Recensie

Escobar (2017)

Geen zin om twintig uur Narcos te bingewatchen? Dan is deze biopic over de Colombiaanse drugsbaron een prima alternatief.

in Recensies
Leestijd: 3 min 53 sec
Regie: Fernando León de Aranoa | Cast: Javier Bardem (Pablo Escobar), Penélope Cruz (Virginia Vallejo), Peter Sarsgaard (Shepard), Julieth Restrepo (Maria Victoria Henao), Óscar Jaenada (Santoro) e.a.| Speelduur: 123 minuten | Jaar: 2017

Hoewel Pablo Escobar waarschijnlijk de bekendste drugsbaron uit de geschiedenis is, is tot nu toe zijn levensverhaal opvallend genoeg nooit eerder opgetekend is een speelfilm. In het verleden deden Oliver Stone en Joe Carnahan daartoe beiden een poging, maar kregen hun films niet van de grond, waarmee de filmische portretteringen van 'Don Pablo' beperkt waren tot gastrollen in andermans biopics (Blow, American Made) en de Netflix-serie Narcos. In het zeer onderhoudende Escobar staat eindelijk de man zelf centraal. Het is weliswaar een vrij rechtlijnige vertelling van Pablo Escobars laatste twaalf jaar, maar wel een met een goed werkbare invalshoek: zijn buitenechtelijke relatie met televisiepresentatrice Virginia Vallejo, wier autobiografische boek de basis vormde voor de film.

Middels een voice-over van vertolkster Penélope Cruz fungeert deze dame als verteller van Escobars verhaal. Daarmee verschaft ze een goed kijkje in de keuken van de Colombiaanse drugswereld van de jaren tachtig, maar toegang tot haar eigen hoofd wordt de kijker jammerlijk ontzegd. Want hoewel ze maar al te graag zaken toelicht (iets te vaak zelfs) wordt nooit volkomen duidelijk wat de behoorlijk onafhankelijke Vallejo precies ziet in de reeds getrouwde drugdealer. Uiteraard heeft de man geen gebrek aan geld en aanzien, maar de tamelijk onafhankelijke en journalistiek actieve Vallejo oogt niet als iemand die zich daar makkelijk door laat imponeren. Zelf zegt ze dat het haar niet interesseert hoe de man zijn geld verdient, maar hem enkel beoordeelt op wat hij ermee doet. Aldus gaat ze blijkbaar maar al te graag mee in de gewiekste profilering van moderne Robin Hood waarmee Escobar het Colombiaanse volk voor zich probeert te winnen.

Maar uiteraard blijft hun relatie niet zo rooskleurig als hij begint. Wanneer de twee elkaar ontmoeten, is Escobar al een behoorlijk grote jongen, maar nog niet iemand met algehele landelijke bekendheid. Daar komt snel verandering in wanneer hij zich verkiesbaar stelt als congreslid om zijn eigen belangen veilig te kunnen stellen. Daar is uiteraard niet iedereen blij mee, wat resulteert in een politieke strijd die gaandeweg escaleert tot een gruwelijke oorlog tussen de overheid en Escobars Medellín-kartel. Vallejo wordt daarin ongewenst meegetrokken en verliest haar carrière, reputatie en veiligheid. Maar zelfs wanneer ze hierom de affaire beëindigt, blijkt ze uiterst ambivalent: "Ik houd van Pablo, maar ik haat Escobar."

Waar Pablo ophoudt en Escobar begint mag de kijker zelf bepalen, maar de film gunt het titelpersonage een aangename veelzijdigheid. Want hoewel Escobar zich regelmatig laat zien als een ijskoude gangster, is hij in zijn privéleven best een geschikte vent. Hij is weliswaar geen volledig monogame echtgenoot, maar hij belooft zijn scharrel niets wat hij niet zal waarmaken; hij geeft er geen enkele blijk van zijn vrouw voor haar te zullen verlaten. En ook als vader is hij niet geheel zonder kwaliteiten. Want dat hij zijn miljarden heeft verdiend met de handel in cocaïne, weerhoudt hem er niet van zijn zoontje stellig af te raden dit spul ooit te gebruiken. Hij gebruikt daarvoor zelfs Nancy Reagans fameuze antidrugsslogan: "Just say no."

Mogelijk is het deze burgerlijke kant die haar aanspreekt. Want waar zij altijd een stevig in het oog springende verschijning is, moet de volledig van ijdelheid gespeende Escobar (flinke pens, knullig kapsel, suffe uitdossing) het vooral hebben van zijn ietwat onhandige charisma. Dat maakt de titelrol een kolfje naar de hand van Javier Bardem, die niet voor niets een Oscar won voor zijn enigszins vergelijkbare rol in No Country for Old Men. Zijn vertolking als Pablo Escobar heeft gelukkig een stuk meer van doen met dat onderkoelde optreden dan met het irritante geschmier dat hij aanwendde voor recente schurkenrollen in Skyfall en de laatste Pirates of the Caribbean.

Jammer alleen dat hij en zijn eega (Bardem en Cruz zijn al geruime tijd een koppel) de complexe relatie van hun personages niet in hun eigen taal mogen brengen. Want hoewel Escobar een Spaanse productie is die zich afspeelt in het Spaanstalige Colombia, is er met het oog op de internationale afzetmarkt voor gekozen de acteurs in het Engels te laten converseren. Althans, grotendeels. Aanspreektermen, vloeken en willekeurige wegwerpzinnetjes zijn wel in het Spaans, wat overkomt alsof de personages (of mogelijk hun vertolkers) op deze momenten zodanig vanuit hun emoties spreken zijn dat ze terugvallen op hun echte moerstaal. Gelukkig kunnen Bardem en Cruz op genoeg ervaring bogen om de dialogen in het Engels overtuigend te brengen, maar het is niet ondenkbaar dat ze dat in het Spaans nog net iets beter zouden hebben gedaan.