Brian Selznicks schrijfwerk laat iets te goed zien wat zijn stokpaardjes zijn.

in Recensies
Leestijd: 3 min 18 sec
Regie: Todd Haynes | Cast: Oakes Fegley (Ben), Millicent Simmonds (Rose), Jaden Michael (Jamie), Julianne Moore (Lillian Mayhew), Michelle Williams (Elaine Wilson), e.a.| Speelduur: 116 minuten | Jaar: 2017

Todd Haynes verkent in zijn films graag het verleden van de Verenigde Staten. Niet zozeer de belangrijke momenten, waar zijn collega's Oliver Stone en Steven Spielberg regelmatig op ingaan, maar meer de alledaagse beslommeringen van een bepaalde periode en hoe deze voortkomen uit de dan heersende normen en waarden. Na de jaren vijftig in Far from Heaven en Carol, de jaren tachtig in Safe en de jaren dertig in de miniserie Mildred Pierce pakt Haynes met Wonderstruck dubbel uit: een parallelle vertelling in zowel de jaren twintig als zeventig. Dat klinkt als een cadeautje, maar het blijkt eerder een dode mus.

Wonderstruck is gebaseerd op het gelijknamige boek van Brian Selznick, wiens schrijfwerk eerder de basis vormde voor het inmiddels al bijna klassieke Hugo. Mogelijk heeft het succes van die film invloed gehad op deze opvolger of misschien speelde Selznick met zijn boek (of de door hem uitgevoerde scriptbewerking daarvan) nogal op veilig, want Wonderstruck blijkt een flinke herhaling van zetten. Opnieuw staat een weesjongen centraal die verdwaalt raakt in de grotemensenwereld terwijl hij een familiemysterie probeert te ontrafelen. De charme en visuele flair waarmee Martin Scorsese de wereld van Hugo tot leven bracht, is ditmaal echter ver te zoeken. Haynes drenkt zijn film in een stevige hoeveelheid sentiment en dat gaat hem niet bepaald goed af.

Naar verluidt was de regisseur in het verhaal geïnteresseerd vanwege de parallelle vertelstructuur, waarbij exact vijftig jaar zit tussen de twee verhaallijnen die inhoudelijk juist verwant zijn. In beide lijntjes volgen we kinderen die doof zijn (de een is zo geboren, de ander is het door een blikseminslag geworden) en van huis weglopen om in New York een familielid op te sporen. De parallellen zijn overduidelijk, maar de film doet uiterst weinig met deze structuur. De twee zien dezelfde dingen, bezoeken dezelfde plekken en ondergaan min of meer dezelfde belevenissen, maar de context is steeds nagenoeg gelijk. Er is dus niet zozeer sprake van parallellen, maar meer van een herhaling van scènes. Narratief gezien echoën de twee lijntjes elkaar, maar ze versterken elkaar nauwelijks.

Waarschijnlijk is dat omdat Haynes het verhaal ondergeschikt maakt aan technische experimenten. De twee verhaallijnen reflecteren namelijk de filmstijl van hun tijd. Het New York van 1977 levert aldus een aardig retroplaatje op dat doet denken aan de opkomende grotestadscinema van die tijd, terwijl de scènes die zich afspelen in 1927 de vroege cinema laten zien: zwart-wit en zonder geluid. Dat laatste werkt best aardig, gezien de doofheid van de vrouwelijke hoofdpersoon (vertolkt door een jonge actrice die daadwerkelijk doof is), maar er lijkt weinig moeite te zijn gestoken in het volwaardig uitwerken van deze pastiche. Qua toon en muziek zijn de jaren twintig enigszins herkenbaar, maar het camerawerk wijkt nauwelijks af van dat in de jarenzeventigscènes. Je zou hierdoor haast gaan vermoeden dat het idee van verschillende stijlen pas is ontstaan nadat de opnamen waren voltooid en men in de postproductiefase simpelweg het geluid en kleur heeft verwijderd.

Gelukkig wordt met de doofheid van de twee hoofdpersonages redelijk volwassen omgesprongen. Er is bijvoorbeeld geen ondertiteling van gebarentaal of mondbewegingen (de twee zijn immers allebei niet opgeleid in het lezen daarvan), noch is er tijdverdichting in het moeizame communiceren via tekst op papier. Helaas houdt dat de film niet overeind wanneer deze zijn aanvankelijk interessant uitpakkende slotstuk te grabbel gooit aan hoop vals sentiment dat uiterst hol klinkt. Best gek eigenlijk dat Martin Scorsese, wiens oeuvre volop 'toxic masculinity' ademt, veel geschikter blijkt voor een gevoelig kinderverhaal dan de ogenschijnlijk veel meer voor de hand liggende Todd Haynes. Maar goed, de filmgeschiedenis zit vol gevallen van zogenaamde 'matches made in heaven' die de verwachtingen niet wisten waar te maken, dus Haynes hoeft zich nergens voor te schamen. In zijn verder uiterst solide oeuvre is best ruimte voor een goedbedoelde misser als Wonderstruck.