Midsommar
Recensie

Midsommar (2019)

Ari Aster laat zien dat Hereditary geen toevalstreffer was.

in Recensies
Leestijd: 3 min 33 sec
Regie: Ari Aster | Cast: Florence Pugh (Dani Ardor), Jack Reynor (Christian), Vilhelm Blomgre (Pelle), William Jackson Harper (Josh), Will Poulter (Mark), e.a.| Speelduur: 147 minuten | Jaar: 2019

Met Hereditary beleefde regisseur Ari Aster vorig jaar een droomdebuut. In het nogal platgetrapte horrorgenre wist hij uit te blinken door simpelweg het persoonlijke drama ruim baan te geven. Dat resulteerde in een dusdanig indrukwekkende hoofdrol van Toni Collette dat de publieke teleurstelling over het niet verkrijgen van een Oscarnominatie breed gedragen werd. Ook het subtiele camerawerk werd bij de Oscars genegeerd, terwijl Aster daarmee liet zien dat beelden de kijker net zo goed kunnen laten griezelen als het geluid. Nauwelijks een jaar later bewijst Aster met Midsommar dat zijn veelbelovende debuutfilm geen toevalstreffer was. Hij levert opnieuw een horrorfilm af waarin hij zijn de visuele kunsten toont, maar die wel een iets andere weg bewandelt. Ditmaal geen gegriezel in het donker maar in het volle daglicht, met minder subtiele methoden maar net zo effectieve.

Hereditary was in de basis een familiedrama dat zich gaandeweg ontpopte tot een horrorfilm, Midsommar presenteert zich als een relatiedrama dat een vergelijkbare metamorfose ondergaat. De relatie van hoofdpersonen Dani en Christian zit op een dood spoor en dus zoekt laatstgenoemde al enige tijd naar het juiste moment om eruit te stappen. Wanneer Dani's zus zichzelf en haar ouders van het leven berooft, is duidelijk dat hij daar nog wat langer op zal moeten wachten. Een relatiebreuk zou de emotioneel fragiele Dani immers in een nog diepere depressie storten. Hoewel hun liefde over haar hoogtepunt heen is, kan hij dat ook weer niet over zijn hart verkrijgen. Christian denkt de ellende even te kunnen ontvluchten tijdens een reis met zijn vrienden naar Zweden. Eén heerlijk ongemakkelijke scène later is Dani de vijfde reisgenoot.

Het Amerikaanse gezelschap gaat echter niet op de gebruikelijke eurotrip, maar is te gast in het geboortedorp van een Zweedse uitwisselingsstudent. Het blijkt geen gebruikelijk dorpje, maar meer een commune die zich tijdens het midzomerfeest overgeeft aan allerlei paganistische rituelen. Aanvankelijk zorgt dat voor een boeiend inkijkje in een volledig andere cultuur, maar je voelt al wel aankomen dat deze welhaast idyllische plek vroeg of laat zijn duistere kanten zal laten zien. Aster neemt hiervoor ruim de tijd (net als bij Hereditary kun je spreken van een ware 'slow burn'), al strooit hij tijdens de lange aanloop wel stevig met hints. Gelukkig wordt tijdens die afdaling in waanzin (die steeds groteskere vormen aanneemt) het relatiedrama nooit uit het oog verloren. Zelfs in het ietwat absurdistische slotstuk blijft dit de ruggengraat van de film.

Desondanks is Midsommar onmiskenbaar een horrorfilm, maar Aster weet zich in veel opzichten te onttrekken aan de conventies van het genre. Zo is de gebruikelijke zwarte vriend in het verder roomblanke gezelschap nu eens niet de komische noot, maar een culturele antropoloog met een oprechte interesse in de prechristelijke Zweedse tradities waaraan hij wordt blootgesteld. Nog interessanter is dat het overgrote merendeel van de scènes zich afspeelt op klaarlichte dag, aangezien het in het zomerse Zweden bijna niet donker wordt. In die constante helderheid ligt het unheimische effect verscholen waarop wordt gemikt. Niemand in dorpje bewaart zijn macabere tradities voor het holst van de nacht of poogt ze voor de bezoekers te verbergen. Integendeel: er is niets dan vriendelijkheid en openheid. En juist dat zorgt ervoor dat je steeds meer verontrust raakt.

Hoewel Hereditary door de filmpers op handen gedragen werd, was het grote publiek er niet onverdeeld enthousiast over. Dat zal bij Midsommar hoogstwaarschijnlijk niet anders zijn. De film laat zich immers maar moeilijk koppelen aan huidige horrortrends en grijpt vooral terug op de 'folk horror' van de jaren zeventig. Aldus wordt geen gebruikgemaakt van de schrikmomenten die het horrorgenre al geruime tijd domineren, maar draait het om een heerlijk nare toon die zich steeds dieper onder de huid nestelt. Aster laat de camera lekker lang draaien zonder onnodig weg te knippen en geeft de shots veel rust en ruimte, die de kijker zelf mag vullen met zijn ongemak. Althans, dat is het idee. Sommige kijkers zullen deze methode eerder als saai en traag afdoen. Midsommar is dan ook niet voor iedereen. Maar wie ervoor openstaat, mag iets verwachten dat waarschijnlijk geen enkele andere film dit jaar zal kunnen bieden.