Recensie

La Marca del Demonio [Netflix] (2020)

Blijkbaar heeft Hollywood niet het patent op clichématige reli-horror. In Mexico kan men er ook wat van.

in Recensies
Leestijd: 3 min 13 sec
Regie: Diego Cohen | Scenario: Ruben Escalante Mendez | Cast: Eivaut Rischen (Karl Nüni), Eduardo Noriega (Tomás), Arantza Ruiz (Camila de la Cueva), Nicolasa Ortíz Monasterio (Fernanda de la Cueva), Lumi Cavazos (Cecilia de la Cueva) e.a.| Speelduur: 82 minuten | Jaar: 2020

Ongeveer tien jaar geleden was het in Amerikaanse horrorfilms niet ongebruikelijk een onverwacht behulpzaam Mexicaans personage op te voeren. Wanneer onze blanke protagonisten door tergende bovennatuurlijke verschijnselen met de handen in het haar zaten, bleek hun Mexicaanse huishoudster van middelbare leeftijd vaak een enorme bron van kennis op het gebied van demonische bezetenheid. Ongetwijfeld goedbedoeld, maar uiteindelijk toch een problematisch stereotype, vergelijkbaar met de Magical Negro. De Mexicaanse horrorfilm La Marca del Demonio lijkt een bewuste draai te geven aan dit clichébeeld, door ditmaal een blanke exorcist op te voeren die een Mexicaans meisje van haar demonische plaag moet verlossen. Helaas blijkt deze omdraaiing exemplarisch voor vrijwel alles in de film: een idee dat nooit verder is gekomen dan de tekentafel.

Er wordt geopend met een citaat van H.P. Lovecraft en niet veel later duikt het door deze auteur bedachte Necronomicon op. Lovecrafts werk bestond vooral uit kosmische horror, draaiend om oude goden en monsters, maar hier hebben we te maken met de zoveelste demonische bezetenheid vanuit een christelijke invalshoek. Een eerste teken dat de makers maar wat aanrommelen. Het Boek van de Doden lijkt in de ogen van filoloog Cecilia slechts een oud manuscript dat ze mee naar huis neemt om er in het weekend een academische blik op te werpen. Haar professionaliteit blijkt uit hoe ze met het boek omgaat: met handschoenen aan bladert ze erdoorheen en na thuiskomst legt ze het goed verpakt in een kluis, terwijl ze haar tienerdochter vertelt er niet aan te komen.

Blijkbaar is dat een hoop verspilde moeite, want in de volgende scène heeft deze dochter het boek al uit de kluis gevist, waarna ze haar zus eruit laat lezen. Waarom dit meisje zich niets aantrekt van haar moeders wensen blijft geheel onduidelijk. Had haar dan bijvoorbeeld de behoefte gegeven indruk op iemand te willen maken, waardoor ze haar boekje te buiten gaat. Maar qua redenatie lijkt de scenarist niet verder te zijn gekomen dan: "We zijn nu tien minuten bezig, dus de film moet zo onderhand maar eens beginnen." Wanneer de moeder deze ongehoorzaamheid ontdekt, is er hoogstens wat milde irritatie. Deze mensen verdienen al het leed dat ze te wachten staat.

Want uiteraard zorgt hardop voorlezen uit het boek voor de gebruikelijke demonische activiteit, waardoor er een specialist aan te pas moet komen. Hiermee stuiten we op het enige originele idee dat La Marca del Demonio rijk is: de eerder benoemde exorcist is als kind vervloekt en leeft nu als een soort vampier. Maar daarmee is ook zo'n beetje alles wel gezegd, want de beoogde dualiteit van dit personage blijft beperkt tot een mager opzetje. Aldus is het enige dat mogelijk nabespreking verdient de kwestie of deze man zich nu kleedt als de titelfiguur van El Topo of van Van Helsing. Nooit een goed teken wanneer iemands uitdossing zijn meest interessante aspect is.

Al na een uur dient de derde akte zich aan. Tamelijk vroeg, maar bij een film die vlot zijn plotpunten afwerkt zou dat best moeten kunnen. La Marca del Demonio heeft tot dat punt echter louter wat gemeanderd en nauwelijks iets op poten gezet wat zich nu kan uitbetalen. Het zal je dan ook weinig boeien dat personages ineens op knullige wijze het loodje leggen, maar eerder opluchting voelen dat het einde nadert. Eerder in de film wijt een priester het vertekende beeld van demonische bezetenheid aan Hollywoodfilms. Misschien niet onterecht, maar wanneer je een personage zo'n zin in de mond legt, zul je toch met iets beters moeten komen dan een checklist van halfbakken clichés waar zelfs Hollywood zich tegenwoordig te goed voor voelt.